Trippen door West-Australië

Begin september gingen Scott McKercher, Jaeger Stone en fotograaf Mathias Moerman voor één keer niet linksaf bij Northampton, maar rechtdoor, op zoek naar avontuur. Het blijkt een eyeopener. ‘Dit was de golf waar ik over dagdroom.’

Scott: Al ruim tien jaar was ik alleen nog maar linksaf gegaan. Een bocht naar links die leidt naar een van de beste wavespots ter wereld. Maar zoals op de bus van Ken Kesey en zijn Merry Band of Pranksters was geschreven, ging deze bus ‘Further’. De inspiratie om dit keer niet linksaf te slaan was een van de beste ‘surfontdekkingsreizen’ die ik ooit gemaakt heb. Dertien jaar geleden trokken we ook noordwaarts en kwamen we aan op een strand zonder enig idee te hebben waar we moesten zijn, om uiteindelijk onze weg te vinden en de meest epische omstandigheden te scoren. (Sindsdien hangt er aan de muur in mijn huiskamer een enorme panoramische foto van die trip, met een bottomturn op een dubbel masthoge golf; een voortdurende herinnering dat ik terug moet gaan.) Toen de swell destijds afnam, werden we door een lokale windsurfer meegenomen op zijn tinny, een klein aluminium bootje waarmee hij ons naar een van de vele outer reefs bracht. De golven waren klein die dag, maar de richting en de oriëntatie van het rif zorgden voor perfecte, cleane lijnen die zich om het rif vouwden.

Ik heb onlangs een kleine zodiac gekocht om mee te tow-foilen, een kleine surfmachine die niet te zwaar is om te trekken met mijn bus en gemakkelijk mee het strand op kan. En eerlijk is eerlijk: deze outside reefs zaten in mijn achterhoofd toen ik mijn zuurverdiende dollars op tafel gooide voor dat bootje. Dus toen er een mogelijkheid kwam om naar  het noorden te gaan, en Jaeger en Mathias ook in staat waren om de trek te maken, drong ik erop aan om further te gaan, omdat het zo lang geleden was dat ik er voor het laatst was geweest en het kleine rubberen eendje ons in staat zou kunnen stellen letterlijk verder te gaan. De boys uitten nog enige bezorgdheid door te zeggen dat ze misschien toch liever ‘links’ wilden gaan, maar een paar goede scheldwoorden en een kleine portie FOMO was uiteindelijk genoeg om ze over de streep te trekken.

Mathias: ‘Gaan we?’ Dit was de vraag die we stelden in onze WhatsApp-groep genaamd frothers. Uiteindelijk was het Scott die belde. ‘Kom op gasten, we doen altijd Northampton,’ zei hij, ‘laten we eens iets anders proberen.’ Iets anders was het zeker. Ik had er net een 24-uurs dienst opzitten bij de brandweer en Jaeger wachtte bij mij thuis om de lange weg van Geraldton naar het noorden te beginnen. Scott was eerder die dag vanaf Margaret River vertrokken met zijn boot achter zijn bus, als alles meezat zouden we ongeveer op hetzelfde moment aankomen. Toen we vertrokken voelde het echt stormachtig, met een behoorlijk winterfront,  sterke onshore wind en ijskoude temperaturen. Of nou ja, niet echt ijskoud, maar koud genoeg om een lange broek aan te trekken. We reden langs Northampton en wisten dat onze vaste spot aan zou zijn. Het is niet makkelijk om naar het onbekende te rijden, zeker niet voorbij een break waarvan je weet dat hij helemaal losgaat.

Tegen middernacht hadden Jaeger en ik er genoeg van. We hadden een uur of acht naar Parkway Drive geluisterd, een dozijn kangoeroes ontweken en waren behoorlijk uitgeput. Door blijven rijden zou iets te veel van het goede zijn dus we stuurden de auto naar een parkeerplaats langs de weg, rolden onze swags (éénpersoonstentje met ingebouwde matras, red.) uit en probeerden wat te slapen.

Wat we ons niet realiseerden was dat deze parkeerplaats aan de weg behalve ons twee ook een aantal van de meest luide insecten ter wereld huisvestte. Bij het ochtendgloren hadden we er allebei genoeg van, en terwijl we half slaapdronken de boel oppakten realiseerden we ons dat we onze bedden op ongeveer anderhalve meter van de ‘long drop dunny’ hadden uitgerold. Geen wonder dat die krekels zo hard aan het tsjirpen waren… Happy crickets, feeding on crap. Toen we vier uur later aankwamen in Coral Bay was Scott er al, fris als een hoentje na een nacht in zijn queen size-bed achterin zijn verlengde, verhoogde bus. Oh, de jaloezie! Een nacht slapen in wat praktisch voor een toilet door had kunnen gaan had mijn kijk op busjes volledig veranderd. Sign me up!

