TRANS PYRENEEËN RACE

Bas Rotgans en Thomas Ettema namen deel aan de eerste editie van de Trans Pyreneeën, een ‘self supported ultra distance cycling event’. Een verslag van een wedstrijd in een wedstrijd, voornamelijk tegen jezelf.

Tekst: Bas Rotgans & Thomas Ettema Foto’s: James Robertson & Tom Hardie

De Trans Pyrenees is een nieuwe race van de organisatie van de Transcontinental Race (across Europe). Beide races zijn het geesteskind van Mike Hall, zelf een zeer verdienstelijke ultraracer. Hoewel Mike in 2017 is omgekomen zet de organisatie de Transcontinental Race voort.

Mike had het idee voor de Trans Pyrenees al uitgewerkt. Start en finish zijn in Biarritz, aan de Atlantische kust, en het keerpunt is bij de vuurtoren van Cap de Creus, aan de Middellandse Zee. Racers moeten onderweg drie stempels ophalen en tevens een aantal verplichte routes rijden, zogenaamde ‘parcours’. De route tussen de verschillende parcoursen en checkpoints moet je zelf (van tevoren) maken. Tijdens de Trans Pyreneeën race is geen enkele hulp van buiten toegestaan, anders dan die commercieel wordt aangeboden en voor alle deelnemers te gebruiken is. De precieze afstand is uiteraard afhankelijk van de routeplanning, maar circa 1600 kilometer en 33.000 hoogtemeters lijkt het minimum. Alle deelnemers dragen een satellietzender bij zich en je kan ze als stippen volgen op de site Trackleaders. De finish sluit precies een week nadat het startschot is gevallen.

Geen strijd onderling

In de auto van Nederland naar Biarritz spreken we beiden uit dat we niet tegen elkaar moeten racen. Het is iets waar we beiden veel over hebben nagedacht. We hebben allebei mooie ultraraces en soortgelijke tochten gereden, maar stonden nog nooit aan de start van hetzelfde evenement. Hier zouden we kunnen uitmaken wie van ons tweeën nou eigenlijk het beste is in dit soort uitdagingen. Maar we laten het los. Althans, dat spreken we af.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS | Biarritz – Aísa, 219km/5100hm

Direct bij de start begint het te motregenen, het doet me weinig en ik ben als eerste van mijn startgroep Biarritz uit. Starten om vijf uur ‘s ochtends betekent drie uur duisternis. De glooiende wegen bevatten stiekem vanaf de start al flink wat hoogtemeters, tegen de tijd dat de zon opkomt ben ik warmgedraaid en is de regen opgehouden. Mijn route bevat al vroeg een prachtige beklimming, maar wel direct duizend hoogtemeters in vijftien kilometer. Op de lange en steile weg omhoog zie ik maar een andere rijder, is mijn route wel goed? Na ruim een uur klimmen volgt de beloning, een mistige afdaling. Met honderd kilometer op de teller vind ik mijn eerste koffiestop. Eén espresso en tien minuten later ben ik alweer onderweg richting de Col La Pierre Saint-Martin. Direct zie ik meerdere rijders omhoog kruipen. Gelukkig, toch op weg naar Parcours 1.

Boven zijn we voor het eerst in Spanje, het parcours bestaat uit prachtige verlaten wegen richting Checkpoint 1. Ik kom als zevenendertigste aan en na ijsjes en chips kruip ik met hernieuwde motivatie op de fiets. Mijn Wahoo stuurt me richting een gravelpad, in eerste instantie verplicht, maar door de leiding van de Trans Pyreneeën drie dagen voor de race uit de route gehaald. Ik voel me goed en besluit maar eens te kijken hoe erg het kan zijn. De eerste kilometers zijn technisch, maar goed te rijden. Ik heb er lol in. De volgende kilometer is enorm steil… lopen met de fiets op mijn rug. De twijfel slaat toe, maar dit stuk terug afdalen is ook gevaarlijk en dus besluit ik door te gaan. Een stomme beslissing, in de volgende acht kilometer moet ik bijna alles lopen, stopt mijn gps ermee en raak ik de weg kwijt. Ieder pad loopt dood, de zon zakt langzaam maar zeker en ik haal mijn benen open aan de struiken. Na drie uur vloeken en tieren kom ik bebloed en zwaar gedemotiveerd in het volgende plaatsje aan. Toch ga ik door, wat moet je anders? Tegen negen uur ‘s avonds stop ik in Aisa voor avondeten en besluit een hostel te nemen. Het is eigenlijk nog te vroeg en ik ben nog lang niet waar ik wil zijn, maar het voelt goed om mijn wonden en fiets te verzorgen

BAS | Biarritz – Jaca, 248km/4.900hm

Het begint meteen goed; nog geen anderhalve kilometervanaf de start glijd ik op een rotonde onderuit. Mijn linkerpols is dik en ik voel dat er onder mijn fietsbroek een schaafwond op mijn heup zit, mijn nieuwe stuurlint is ook al gescheurd. Ik reed toch gewoon tussen een paar andere deelnemers die met dezelfde snelheid wél door de bocht kwamen?

