Trail: Tobago

Ons jongensboek – het avontuur van Roel, Dennis en Erik – begint met veel bravoure. Eén van ons is nogal uit de kluiten gewassen. Ons zou dus niets kunnen overkomen in dat, naar we vernamen, gevaarlijke mysterieuze landje. We zijn echter nog niet op Tobago en de eerste de beste Tobagaan die we tegenkomen torent hoog en breed boven ons uit. Zo zullen we meer reuzen tegenkomen, en ze zijn stuk voor stuk even vriendelijk. 

Mijn moeder, ze is goed met Google, had ons voor van alles èn nog veel meer gewaarschuwd. “Tobago is oorlogsgebied zoon”, fluisterde ze me toe terwijl ze anti-uitdrogingspillen uitdeelde alsof het rolletjes Mentos waren. Ze lepelde een lijst met narigheid op en vergat te vertellen dat dat betrekking had op Trinidad. En Trinidad, dat is hele andere koek. De republiek heet Trinidad en Tobago, maar wij gaan naar Tobago. Het is een klein eiland van ongeveer 40 km lang in de Kleine Antillen en behoort tot de Bovenwindse Eilanden. We bezoeken onder andere de Tobago International Cycling Classic. De TICC is een meerdaags wielerevenement met voornamelijk wegwedstrijden en sinds een aantal jaren ook met een driedaagse mountainbike wedstrijd. Wij zijn op Tobago voor het mountainbiken. 

Het eiland is voor ons een grote onbekende. Leo Beenhakker is er bondscoach geweest, maar verder dan dat komen we niet. Een cocktail-intentingen is ‘niet echt’ nodig. De Ebola- en ISIS dreigingen zijn redelijk ver weg en moeders had alles verkeerd gezien. Het is liefde op het eerste gezicht tussen de drie mountainbikers uit de kop van Noord-Holland, het betoverende Tobago en de fantastische bewoners. Niets meer en niets minder. De mountainbike-cupido heeft op Tobago raak èn met scherp geschoten. 

 Er wordt vanuit Nederland niet meer direct op Tobago gevlogen. Het is daarom een tripje met wat hindernissen, die allemaal als sneeuw voor de zon verdwijnen en vergeten worden zodra de deur van het vliegtuig openklapt en de temperatuur en de luchtvochtigheid ons vol in het gezicht raken. 

 We ontmoeten na de ingewikkelde douanecontrole en veiligheidsprocedures (..no bomb in camera, I told you toch!) Sjaak en Marieke die ons en onze fietsen staan op te wachten. Levensgenieters die de halve wereld hebben gezien, zelden een plek nogmaals bezoeken en toch al een paar jaar verknocht zijn aan Tobago. Ze hebben hun passie voor mountainbiken gekoppeld aan dit paradijs op aarde. Zij zullen ons deze week mede-gidsen en in contact brengen met de juiste personen. 

 We verblijven in Carnbee in het binnenland ten zuiden van Scarborough in een klein tropisch paradijsje met zwembad, non-stop cricket op tv en joekels van hagedissen die vrolijk met je mee zwemmen. Het bezit van een huurauto is een must wil je genieten van het hele eiland. Als je je net als een Duitse medebewoner van ons paleis te voet òf ongetraind op de fiets probeert te verplaatsen over de paar wegen die er zijn, dan kom je niet ver. Je raakt redelijk snel oververhit, aangebrand én zit in no-time aan het wondermiddel cocossap. Om je een beetje een beeld te kunnen vormen van Tobago moet je denken aan de reclamespotjes van Bounty en de hele serie ‘Pirates of the Caribbean’. Tobago is qua grootte een soort Texel waar de grote schepper alle trucjes op losgelaten heeft. Alleen is de wifi beter op Texel.  