Jaeger: Toen we aankwamen was ik verbaasd om te zien hoe ver de spot van het strand af lag. Ik wist dat het ver was, maar niet zo ver. Je kon de golven net zien breken, maar het was toch zeker een kilometer of drie uit de kust. Scotts boot lag al in het water en terwijl we met onze boards
onder onze arm naar beneden liepen vroegen twee meisjes of Matt en ik naar de break toe gingen peddelen… een gemiste kans om als helden voor de dag te komen door zonder blikken of blozen ‘ja’ te zeggen. Eenmaal op open zee kon ik nauwelijks geloven hoe perfect de setting was. Ik wist gelijk dat ik er alles aan zou doen om hier in de toekomst terug te komen. Het kostte me één à twee golven om mijn timing, de snelheid en de kracht van de golf door te krijgen, en toen dat eenmaal zo was viel de lange tocht met Parkway Drive op repeat en het slapen naast de plee met een stel opgefokte krekels in één keer van me af. Dit was de golf waar ik over dagdroom. Een perfect gevormde, snelle, krachtige, cleane roller. Het meest fantastische was de manier waarop je hem kon rijden: downthe-line, maar zonder te hoeven racen of keihard rechtdoor te gaan om secties te ontlopen. Deze korte, scherpe en snelle golf liet drie heerlijke turns toe, volledig top-to-bottom; iets wat ik niet eerder had meegemaakt.

Scott: Ergens rond 1987, voordat ik en Mike Galvin op onze inaugurele reis naar het noorden gingen, liet iemand ons wat beeldmateriaal zien van eerdere baanbrekende West-Australische wave sailors. Ze waren in hetzelfde gebied als wij maar konden niet surfen vanwege een grote tijgerhaai die door de line-up zwom. Omdat ze hun stalker beu waren, zetten ze een drum line op waarmee ze het beest vingen, iets wat vandaag de dag uiteraard niet zomaar meer zou gebeuren. Eenmaal op het strand gesleept bleek de haai langer dan hun verlengde 4×4 Mitsubishi Pajero… Met de boot uit het water en een biertje in de hand was het een behoorlijk goed gevoel om deel te hebben uitgemaakt van Jaegers eerste sessie op deze spot en iedereen was uitgelaten op de rit terug naar de stad, zo’n 120 kilometer verderop. De volgende dag zou de swell nog wat toenemen en we waren vol verwachting over de avonturen die nog zouden komen. Omdat de spot wat verder naar het noorden ligt, is de hoeveelheid swell eigenlijk altijd een beetje een vraagteken. Een ander vraagteken is hoe ver de wind zal reiken. Voor de volgende dag, de dag van de swell, waren er veel vragen die beantwoord moesten worden, en vooralsnog was het gissen naar de antwoorden.

DAG 2

Scott: De swell kwam en tegen lunchtijd, toen de harde offshore wind enigszins was gaan liggen, ging ik het water op voor een paar golven op mijn SUP. Ik pakte een paar mooie exemplaren, tot het ineens verdacht rustig werd en de sets uitbleven. Was het omdat het hoog water was? Gewoon even een break? Dit was niet het enige wat me zorgen baarde. Het stuk kust waaraan we zaten is met recht speciaal te noemen. Waar wij te maken hadden met een inmiddels spiegelgladde zee (ook de wind was nu compleet weg) zagen we verder op zee een windlijn lopen. Of lopen… er zat geen beweging in. Na een tijdje nam ons ongeduld de overhand, en besloten we op onderzoek te gaan. Een kwartier rijden verderop vonden we jump-omstandigheden, goed voor 4,7. Maar… was de wind inmiddels niet ook gearriveerd op de spot waar we vandaan kwamen? We waren hier tenslotte niet gekomen om te springen. We reden terug en het antwoord op de vorige vraag was ‘nee’. Ik besloot om mijn SUP-foil klaar te maken terwijl Jaeger terug omhoog reed voor een jumpsessie. Helaas voor hem was het inmiddels eb geworden en waren de golven verdwenen. Toen hij terug was stond ik op het punt om te gaan foilen, tot ik merkte dat er een licht briesje opkwam. Ik verruilde mijn foil voor een crossover-SUP met wavezeil en Jaeger volgde me naar buiten. De wind was waarschijnlijk net hard genoeg om de spot op open zee te varen, maar het was te ver buiten en te veel gedoe om de boot nog te water te laten, dus we besloten het meeste te maken van de omstandigheden hier.