Vijftien én tachtig kilometer verderop is het weer raak. Nóg twee keer glij ik onderuit. Mijn broek is naar de haaien, op mijn andere heup zit nu ook zo’n schaafwond en mentaal zit ik al direct diep in de put. In mijn hoofd is het mis, ik vertrouw mijn banden niet meer, op de een of andere manier zijn ze te glad op nat wegdek. Ik ben boos op de fabrikant, laat een pissige opmerking achter op hun Facebook-pagina en googel naar fietsenwinkels. Ik vind Cycles Poppe een half uur fietsen van mijn route, dat valt nog mee. In de winkel vind ik twee stadsfietsbanden. Zwaar, doch sterk. Een half uur later ben ik in de zeikende regen weer onderweg enbegin aan de lange klim naar de Col La Pierre Saint-Martin.

Die duurt eindeloos, echter eenmaal op de rug van het massief blijkt alle regen aan de noordkant te hangen, in het zuiden schijnt een zonnetje. Ik duik de lange afdaling in en geniet. Het lijkt een beetje mee te zitten, de kilometers vliegen onder mijn wielen door. Ik heb via WhatsApp even contact met Thomas, die een gravelparcours op is gegaan dat nadrukkelijk uit de Trans pyreneeën race is gehaald. Waarom heeft Thomas dit toch gedaan, nieuwsgierigheid of teveel testosteron? Thomas is doorgaans voorzichtig en berekenend. Rond kilometer 190 kom ik door CP1, haal een stempel, eet wat en ga weer op pad. Ik wil deze race proberen om zoveel mogelijk in hotels te slapen in plaats van bivakkeren, oprecht benieuwd of het sneller is. In Aisa werp ik een blik op Trackleaders en zie dat veel deelnemers een zuidelijke route kiezen. Meer kilometers, maar minder klimmen. Ik heb de route niet in mijn gps staan, maar zolang ik de borden Jaca volg, moet het goed komen. Iets later blijkt Thomas in Aisa te zijn afgezwaaid. Stiekem voelt het goed dat ik ondanks mijn bandenpech zelfs nog iets verder zal komen. Aan de andere kant, hij ligt lekker te slapen en ik teer twee/drie uur langer in op mijn nachtrust. Tevreden met mijn afstand sta ik te kijken van de 4900 hoogtemeters, dat kan wel eens mijn dagrecord zijn. In de hotelkamer verzorg ik mijn wonden en val hard in slaap.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS | Aisa – Alins, 264km/4460hm

Aangezien ik op tijd in bed lag, staat de wekker om vier uur. Dertig minuten later zit het ontbijt erin en kan mijn dag beginnen. Tenminste, als ik uit het hostel kan komen, want alle deuren zitten op slot. Na wat gehannes achter de balie vind ik een sleutel en weet ik mezelf te bevrijden. Buiten is het koud en donker, direct gaat de weg omhoog en mijn verstijfde bovenbenen doen pijn. Tijdens de klim warmt mijn lijf op, maar de afdaling doet dit teniet.

Bij een tankstation brengt koffie het leven terug en de volgende uren rollen in een roes voorbij. Wetende dat ik in de achterhoede van de Trans Pyreneeën race rijd neem ik niet de moeite om naar Trackleaders te kijken. Eindelijk doemt er een wegrestaurant op, waar het menu bestaat uit friet, kip en worstjes. Ondanks de honger gooi ik mijn vegetarische principes nog niet de deur uit. Vanaf La Pobleta de Bellvei begint het volgende parcours, welke eindigt met een steile gravelafdaling, je zal maar 25 millimeter banden hebben. Nog zestig kilometer en 1500 meter klimmen naar de grens met Andorra, dat gaat vandaag niet meer lukken, maar Bas bijhalen wordt mijn doel. Op een terrasje in Sort komen we elkaar voor het eerst sinds de start tegen, we delen onze verhalen en maken een plan voor de avond. Als die klim naar Andorra niet gaat lukken, laten we dan proberen zo ver mogelijk te komen, het laatste dorpje en tevens onbemande checkpoint is Alins.

Eenmaal op weg zit ik al snel alleen, ik zie dat Bas mijn tempo niet bij kan houden en dat geeft mij moraal. Terwijl de zon ondergaat kruipen de kilometers voorbij over smaller wordende wegen. Alins blijkt een klein dorpje, maar met een Britse rijdster weet ik een B&B te vinden met vrije kamers.

BAS | Jaca – Alins, 240km/3.840hm

Ik word redelijk fris wakker, al doet er veel pijn. Eerder hoorde ik al een naaf ratelen op de gang. Kennelijk sliepen hier ook andere deelnemers. Het is koeltjes buiten, de eerste kilometers moet de motor op gang komen. Ik rijd langs een zielloos stuk tweebaans autoweg. Als ik sta te plassen word ik ingehaald door een andere deelnemer. Zonder af te spreken hoe, besluiten we samen op te rijden. We wisselen verhalen uit en de kilometers verlopen soepel. Na een stevige klim en een afdaling door een tunnel vinden we een dorpscafé dat al vroeg open is op deze zaterdagochtend. Dankbaar giet ik me vol met koffie en maak gebruik van een schone wc.