Engeland was de laatste ‘eigenaar’ van het strategisch gelegen en voormalige piratennest Tobago en die invloed is visueel nog goed aanwezig. De grootste bron van inkomsten is het toerisme en daar wordt door de regering dan ook veel geld in gestoken, net als aan de TICC. Men probeert zoveel mogelijk buitenlandse interesse te kweken voor het evenement. Zelfs ESPN is aanwezig. Je kunt zelfs UCI punten verdienen op de weg. De organisatie is meer dan dik in orde, de stuwende kracht achter de TICC is Jeffrey Charles. Het inschrijfgeld voor de mountainbike driedaagse is 150 Tobago dollar en dat komt overeen met ongeveer 15 euro. Ga je voor de prijzen fietsen, ben je dus ‘elite’, dan betaal je iets meer. En wat je daarvoor krijgt is fenomenaal:  zowel een feest voor aanvang als na afloop van het evenement met drank, drank, drank, rum – ja ook cola – soca muziek, natuurlijk een steelband en heerlijk eten. De verzorging tijdens de wedstrijden is overigens ook tot in de puntjes geregeld. 

“You have bicycle races on the beach…you’re nuts.”  

We maken al snel kennis met Sean The Ice-Man de Freitas en Gregory Sutherland. Sean zet de routes voor de wedstrijden uit en is tevens naast zijn dagelijkse bezigheid als ijsblokjesverkoper een ervaren trail guide. Gregory is een fysiotherapeut en woonachtig in London. Beiden zijn geboren en getogen op Tobago, bloedbroeders en praten met een heerlijk funky accent. Gregory heeft ons overigens later bezocht in januari van dit jaar voor de Egmond-Pier-Egmond strandrace. “You have bicycle races on the beach…you’re nuts.” 

Op de dagen voor de races verkennen we het terrein. Tobago is vrij bergachtig en de hoogste top ‘Pidgeon Peak’ is bijna 600 meter. We merken direct dat het weer zo om kan slaan. Het ene moment sta je vol in de zon en het andere moment treffen we regenbuien zoals we ze nog nooit hebben gezien. Best interessant: een gids met in zijn rugzak, in plaats van een handzame pomp, een joekel van een kapmes. Het kapmes blijkt echt nodig, want de regelmatige stortbuien met wind zorgen voor aardig wat vernieling en versperde routes. Het begrip ‘spoelgoot’ krijgt een hele nieuwe betekenis. 

“Dit is prut 2.0” 

We fietsen de eerste ‘stage’, een lus die tijdens de race vijf keer moet worden gereden. Het moet gezegd worden dat de routes technisch niet lastig zijn. Onze hardtails zijn perfect voor deze omstandigheden. De 2015 editie kent technisch meer uitdagender routes vertelt Sean ons later. De races zijn open voor iedereen en risico’s worden vermeden. De uitdaging voor ons ligt met name in de hitte en de onwaarschijnlijk hoge luchtvochtigheid. We driften het eerste ritje in Tobago na de zondvloed door de jungle. Ik haat blubber, maar deze prut dwong respect af. Dit is prut 2.0, een soort ‘miracle mudd’. Het was als fietsen op een stuk zeil ingesmeerd met groene zeep. Een kleine pauze, drinken, veel drinken. We horen knallen, we schrikken. Gregory vertelt dat de lucht in de bamboe uitzet en dat laat de luchtkamers ploffen. We genieten volop en kijken in de rondte. We kijken nog een keer….de bloemetjes…ze bewegen. Verschrikt opzij stappen en vleesetende bloemetjes zien die open- en dichtklappen…… Normaal willen we voor het maken van foto’s wel even de bosjes in duiken voor dat ene mooie plaatje. Nu even niet, als de bloemetjes al kwaad in de zin hebben wat huist er dan nog wel niet meer voor bloeddorstigs in het struikgewas? Het felle zonlicht priemt als een soort discobol door het bladerdak en de geur doet me denken aan de tropische tuin in Artis. We zitten eigenlijk vol verbazing op onze fiets. Prachtig mooi. 