Het was eigenlijk best een leuke sessie, maar ergens bleef het knagen. De swell was gekomen en weer gegaan, en we hadden niet gevonden waar we voor gekomen waren. Het is moeilijk om teleurgesteld te zijn na een lekker potje varen, vooral als je op een veranda zit met een van de meest fantastische uitzichten die je je kan voorstellen, met een lekker koud biertje en de barbecue aan, maar toch: het gevoel dat we iets bijzonders hadden gemist bleef hangen. Het was niet onze schuld, het kwam gewoon net even niet samen. Er volgde wat overleg tussen de boys over wat te doen met werkverplichtingen voor de volgende dag, maar uiteindelijk besloten ze om er nog een dag aan vast te plakken, voor een laatste kans om de spot van de eerste dag te scoren.

DAG 3

Mathias: Toen we de derde dag opstonden, was de swell nog steeds present. Er stond echter een hardere offshore wind, met als gevolg dat de windlijn met southerlies wat achterbleef op open zee. Dit hoefde geen probleem te zijn; de spot was tenslotte een paar kilometer uit de kust, maar zeker weten deden we het niet. Scott en ik namen een kijkje om te zien hoe de spot erbij lag, maar zelfs verderop was er nog geen teken van die zo vurig gewenste zuidelijke wind.

Toen we de break bereikten viel op hoeveel 35 water er bewoog en we zagen een aantal dikke barrellende sets binnenrollen. Terwijl we rustig doorvoeren kwam er uit het niets een set opzetten, om te breken waar we net daarvoor hadden gevaren. ‘Kwamen we daar niet net langs?’ vroeg Scott met een grijns op zijn gezicht. ‘Yep’, zei ik, waarbij ik een kleine zucht van verlichting niet kon onderdrukken. We lachten om onze eigen sulligheid; het zou toch wel een lichte domper zijn geweest als we al na vijf minuten het noodradiobaken hadden moeten activeren. We pruttelden terug naar het strand en bespraken of we ergens anders zouden proberen te gaan surfen of wachten tot de wind op kwam zetten. We ‘ummm’-den en ‘eh’-den en besloten het nog even te geven. Als de dag van gisteren een goede graadmeter was, zouden we binnen een paar uur aan het varen zijn. Maar een paar uur later was er nog altijd geen teken van wind. Jaeger: Om niks te hoeven missen besloten we om half tien op het strand af te spreken. De vliegen en hitte besloten ook vroeg te komen… good company!

Ik doodde de tijd met het verkennen van het landschap en het volzweten van mijn wetsuit en werd er naarmate de tijd verstreek steeds zekerder van dat dit was hoe de hele dag zou verlopen. Maar alsof iemand een schakelaar had omgezet ging om 14.00 uur ineens de windmachine aan! Ik tuigde mijn 4,4 op en voer naar buiten. Na tien minuten was ik bij de break. De golven waren groot, sketchy en onvoorspelbaar; heel anders dan de eerste dag. Ik voelde me redelijk oncomfortabel, maar varen met Scotty haalt altijd het beste in me naar boven en ik nam een set wave om te beginnen, om gelijk tijdens de bottomturn over een stuk chop te stuiteren en maar net te ontsnappen aan een enorme wasgang. Dat was maar beter ook, want mijn reserve 370-mast was even daarvoor van de boot gevallen en lag inmiddels op de bodem van de oceaan. Die eerste mislukte golf hielp me om uit te vissen welke golven het rif niet op de juiste plaats zouden raken en vanaf dat moment had ik het gevoel dat alles volledig in sync was. Er waren zoveel golven die net als twee dagen eerder perfect waren, maar met meer risico en vooral: meer size. Ik was zo lekker aan het varen dat ik zo nu en dan hardop moest lachen aan het einde van de rit, gewoon omdat de golven me in staat stelden al mijn dagdromen uit te leven.

Scott: Met twee Matt’s in de boot taking one for the team – naast fotograaf Mathias had lokale windsurfer Matthew aangeboden om de boot te varen – waren het alleen Jaeger en ik op deze perfecte pointbreak, mijlenver op zee. De golf was heavy; te groot en breed om te golfsurfen, maar als windsurfer was dit geen probleem. De echt grote sets waren wat minder, ze lokten je naar binnen om vervolgens af te ronden en te verdwijnen. Het waren de medium golven die rechtsaf sloegen en netjes over het rif gingen Rechterpagina: Soms komen dagdromen uit om in perfectie te breken.