Hierna vordert de dag gestaag, er wordt veel geklommen en de temperatuur loopt op. Ik kijk eens op Trackleaders en zie dat Thomas nog steeds achter me zit. Ik had verwacht dat hij hier meer terrein op me zou goedmaken. Er volgen drie grotere beklimmingen. Terwijl de route omhoog loopt, heb ik voor het eerst tijdens de Trans pyreneeën race het gevoel dat mijn benen meewerken. Na een parcours volgt een stevige gravelafdaling van vier kilometer. Onderaan de afdaling zie ik dat Thomas dichtbij zit. Vanaf het dorpje Alins, dat niet zo heel ver meer lijkt, zou er een grote en zware klim naar Andorra zijn. Maar het is mij niet duidelijk of die klim ‘s nachts te doen is. Ruim voordat ik in Alins ben, besluit ik dat ik het zat ben om een onzichtbare Thomas voor te blijven en op een terras wacht ik hem op. Na een drankje rijden we samen door, maar mijn benen willen niet meer en ik kan Thomas totaal niet bijhouden op de licht stijgende helling. Het wordt kouder, ik voel me steeds slechter en Alins lijkt maar niet dichterbij te komen. Bij aankomst is Thomas bezig om een kamer te regelen, het enige hotel is vol. Ik plof op een stoel in het cafe en ben helemaal van de wereld, kan me nergens meer op focussen. In het appartementengebouw waar Thomas een kamer vindt, blijkt nog een bed vrij. Ik sleep mezelf ernaartoe. Dan breekt in mijn buik de pleuris uit en de rest van de nacht besteed ik met heen en weer lopen tussen mijn bed en het toilet.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS | Alins – Villefrance de Conflant, 177km/4240hm

De nacht verloopt alles behalve rustig, Bas wordt ziek en iedere wandeling naar de wc verstoort mijn slaap. Omdat er geen ontbijt is, pak ik een Clif bar om de dag te beginnen. De betonnen rijplaten van de beklimming gaan al snel over in gravel, het moet hier prachtig zijn, maar in het duister zijn het enkel de sterren die voor afleiding zorgen. Tegen de tijd dat het licht is, ben ik meer aan het lopen dan aan het fietsen, het pad is ruw en steil, lopen lijkt minder energie te kosten. De klim duurt eeuwig, maar het uitzicht op de 2300 meter hoge top is het waard. De grove gravel verandert direct in perfect asfalt en de koude afdaling naar CP2 kan beginnen. Die zit verstopt in een hostel en daar ontvang ik om tien uur ‘s ochtends mijn tweede stempel.

Na een degelijk ontbijt en koffie is de warmte terug in het lijf, tijd om verder te gaan. Direct begint een volgende klim, de twijfel over mijn route slaat toe. Voor het eerst overweeg ik om westwaarts te gaan en dus te scratchen, oftewel mezelf af te melden van verdere deelname aan de wedstrijd. Je naam wordt dan van de deelnemerslijst ‘gekrast’. Maar het uitzicht over de Pyreneeën is geweldig, het aantal taxfreeshops en casino’s in Andorra is daarentegen afschuwelijk. Eenmaal in Frankrijk na een vliegende afdaling, ga ik in oostelijke richting naar Cap de Creus.

Golvende wegen en een indrukwekkende zonsondergang vergezellen mij, het volgende parcours begint en ik kom Julien tegen, een jonge rijder uit Biarritz. De afdaling van de Col de Llosa staat bekend als spectaculair, voor mij gaat hij in de boeken als extreem koud. Ik stop totaal verkleumd en hongerig in Villefranche de Conflent, no way dat ik deze nacht buiten door wil brengen. Maar ieder restaurant gaat net dicht en ik kan niet meer de kracht opbrengen om verder te gaan. Met lokale hulp wordt een B&B gevonden, iets later loopt Julien binnen. Naast twee bedden weten we ook eten te regelen. Na een goed gesprek en een glas wijn wensen we elkaar een goede nacht en een goede race!

BAS| Alins – Porta, 101km/3.260hm

s’ Ochtends voel ik me nog slechter. Thomas is vroeg opgestaan om de klim naar Port de Cabus aan te pakken. Het lukt mij pas veel later om mezelf uit bed te hijsen. Na deze klim is CP2 en die gaat om twee uur ‘s middags dicht. Als ik die wil halen is er nog haast ook, maar in mijn huidige staat kan ik me er niet echt druk om maken. Ik strompel naar het dorpshotel en kijk of ik iets te eten kan krijgen. De waard in het café-restaurant heeft het te druk met een grote groep motorrijders en negeert me, na een half uur proberen er een bestelling tussendoor te drukken, besluit ik dat het genoeg is geweest. Dan maar niks eten.