“if you’ll end up in hospital….you will die!” 

We plakken er gelijk maar even de tweede ‘stage’ aan vast met een hele smerige klim erin en een prachtige afdaling de Mot-Mot trail. Een deel van ons neemt de weg om de berg heen, een deel klimt zich het apezuur. Het lichaam moet wennen. De meter in het rood zorgt voor oververhitting met een beroerde nacht en dag tot gevolg. De derde ‘stage’ laten we qua verkenning maar voor lief. Deze laatste stage is een lus die 10 keer moet worden gedaan. Vol in de zon klimmen en dan afdalen in de schaduw door een woud van bamboe, inclusief een fraaie ‘technical-trail-feature’. Dat is een paar keer leuk maar na 8 keer ben je volledig gesloopt en heb je alleen nog maar visioenen van badkuipen vol met ‘Gatorade’ en ijsklontjes. 

Het wemelt van de honden op Tobago en het begrip aan de lijn kennen ze niet. Fiets je stukken over de weg dan kom je ze zeker tegen. We krijgen de tip om niet te lief voor ze te zijn. Stukken over de weg zijn wat ongemakkelijk bij afdalingen en uitwijkmanoeuvres omdat je links moet aanhouden. We krijgen de tip om niet al te hard te vallen. “If you’ll end up in hospital….you will die!”, vertelt Gregory met een grote glimlach. Een valpartij later in de week met een open kin als resultaat besluiten we daarom maar zelf te plakken met secondelijm. Werkt perfect. 

We raken al snel onder de indruk van Tobago. Overal wordt er koude drank en heerlijk eten verkocht langs de weg vanuit kleurige kraampjes. Kneiterharde soca muziek knettert uit barretjes en auto’s. Geen reggae maar een soort opgevoerde variant. Mensen zijn vrolijk, bewegen bijna dansend, ze dringen zich niet op terwijl we er als 100% toerist uit zien. De mensen zijn trots op hun bezitting en tonen dat graag. Het is een bling bling paradise. We eten slak, kip, haai en wortels in allerlei kleuren en drinken Stag bier. ‘Stay strong’ is de veelgehoorde kreet en we moeten ons leven vooral ‘manly’ leiden. Marieke, de enige dame in het gezelschap, moet er hard om lachen. Er wordt op Tobago een stukje magie op ons losgelaten. Tobago heeft ons in haar grip. We voelen ons gesloopt al vroeg  in de avond. De klamboe gaat naar beneden en de zoveelste dosis anti-muggen of eigenlijk anti-alles-wat-vliegt wordt opgesmeerd en we dromen van grote glazen gevuld met magische cocktails en zuchten Jah Man! 

Toboga

De ene dag worden we wakker van de swingende tuinman die met een kantenmaaier het gazon, zo glad als een biljartlaken, aan het kietelen is. De andere dag vermoeden we dat er een kudde bloeddorstige kleine konijn-achtigen honger hebben bij het krieken van de dag. We zien dat door een  mega regenbui het zwembad van kleur veranderd is. Tegen de tijd dat we later die week weer huiswaarts keren kunnen we nog net een plonsje doen. We ontbijten elke dag vroeg en worden opgehaald door Sean. Fietsen achterin de ijswagen en wij in de volgauto op weg naar weer een  memorabele dag. We kijken onze ogen uit. We fietsen vriendelijke en mooie routes, maken prachtige afdalingen en eindigen bij zonsondergang aan het strand. We koelen af in kristalhelder water. Een week is te kort, er schijnen nog prachtige routes te zijn aan de andere kant van het eiland vertelt Sean ons. De routes zijn niet zoals bij ons netjes aangegeven dus neem contact op met locals of vraag het The Ice-Man. 

