Trail: Vorarlberg

Terwijl we onze koffers inpakken kijken we om het uur op de Weeronline voor de actuele voorspellingen. Het is oktober en hoewel de vooruitzichten voor onze reis naar het Oostenrijkse Vorarlberg er goed uitzien weten we ook dat er de afgelopen weken flink wat sneeuw is gevallen. Terwijl wij juist op zoek zijn naar stoffige trails lag er vorige week nog een dikke witte deken over dit gebied. We nemen geen risico en pakken naast korte broeken ook thermokleding in. Een gewaarschuwd mens… 

Een dertigtal dagen terug stonden we met ons derde kopje koffie in gesprek met Irian en Bas op de Eurobike Beurs in het Duitse Friedrichshafen. Irian en Bas zijn een aantal jaar geleden in Oostenrijk neergestreken waar ze als berggids zowel in winter als zomer actief zijn: in de winter op boards, in de zomer op bikes. En laat dat laatste nou precies zijn waar wij altijd interesse in hebben. Vol enthousiasme vertellen ze over ‘hun’ gebied dat ze in de winter op snowboards verkennen en in de zomer op de bikes, waardoor ze een zeer grondige kennis van het gebied hebben. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk en na het zoveelste trailverhaal hakken we de knoop door: we komen op de koffie waarbij Bas en Irian ons de fijnste plekjes zullen laten zien.

Een aantal weken later bevinden we ons op de Duitse Autobahn met een wagen volgeladen met zowel analoge als elektrische endurobak- ken, kleding voor alle seizoenen en vooral heel veel zin. Na een nacht doorrijden ontvangen we ‘s ochtends een sms van Irian met onze ontmoetingsplek, het dalstation van de Mutterbergbahn in Bludenz. Achter de tekst staat een emoji van een zonnetjes en een duimpje omhoog: er kan gereden worden! Met een zucht van verlichting ontspannen we onze billetjes weer en rijden we de parking op waar twee grijnzende mannen ons de hand schudden.

Na wat gerommel in onze tassen, op zoek naar die korte mouwen maken we ons klaar voor de rit. We hebben geluk, waar de gondel buiten het hoogseizoen eigenlijk enkel in het weekend voor bikers geopend is mogen we samen met onze lokale vrienden toch naar boven. Na acht korte minuten staan we boven, waar we de enige bikers zijn. We traverseren naar het begin van de Muttersbergtrail, een vijf kilometer lange trail die ons weer terug naar het dal voert. De flowy trail schudt ons door maar liefst 105 bochten en 750 hoogtemeters later staan we klaarwakker weer bij de lift. Tijdens een koffie break vertellen de mannen dat het hier in het weekend wel wat drukker is, maar echt druk wordt het nooit. Ondanks de fraaie natuurlijke trails kiezen veel mensen voor het nabijgelegen bikepark, waar we de volgende dag een kijkje zullen nemen.

 

Onze dag bestaat uit het afwisselen van Up en Down en we verkennen de diverse trails die het gebied huisvest. Door de kennis van Bas en Irian worden we op elke trail feature gewezen, waardoor we optimaal kunnen knallen. Na ontelbare ritten sluiten we de dag geheel in stijl af met een Apfelstrudel en duiken we onze mandjes in na een lange dag.

Een felle zonnestraal die onze slaapkamer binnendringt prikt in onze ogen, maar geeft ook aan dat dag twee een mooi dagje gaat worden. We kiezen voor een klein ontbijt dat Uli, de eigenaar en tevens kok van ons hotel ‘Dunza’ heeft gemaakt. Vandaag gaan we voor het bikepark aan de andere kant van de heuvel en verruilen we onze trail-helmen voor full-face varianten. We parkeren onderaan het Brandnertal Bikepark aan de voet van het Landal park. Met maar liefst tien verschillende lijnen is dit niet zomaar een bikeparkje. De opties variëren van een freeride tot serieuze dowhnill tracks met klinkende namen zoals Tschäck the Ripper en Tschack Norris, waar het Tschak verwijst naar de Tschengla, de weg die over de berg voert. En dan zeggen dat de Oostenrijkers geen humor hebben. De tracks hebben een lengte tot maar liefst 3,5 kilometer en voor volgende zomer staat er nog een elfde lijn op het programma met nog meer lengte en hoogtemeters. Ondanks dat we persoonlijk meer fan zijn van natuurlijke trails heeft het rijden in een park wel een groot voordeel: doordat je keer op keer dezelfde lijn kunt rijden schaaf je eenvoudig aan je techniek terwijl je de lijn steeds beter leert kennen. Dat Bas en Irian de lijnen hier nog net even wat beter kennen laten ze zien ook.

Na de lunch informeren we bij het VVV naar de trails rondom de Steinkreis, een gebied waar onze gastronoom Uli de vorig avond over repte. We worden geïnformeerd dat dit een wandelgebied betreft, maar gezien het laagseizoen is de kans vrij klein dat we hier nu wandelaars tegenkomen, vertelt de dame achter balie ons met een knipoog. Met die knipoog wil ze natuurlijk zeggen ‘jullie kunnen nu prima naar de waanzinnige trails rondom dit gebied gaan, mijn zegen hebben jullie’. dus verwisselen we onze downhill uitrusting voor rugtassen en trappen we af richting de Steinkries.