Heel langzaam kruip ik omhoog naar de col. Om het half uur moet ik stoppen omdat mijn maag het niet houdt. Ik heb gelukkig een wc-rol meegepikt uit het hotel. Ik voel me ziek, koortsig en ellendig, toch is het zinvol hier omhoog te gaan. Zelfs als ik besluit te stoppen, dan is vanuit Andorra terugkeren naar de start een betere optie.

Drie uur nadat ik begon sta ik boven. Ik kan mijn geluk niet op, dit was een mega-obstakel! De afdaling is een welkome afleiding en ik haal met nog een uurtje marge CP2. Nog niet eerder ben ik bij een race in deze situatie geweest; strijden om de cut-off tijden van de CP’s te halen. De rest van de dag kruip ik over een paar grote klimmen door Andorra. Ik wil vandaag gewoon overleven en zo ver mogelijk komen, zo ver als überhaupt mogelijk is in deze staat. Rond elven beland ik in een Gites d’etappe in Frankrijk, kapot en moe. Ik ben de absurde lelijkheid van Pas de la Casa in het donker gepasseerd. De weg was mistig, regenachtig en stikken stikdonker, maar ik heb ook het gevoel dat het ergste van mijn lichamelijke klachten achter de rug is. De volgende CP is Cap de Creus aan de Middellandse Zee en die gaat morgen om vijf uur in de middag dicht. Dus de wekker staat op vijf uur ‘s ochtends, dat geeft me twaalf uur om zo’n 230 kilometer af te leggen.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS | Villefrance de Conflant – La Bastide, 263km/4140hm

Om vijf uur loop ik tegelijk met Julien naar beneden. Geen ontbijt, wel een paar yoghurtjes in de koelkast. Eenmaal buiten zijn we elkaar al snel kwijt, gelukkig rij ik graag alleen in het donker. Die uren in de ochtend worstel ik mezelf omhoog richting La Bastide, het is vanaf hier nog 110 kilometer en voornamelijk afdalen richting de Middellandse Zee. De hele ochtend kom ik snellere dames en heren tegen die alweer onderweg terug zijn. Iedere begroeting is een feest van herkenning, dit geeft moed. Vlak voor de Frans-Spaanse grens wordt er ontbeten met belegde broodjes en goede koffie. In Spanje trekt de wind aan en vlieg ik richting de cap, het lijkt hier wel een woestijn. Komoot heeft een prachtige, rustige route over gravelpaden gevonden. De laatste klim is pittig, maar de daaropvolgende wegen, door een versteend Dali-achtig landschap, zijn misschien wel de zwaarste tot nu toe. Rond Cap de Creus stormt het, ik heb moeite om op mijn fiets te blijven en moet de laatste kilometer lopen. Zelfs motorrijders vallen om en de Trans Pyreneeën race begint in een absurde beproeving te veranderen.

Na mijn stempel op het laatste checkpoint en een colaatje spring ik weer op de fiets. De wind zal de komende uren vooral tegenwerken, toch wil ik proberen om weer bij La Bastide in de buurt te komen. In de afdaling kom ik Bas tegen, hij kan CP3 nog halen! Met moeite weet ik in de wind twintig kilometer per uur te rijden, de tijd glijdt voorbij en de energie loopt langzaam uit mijn lijf. De route terug lijkt vele malen langer, maar eenmaal in Frankrijk, als het begint te schemeren, gaat de wind liggen. Na een vieze pizza spring ik in het donker weer op de fiets. Onderweg naar La Bastide kom ik Dan tegen, een Welshman die vertelt dat hij een goede bivi-spot boven op de berg weet. We fietsen samen omhoog, halen nog een paar rijders bij en komen uiteindelijk rond middernacht weer boven. De bivi-spot blijkt een half overdekte stenen constructie te zijn, iedereen maakt zijn kamp op en al snel slaap ik.

BAS | Porta – Céret, 312km/4.370hm

Ik druk mijn wekker twee keer weg, maak dan snel ontbijt en ga de duisternis in, door de uitlopers van de Pyreneeën en wat skigebieden in verval. Tegen het ochtendgloren begin ik aan een lange afdaling, de bergen baden in gouden ochtendlicht en mijn motivatie piekt. In een dorpje vind ik een bakkertje met heerlijke broodjes en een café met goede koffie en een wc.

Het parcours van La Bastide is prachtig en omdat het een in-n-out stuk is, kom ik veel deelnemers tegen die al de andere kant op gaan. Voor mijn gevoel ontvang ik veel blikken van medelijden. Checkpoint drie gaat om vijf uur dicht en het zal er om spannen. Vanaf de Frans-Spaanse grens is het vals plat omlaag met harde meewind, dus ik vlieg de juiste kant op het zo door gaat is er een piepkleine kans om het CP te halen. Het laatste stuk blijkt nog een pittige beklimming richting het havenplaatsje Cadaques. De moed zinkt in mijn schoenen.