Bij de twee feesten die horen bij deelname aan de TICC is alles ‘free’, zelfs het gebruik van de waterscooters. De Slovaken die er in het vliegtuig nog meedogenloos en afgetraind uitzagen, brachten er in de loop van de week niets meer van terecht na de openings-fuif. De rum is een sluipmoordenaar. De over het paard getilde Amerikaan die al duizend jaar de wegwedstrijden wint en ‘het mannetje is’ wordt later die week eindelijk verslagen door de Nederlander Yondi Schmidt tijdens een criterium. Hetzelfde machtsvertoon geldt eigenlijk voor de mountainbikewedstrijd die al jaren gewonnen wordt door de vriendelijke Jason Costelloe uit Trinidad. Het niveauverschil tussen de top en daaronder is te groot en daarom is men op zoek naar buitenlandse inbreng. Er is wel degelijk eer te behalen. Grootste struikelblok is de hitte. De conditie en onze technische bagage zijn meer dan voldoende. Een wat langere gewenningsperiode en we hadden wat meer in de prijzen gevallen. Je kunt hier een aardig zakcentje bij elkaar fietsen. Ook al fiets je niet voor de prijzen, iedereen voelt zich een ster, straalt en krijgt dezelfde goede verzorging en behandeling. De deelnemers blijken een grote familie te zijn die samenkomt tijdens deze wedstrijden. Een familie die snel moet uitbreiden vinden ze zelf. 

We passen ons gedurende de week aan aan het ritme van Tobago. We staan vroeg op, fietsen de drie  ‘stages’, winnen een prijsje, en nemen de rest van de dag wat gas terug en genieten vooral. We bezoeken de Argyle waterval, rennen gillend weg bij vleermuizen, ontmoeten dolfijnen tijdens een boottocht, zoeken Nemo en eten goddelijke spijzen. We schieten een dag èn nacht geopende markt in en kopen 300 soca-hits voor 5 euro. “Jah Man!” Ideale sleutelmuziek, het vuil schudt vanzelf van je ketting. 

Zorg trouwens dat je spullen in orde zijn, want onderdelen zijn lastig te scoren. Voor een echte fietsenzaak moet je naar Trinidad òf je schiet een van de mensen van Mike’s Bikes aan, je komt ze zeker tegen, en vraagt of ze wat meebrengen uit Trinidad de volgende dag. Je kunt fietsen huren op Tobago maar ook via Mike kan er van alles geregeld worden. Ben je echt verdwaald en weet je het even niet meer vraag dan naar “that crazy dutch guy called Sjeeek”, die kennen ze allemaal en hij is er ook tijdens de TICC 

De week gaat in een soca-tempo voorbij. We moeten onze koffers weer pakken. We halen de fietsen uit elkaar en worden naar het vliegveld gebracht. We droppen de koffers in de bewaakte stalling en duiken nog even de zee in. Een uur voor tijd douchen we, trekken droge kleren aan en schuifelen de vertrekhal in. Het wachten voor departure was nog nooit zo ontspannen. De airco in de vertrekhal voelt als een pesterijtje naar het thuisland toe. Na een vlucht van bijna 11 uur missen we in Londen nog even de overstap, ach wat zou het, en komen iets later thuis aan. Zelden heb ik de omgeving waar ik gefietst heb zo gemist en nog steeds…..Stay Strong! 

Heb je interesse in een avontuur op Tobago of deelname aan TICC, neem dan contact op met een van ons op. Omdat de organisatie meer buitenlandse inbreng wil, is er van alles mogelijk. Mail ons en we weten waar je moet zijn en we helpen je verder. Als je erg hard kunt fietsen – zowel berg op als berg af – kun je wellicht zelfs wat geld verdienen. Hetzelfde geldt voor wegrijders. Lokale bedrijven zijn zeer geïnteresseerd in een aantal snelle boys en girls om voor zich te laten fietsen. Het is een reeks van onvergetelijke ervaringen en waarschijnlijk heb je net als ons heel snel heimwee.