De steigende route naar het hoogplateau Tschengla is adembenemend door de bronsgekleurde bossen en uitzichten over de almen. Eenmaal boven rijden we op de Steinkreis af, een cirkel van stenen gericht op de sterren welke voor astronomen uit het stenen tijdperk de basis van hun kennis was. Hieruit lazen ze niet alleen af wanneer het goed zaaien en oogsten was, maar ook wanneer de goden ver- eerd moesten worden. Hoewel wij meer oog voor de komende trails hebben wordt de plek nog best druk bevolkt door diverse pendelaars op zoek naar magische krachten. Dat deze zeker aanwezig waren bewees de eindeloze vloeiende trail die ons vanaf het plateau terug naar beneden voerde.


Na wederom een feestmaal van Uli, een nachtje slaap en een power-frühstück maken we ons op voor een nieuw avontuur. We parkeren onze auto nabij Marul met de wetenschap dat we die pas de volgende dag zullen oppikken: vandaag gaan we namelijk klimmen. We kiezen voor onze elektrische fietsen aangezien we spullen voor de overnachting mee moeten slepen. Hoewel de eerste hoogtemeters aanvoelen als valsspelen, went het snel en stijgen we sneller dan ooit. Door de slimme aandrijving blijft het kracht kosten, zeker op de steilere stukken maar hebben we een stuk meer oog voor de prachtige omgeving. Onze gidsen Bas en Irian trappen op ouderwetse spier- kracht omhoog. “Ja, als wij in de bergen zouden wonen zouden we dat natuurlijk ook doen.. Toch..?”

De laatste klim naar de Breiterhornhutte is een serieuze, zelfs voor onze elektrisch aangedreven vrienden. Maar de voldoening is even zo groot wanneer we aankomen bij de berghut waar we de nacht zullen doorbrengen. Vanaf hier is het mooi uitkijken op het dal waar vanuit we vertrokken zijn. Gastvrouw Martha ontvangt ons in haar berghut welke al sinds honderden jaren in de familie is. Het terras buiten heeft nog zon en in gezelschap van wandelaars en een koud biertje komen we bij.

Martha en haar bijna twee meter lange Sloveense kokkin Mija lusten ook een drankje en samen met wat lokale boeren vliegen de rondjes ons om de oren. De boeren rijden hierna de berg weer af wanneer onze kokkin de keuken in verdwijnt. Mija bewoont de hut full-time en naar verluid komt ze slechts tweemaal per jaar de berg af. Waarvoor dan precies komen we niet te weten. Haar dagen op de berg vult ze in elk geval met roken, koken, roken, slapen, roken en schnaps drinken. Ook mooi.

Wat later komt Mija op de proppen met een stevige maaltijd terwijl de zon achter de Breithorn verdwijnt en de duisternis langzaam zijn intrede doet. Na een avond met indrukwekkende mannen-verhalen duiken we ons bedje in. De volgende ochtend starten we, na een snel ontbijt, met de laatste 200 hoogtemeters, die ons naar het nirwana van het eeuwige afdalen zouden moeten leiden. Of iets wat erop lijkt. Direct al vanaf de top verandert de trail, welke de slingerende gravelweg als het ware doorklieft. Na een korte ontmoeting met een steenbok knallen we door het bewoonde alpendorpje Alpe Laguz, waar we ons even Heidi wanen en de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Na de onwennige eerste meters worden we onze elektrische bikes steeds beter de baas. Het extra gewicht zorgt in de afdalingen voor ultieme grip en stabiliteit, en we rekken ons lef elke sectie iets verder op. Uiteindelijk rijden we met een flinke stoke de parking op waar we onze auto’s gevoelsmatig een week terug hadden achtergelaten. Was dit echt nog geen dag geleden…?

Het feest is nog steeds niet gedaan en we rijden richting het koninklijke Lech om aldaar via de Feiberghutte naar Dalaas te rijden. De slagboom die het einde van het drop markeert is tevens de start van de klim die ons door het bos naar boven voert. Geheel in stijl vullen we onze bidons in een riviertjes en onze tocht brengt ons bij de Formarinesee, een bergmeer wat voornamelijk bij de lokale bevolking bekend is. De smaragdgroene kleur van het water staat in schril, maar prachtig contrast met de roodgekleurde rotswand die uit het water verreist. De direct aan het meer gelegen hut benutten we dus ook direct voor de lunch. Dalen doen we over een wandelpad, een snelle en technische trail met heerlijke bochten waar we onderweg geen ziel tegenkomen. Onderaan de trails wapperen de high-fives en boksen over en weer en vrezen we dat we dit gebied binnenkort nog maar eens aan moeten doen maar dan voorzien van een snowboard. Wat een gebied.


Tekst en beeld: Dennis Bruin


Benieuwd naar meer routes en verhalen? Dit artikel is afkomstig uit Up/Down Mountainbike Magazine 2018 #2. Mocht je dit magazine gemist hebben dan kun je deze bestellen in onze webshop. Voor het gemak kun je ook abonnee worden zodat je geen nummer meer hoeft te missen!