In die beklimming kom ik Thomas tegen, hij ziet er fit uit. Ik heb haast, hij is aan het afdalen, dus er is geen tijd voor een praatje. Ik gebaar naar mijn horloge, het ziet eruit alsof hij zijn schouders ophaalt. Uiteindelijk doe ik bijna een uur over dat laatste stuk. Een uur waarin ik accepteer dat dit het einde is. Ik voel opluchting: ik hoef niet meer verder. Als ik kom aanrijden is de parkeerplaats leeg. Ik had niet verwacht nog een stempel te krijgen, maar dit voelt wel erg cru. Als ik om een hoekje van de vuurtoren rijd, zie ik iedereen zitten. Een vrijwilliger komt naar me toe, slaat me op de schouders en feliciteert me. Ik kijk hem aan alsof hij me in de zeik zit te nemen. Hij moet de verbazing op mijn gezicht zien en legt uit dat er twee cut-offtijden zijn gecommuniceerd en dat de laatste zal worden gerespecteerd

Het huilen staat me nader dan het lachen, moet ik toch door? Mijn motivatie is ver te zoeken, maar ik klim weer op de fiets. Terug over die kale berg en weer over die vlakte, nu met tegenwind. Bij een tankstation eet ik een broodje met een Oostenrijkse rijder en we drinken chocolademelk. We vragen het personeel om een foto te maken, de rauwe romantiek van ultraracing. Op de grens eet ik nog een burger met Jean-Silviu, een Hongaarse rijder. Ik wil absoluut Frankrijk nog bereiken, gezamenlijk boeken we een hotelkamer verderop in Céret. Uiteindelijk lig ik om twee uur in mijn bed. Een dag van een uur of twintig, maar wel meer dan driehonderd kilometer afgetikt.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS | La Bastide – Tarascon sur Ariege, 172km/3110hm

Tegen vijf uur word ik wakker en ik kijk een beetje verdwaasd om mij heen, iedereen is al onderweg. Vrij direct begint de afdaling en dan gaat het bijna fout, een auto stuurt de bocht te scherp in, ik moet door de greppel, waar mijn voorwiel een grote steen raakt. Ik weet overeind te blijven, maar voel direct dat er iets verkeerd is. Het stuur van mijn fiets is verschoven in de stuurpen en mijn remhendels staan flink naar beneden. Na een kwartier rommelen met een multitool concludeer ik dat mijn stuurpen vandaag niet loskomt, daarnaast begint mijn nek pijn te doen. Gelukkig kan je op zo’n moment maar een ding doen, doorfietsen.

In het dal kom ik Carlos tegen, hij heeft problemen met zijn gps en fietst de verkeerde kant op. We voelen ons een beetje de lamme en de blinde. Samen vinden we een koffietentje. Na de derde kop koffie zit mijn stuur nog niets beter en is Carlos alle routes definitief kwijt. Ik neem mijn zitpositie voor lief en neem afscheid van Carlos

Spoedig doemt de volgende beproeving op, de Col de Jau is een prachtige, gelijkmatige beklimming in een streek waar de tijd heeft stilgestaan. De benen voelen goed, mijn nek is echter stijf en mijn hoofd voelt zwaar. Omhoog fietsen gaat prima, ik hou mijn stuur vast op het rechte deel en kan mijn hoofd rechtop houden, in de afdaling moet je echter wel je remmen binnen handbereik hebben en mijn ogen op de weg richten wordt met de kilometer moeilijker. Opgeven komt meer dan eens langs in mijn gedachten, maar als ik hier opgeef moet ik nog steeds een slaapplek vinden.

Hongerig en chagrijnig weet ik niet echt te genieten van de prachtige, verstilde omgeving. Na een eeuwigheid kom ik eindelijk een bakker tegen die open is. Het lijkt hier wel een checkpoint, want zeven andere rijders zitten verspreid over het plein broodjes naar binnen te werken. In de eerstvolgende plaats boek ik een hotel en ik bied Matt aan om de kamer te delen. De laatste dertig kilometer is langs een drukke weg, snelheid heb ik niet meer, ik probeer de witte lijn op het asfalt te volgen. Een warme douche en een koude pizza maken de avond compleet, tijd voor een goede nacht.

BAS| Céret – Prades, 69km/1.340hm

Wat er in mijn maag zit, heeft zich een dagje rustig gehouden, maar is daarna op volle kracht teruggekomen. En nét als de vorige keer is mijn roommate in alle vroegte vertrokken, terwijl ik mijn bed niet uit kan komen. Ik raap mijn kleren van de vloer, sleep mezelf naar de ontbijtzaal en neem wat droge toast en slappe thee. Dan wandel ik naar buiten, haal Loperamide bij de apotheek en nog wat vers fruit en brood bij een supermarkt. Ik kruip omhoog en het duurt maar liefst vier uur om 1100 meter te klimmen. Ik voel me ellendig en vlieg van warm naar koud. Ik heb jeuk, op mijn armen zitten gekke muggenbulten. In de afdaling vallen mijn ogen een paar keer dicht. Ondanks de megadag gisteren heb ik vannacht geen oog dichtgedaan.