Jaeger had dit goed in de gaten en was aan het rippen. Elke keer als ik zijn kant op keek, hing hij ofwel ergens hoog in de lucht of trok hij een gigantische spray, met zijn vinnen diep in de lip gedrukt. Waar Jaeger helemaal in tune was met de golven had ik het zelf wat minder goed voor elkaar. Ik pakte de golven die te ver naar binnen rolden en daardoor minder fotogeniek waren, of juist de grotere, dikkere rollers die eenmaal aangekomen bij het rif toch niet zo hol braken. Ik was gewoon niet echt synchroon met de elementen, tot laat op de dag toen ik een golf vond die me van de binnenste peak naar de buitenste rand van het rif bracht. Het was een perfect gevormde bowl waar ik vol overtuiging mijn rails en vinnen in stak. Geen slide, maar gewoon een pure hack met rail en vinnen, heerlijk! Het was zo’n moment dat ik even vergat dat mijn lichaam het niet meer zo goed doet; heupprothese nummer twee aan de rechterkant geeft me behoorlijk wat last. Het is een strijd tussen het hoofd en het lichaam, waarbij de hersenen het lichaam steeds vaker tegenhouden en beletten om de lip op een bepaalde manier te benaderen, omdat de landing van een dikke aerial achteraf te veel pijn en stijfheid veroorzaakt. In dat opzicht was het kijken naar Jaeger een les in acceptatie. Het hoofd weet dondersgoed wat en hoe hij het doet, maar het lichaam zegt nee. Oh well, it is how it is. And it was still an absolute cracker of a day.

Mathias: Toen we terugkwamen op het strand, kwamen we erachter dat we precies twee koude biertjes hadden voor vier personen, niet iets waar je genoegen mee neemt na dit soort sessies. Dus gingen we op zoek naar een plek om te proosten en de foto’s door te nemen. Na 100 kilometer rijden kregen we wat we wilden. Ik heb Jaeger nog nooit een biertje zien adten, maar dit kwam aardig in de buurt, en terecht. Ondertussen had Scott zijn oog laten vallen op het rad van fortuin achter de bar. Voor 20 dollar mocht je een ruk aan het wiel geven, met de kans op een paar kleine rotbiertjes of de hoofdprijs van zes pints. Na een volle ronde te hebben gemaakt remde het rad ineens af, aarzelde op twee ‘middies’, om uiteindelijk met de hakken over de sloot – en onder luid gejuich – te eindigen op zes halve liters! Rozig van de sessie en de pinten bladerden we door de foto’s, af en toe een appje doorsturend naar Ben Severne, die de trip aan zich voorbij had moeten laten gaan omdat hij voor de vijfde keer in zes weken naar Europa was voor werk. Een goede shot FOMO voor de baas! Ik werd nog even keihard gedist omdat ik Scotts golf van de dag had gemist toen ik een portret van Jaeger bij de boot aan het schieten was, maar al snel namen de herinneringen het weer over en kon ook Scott erom lachen.

Wat een trip. Het gebrek aan slaap, de wind, onze zonverbrande gezichten, alles werd overstemd door een enorme dosis serotonine vermengd met wat pale ale. Op de rit terug naar huis vervingen we Parkway Drive door meer ontspannen muziek. Toen we eindelijk thuiskwamen had de winter plaatsgemaakt voor de zomer. De dagen die volgden voeren we op onze homespot Geraldton, in perfecte omstandigheden. Het seizoen 2019-2020 was begonnen, en hoe!

Mathias Moerman (33) komt uit België maar woont sinds 2006 in Australië. Na een surftrip down under en een jaartje ‘clocharen’ besloot hij zich te vestigen in Geraldton, waar hij tegenwoordig werkt als brandweerman. ‘Door de shifts die ik draai werk ik geen normale werkweek en blijft er veel tijd over voor trips in binnen- en buitenland. Toen ik een paar jaar terug met Ben Severne mee was naar een fotoshoot in Mauritius kwam het idee om zelf eens wat foto’s te schieten. Inmiddels haal ik er bijna evenveel plezier uit als het windsurfen zelf. Vooral het zwemmen is top; als er iemand voorbij je vliegt en een gave turn, air of jump doet, voelt het echt alsof je dat juist zelf gedaan hebt.’

Two Goat Media is een hobbyproject van Mathias Moerman en Ben Pallant. ‘Ben is al jaren bezig met fotografie, toen ik er ook mee begon besloten we onze krachten te bundelen. Ik focus me vooral op foto’s en video vanuit het water, Ben doet drone, strand en lifestyle stuff. De naam Two Goat Media komt voort uit onze liefde voor spots in het noorden van Australië, ook wel bekend als goat country. Goat is ook een wordplay en betekent Greatest Of All Time. Dat zijn we zeker niet, maar we doen ons best!’

Woord & beeld Mathias Moerman/Two Goat Media

Voor meer windsurf nieuws, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Motion en volg ons op Facebook en Instagram!