Ik ga op een bankje liggen en dommel weg. Als ik wakker word, ben ik nog erger van de kaart. Ik weet niet hoe laat het is, ik ben slaapdronken. En de bultjes zijn nu overal over mijn lichaam. Ik heb last van een insect, maar kan het niet thuisbrengen. Op mijn armen, in mijn gezicht, onder mijn koerspetje, overal zitten rijtjes met een soort dikke muggenbulten die verschrikkelijk jeuken. De situatie is zo absurd dat ik moet lachen en huilen tegelijk. Wat snel Google-werk levert een waarschijnlijke dader op: bedwantsen! Ik whatsapp Jean-Silviu of hij er ook last van heeft.

Ik begin aan de rest van de afdaling en besluit in het eerste dorp een hotel te boeken. Gelukkig vind ik een B&B langs de weg. De eigenaar behandelt me als een normaal persoon, ondanks dat ik me op dat moment een fietsende zombie voel. Jean-Silviu whatsappt dat hij niets heeft, maar ook dat hem was opgevallen dat in het hotel mijn kleren op de grond lagen en hij de zijne aan de kapstok had gehangen. Ik stap met al mijn kleren onder de douche, was mezelf goed, trek alles uit en zet gloeiend heet water op de berg met kleren. Thomas appt over zijn nekproblemen. Het klinkt alsof ook zijn lichaam dit niet veel langer gaat trekken. Ikzelf val om acht uur in een comateuze slaap. Ik heb vandaag nog geen zeventig kilometer gereden, dit kan zo niet langer.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS| Tarascon sur Ariege – Bagneres de Luchon, 149km/3050hm

s’ Ochtends staan er nog twee rijders hun fiets gereed te maken voor vertrek, het zijn Carlos en Kenzo. We begroeten elkaar, maar iedereen gaat vanaf de eerste klim zijn eigen weg. De ochtend begint druilerig en wordt al snel echt nat. Het regent hard, geen ideaal weer om het hooggebergte in te trekken.

Vandaag begin ik aan het laatste parcours, Le Grand Raid des Pyrenees is een beroemde route op de Trans Pyreneeën van ruim 500 kilometer over de grootste en bekendste col van dit gebergte. De Col de Porte en Col de Péguère staan als eerste op het programma. Zeiknat en flink koud weet ik beide beklimmingen te bedwingen. In de afdaling kom ik Matt, Carlos en Kenzo weer tegen. Iedereen blijkt zo zijn eigen problemen te hebben en we besluiten een stuk samen op te fietsen. In Saint Girons vinden we een fietsenwinkel en een supermarkt, we slaan een flinke hoeveelheid voedsel in en weten alle mechanische schade weer te fixen. Mijn fiets krijgt een nieuwe, kortere stuurpen en eindelijk kan ik weer normaal mijn stuur vasthouden.

We blijken bergop ongeveer even sterk te zijn en blijven bij elkaar in de buurt. Draften is verboden in dit soort races, dus we houden netjes afstand. Na Col de Portet d’Aspet en Col de Mente rolt ons viertal met flinke snelheid naar Bagnères de Luchon. Ik zou graag nog een colletje verder rijden, maar na de Peyresourde lijkt de kans op een hotel vrij klein. En in dit natte en koude weer heb ik weinig zin om buiten te slapen. Na een goede pizza en een koude douche heb ik moeite om in slaap te komen, zenuwen voor wat er morgen op het programma staat.

BAS | Prades – Saurat, 154km/3.080hm

Zo slecht ik me gisteren voelde, zoveel zonniger sta ik op. Veertien uur slaap heeft me goed gedaan. Ik inspecteer mijn kleding, maar je kan bedwantsen nauwelijks met het blote oog zien. Licht paranoïde trek ik mijn kleding aan. Ik heb geen keus, ik heb niets anders bij me. Ik rijd de hele dag over godverlaten wegen en kom echt maar een enkele persoon of auto tegen. Ik zit soms tegen mezelf te praten of tegen de koeien langs de weg. Gevoelsmatig zit ik niet meer in de Trans Pyreneeën race, alles in me staat in survival-stand. Zolang de route niet te veel stijgt gaat het nog wel redelijk. Dan kan ik mezelf op snelheid houden. Maar op het moment dat er geklommen wordt, voel ik hoe leeg mijn benen zijn.

De insectenbeten lijken niet meer toe te nemen, dus het voelt alsof die crisis onder controle is. Ik moet op de een of andere manier zorgen dat ik mezelf naar Biarritz sleep, liefst over de Trans Pyreneeën route, maar alle opties staan open. Aan het einde van de dag kom ik op terrein dat ik een beetje herken. Ik heb hier eerder deze zomer gefietst. Ik whatsapp Camille, een fotograaf die jarenlang de Transcontinental Race heeft gefotografeerd en veertig kilometer verderop langs de route woont. Of hij tussen Foix en Saurat een hostel weet. “Hier bij mij”, is het simpele antwoord dat ik terugkrijg. Ik bedenk me dat dit technisch gesproken valt onder hulp die wordt aangeboden en dat ik die dus mag aannemen. Thomas lijkt redelijk voortgang te boeken, maar deelt op de WhatsApp mee dat hij nog twee cols wil doen en dan buiten de route om terug gaat fietsen. Het sterkt mij in het idee dat het oké zou zijn als ik morgen de handdoek in de ring gooi. Realistisch gezien kom ik nooit meer op tijd bij de finish. Bij aankomst wacht Camille me op met een pot thee aan de keukentafel. Het voelt fijn om voor het eerst deze dag met iemand te spreken. Niet veel later lig ik in een bed. De bulten van de bedwantsen jeuken nog steeds verschrikkelijk.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS | Bagneres de Luchon – Laruns, 186km/5500hm

Tijdens het avondeten is er flink gediscussieerd over wat ons nog te wachten staat, iedereen is het erover eens dat binnen zeven dagen finishen amper meer mogelijk is. Doel wordt om voor de finishers party, vrijdagavond acht uur, binnen te zijn. Dit betekent wel dat ik een kleine 400 kilometer en 9000 hoogtemeters heb af te werken in de komende twee dagen, logisch dat we ruim voor vijf uur ‘s ochtends alweer buiten staan. De kortere stuurpen bevalt goed en ondanks dat mijn nek pijnlijk is, kan ik mijn hoofd weer redelijk omhooghouden. De regen van gisteren is verdwenen, het weer lijkt mooi vandaag en ik begin vol goede moed aan de eerste klim.

Het groepje valt uiteen op de flanken van de Peyresourde. De route verloopt over klassiekers: Col d’Azet, Hourquette d’Ancizan, Tourmalet, Col du Souloir en Col d’Aubisque. Maar ik ben voornamelijk alleen. Ik luister naar muziek om bij weg te dromen, Spinvis’ teksten lijken geschreven voor deze rit. De Tourmalet is zwaar, maar voelt als het hoogtepunt van de dag. De verbindingsweg van Souloir naar Aubisque maakt met een spectaculaire zonsondergang de dag compleet, de afdaling richting Saurat is koud en verraderlijk, maar kan mijn extase niet bekoelen. De vandaag gereden route op de Trans Pyreneeën blijkt een kopie te zijn van de beroemde route uit de Tour de France van 1910, tegenwoordig staat dit kunststukje bekend als The Circle of Death.

Eenmaal in het dorpje duik ik het eerste hotel in, scoor een kamer en bestel voor de verandering maar weer een pizza, ditmaal met een biertje om te vieren dat ik morgen Biarritz ga halen. Tijdens het diner komen Carlos en Matt binnenlopen, Kenzo blijkt een dorpje verder te zijn, dit begint een wedstrijd in een wedstrijd te worden…

BAS | Saurat – Biarritz, 324km/2.922hm

Camille hoort me rommelen als ik opsta. Ik krijg een knuffel en duik de motregen in. Col de Porte opklimmen gaat nog redelijk, maar ik heb niet goed naar de kaart en het hoogteprofiel gekeken. Al een paar honderd meter na de col begin je meteen aan de Péguère, een steile hufter met stukken tot achttien procent. Voor het eerst van mijn leven stap ik af om te hike-a-biken op asfalt. Na een korte opleving valt mijn motivatie weer weg. Ik bestudeer de route op mijn telefoon en geef mezelf tot Saint Girons, maar eigenlijk weet ik al wat mijn plan is. Saint Girons ligt aan de noordkant van de Pyreneeën, het ideale punt om uit te stappen en dan ten noorden van de bergen naar Biarritz te rijden. Thomas had ook gezegd dat hij nog een paar cols gaat doen en afstapt. Ik hoef me nergens voor te schamen, dit is oké. Op een terrasje drink ik koffie, dit was ’m, het is over. De opluchting die ik verwachtte, komt niet. Ik stuur een bericht naar de leiding van de Trans Pyreneeën race en scratch. Ik maak een nieuwe route, 260 kilometer naar Biarritz. Nog een heel stuk, misschien een paar uur slapen en dan morgen de rest.

Wat volgt is minder spannend dan de afgelopen dagen, maar de kilometers gaan snel. Van Thomas hoor ik in de loop van de dag dat hij toch is doorgereden. Mijn eerste reactie is dat ik me genaaid voel. We zouden toch allebei opgeven? Ik vind het verschrikkelijk dat ik me zo voel, maar ik kan het niet tegenhouden. Gelukkig duurt het maar even, dan ben ik blij en trots dat hij zijn groove weer heeft gevonden. Wel lijkt het me totaal onwaarschijnlijk dat hij de finish op tijd haalt. ’s Avonds rond elven ben ik in Pau. Terwijl ik snel een koffie neem bij McDonald’s realiseer ik me dat ik echt kapot ben. Ik reed net daarvoor langs een hotel en het ontstane plan om de nacht door te rijden gaat overboord. Maar dan blijkt het hotel volgeboekt. Tot mijn eigen verbazing gaat in mijn hoofd de knop om. Ik besluit door te rijden en zonder problemen stap ik op de fiets.

Gestaag kruipt Biarritz dichterbij. Een uur voor sluitingstijd, om vijf uur ’s ochtends, sta ik bij de finish. Enkele deelnemers zijn nog onderweg en een daarvan heeft kans op tijd binnen te komen. Na een minuut of tien vraagt iemand wat ik hier doe. Ik leg uit dat ik de hele nacht driehonderd kilometer heb doorgereden, weliswaar buiten de route om, om hier te zijn. Tot mijn teleurstelling is de reactie koeltjes. Later blijkt dat bij het scratchen je ‘dot’ ook van Trackleaders verdwijnt, dus niemand weet wat je doormaakt en alleen de actieve dots op de kaart tellen nog mee. Ik druip af naar het dichtstbijzijnde hotel, leeg en moe. De blijdschap dat ik het heb gehaald komt pas dagen later.

Transpyreneeën fietsen

THOMAS| Laruns – Biarritz, 196km/3460hm

Na de ontberingen en overwinningen van gisteren voelt vandaag als even naar huis fietsen, zeker omdat echt hoge beklimmingen niet meer op het programma staan. Maar dan nog, bijna 200 kilometer en ruim 3000 hoogtemeters is niet niks. De wetenschap dat ik, als alles goed gaat, morgen niet meer hoef te fietsen zorgt dat ik de tank volledig leegrij. Het gaat niet heel hard meer, maar ik stop amper en laat zowel Matt als Carlos direct achter. Mijn lunch bestaat uit alle restjes in mijn feedbag. De extreme inspanning gisteren blijkt halverwege deze laatste dag te veel, mijn nek begeeft het en mijn hoofd voelt zwaar. De laatste kilometers van iedere rit zijn zwaar, maar de laatste uren van deze Trans Pyrenees zijn een marteling. Ik sleep mezelf over de laatste klim, rol Frankrijk binnen en begin te beseffen dat ik moet genieten van wat ik aan het doen ben. Dat wat ik vorige week in het donker niet zag, probeer ik dit keer wel in mij op te nemen. Het achterland van Biarritz is prachtig en opeens sta ik voor de deur bij Capra Velo, het eindpunt. Bas onthaalt me met een biertje en een knuffel, ik krijg mijn laatste stempel en zoek een plekje in de schaduw tussen een paar andere rijders. Ik probeer mijn gedachten op een rij te krijgen, zonder succes.

BAS| Biarritz 0km/0hm

Rond twaalven word ik wakker. Koste wat kost wil ik bij de inmiddels gesloten finish staan als Thomas binnenkomt. Eerst ga ik langs een dokter. Hij denkt dat de steken inderdaad van bedwantsen zijn en geeft me zalf voor mijn schaafwonden. In meerdere etappes rijd ik langs de ontbijtzaal van een nabijgelegen hotel, een supermarkt en een cafeetje. Ik kan niet stoppen met eten. Als ik op de tracker zie dat Thomas er bijna is, haal ik een biertje bij het barretje naast de finish en wacht hem op, supertrots dat hij de Trans Pyreneeën race heeft uitgereden. Thomas is net als iedereen die binnenkomt moe, verward, een beetje suffig. Hij neemt het biertje graag in ontvangst en lacht een beetje schaapachtig. Man, we hebben het toch maar gedaan. Vanaf hier heen en weer naar de Middellandse Zee!

Materiaal

Transpyreneeën fietsen

Thomas rijdt op een stalen Lester, exact op maat gemaakt, met framenummer 13. Dit geluksnummer staat natuurlijk ondersteboven in het frame gegraveerd. Opgebouwd met 1×11 versnellingen, schijfremmen, degelijke wielen met 35 millimeter Schwalbe G-One Speed-banden en volledig intern bedrade dynamoverlichting inclusief USB-lader. De gebruikte tassen zijn een mix van Revelate, Apidura, Restrap en Alpkit. Gewicht van fiets en bagage, zonder eten of drinken: net onder de zeventien kilogram.

Transpyreneeën fietsen

Bas rijdt op een Salsa Cutthroat. Dezelfde bikepackracer die hij in 2018 bij de Silk Road Mountain Race inzette (zie Wielrenblad #4 2018). Voor de TPR zette hij er vrij brede banden zonder profiel op. Een 38/28 crankstel en 11-40 cassette bieden een mega-breed bereik. Een voorwiel met dynamo verzorgt stroom voor verlichting en USB. Frametassen zijn van Revelate. Achteraf was een meer op wielrennen gerichte fiets beter geweest, de route bevatte veel minder gravel dan verwacht.

Transpyreneeën fietsen

Bekijk de route hier.


Dit artikel komt uit Wielrenblad #5 2019(Nu slechts €6,95 ipv €9,95). Op de hoogte blijven van al het wielrennieuws? Abonneer je dan snel op WIELRENBLAD en volg ons op Facebook en Instagram!