29-09-2021 - Wielrenblad, Nieuws, Leesvoer

Samen op met Anne-Marije Rook

Op de fiets ontstaan de beste gesprekken, vindt Joost-Jan Kool. Hij rijdt dan ook graag samen op met uiteenlopende mensen, al was dat deze keer praktisch gezien niet mogelijk. Toen hij na zijn Zoom-gesprek met Anne-Marije Rook naar de winkel in het dorp fietste, kreeg hij het benauwd. Het uur daarvoor was hij voor even op reis geweest. 

De fiets, de fiets en verder niet

Vanuit Portland (Oregon) trok ik de wildernis in. Mijlenver en nooit een meter vlak. De nacht viel, ik rolde mijn hangmat uit en voelde mij alleen op de wereld. Ongeveer zo speelde die reis in mijn hoofd. 

‘Goedemorgen’, zei Anne-Marije, zo’n 8.000 kilometer bij mij vandaan. Haar stem klonk helder alsof ze naast mij stond. ‘Of moet ik goedenavond zeggen?’ ‘Maakt niet uit’, zei ik, ‘Maar wat een gek idee!’ 

Een gedeeld moment, maar wel in twee totaal verschillende werelden. In Portland, waar Anne-Marije woont, was de ochtend nog maar net begonnen. Het begin van alweer een gruwelijk hete dag. Ik had de berichten erover met zorg gelezen. De thermische ramp die zich aan de westkust van de Verenigde Staten en Canada voltrok. In Lexmond hing de geur van avondeten al in de straat. Het einde van wederom een druilerige dag. 

‘Kan je nu wel fietsen?’, vroeg ik. ‘Alleen vroeg in de morgen’, antwoordde Anne-Marije, voormalig elite-wielrenner, nu fietscoach en wielerjournalist. En fietser. Dat vooral. Fietsen dekt de lading van alles wat Anne-Marije doet. Wie Anne-Marije Rook is.  

‘Mijn partner grapt weleens dat zij mijn tweede liefde is’, zei Anne-Marije. ‘En tot op zekere hoogte is dat ook zo. De fiets is mijn allergrootste liefde.’ 

Buitenaards wezen

In eerste instantie was er sprake van een voornamelijk functionele relatie. Geboren in Nederland was Anne-Marije vooral gewend om ‘even de fiets te pakken’. Op haar twaalfde vertrok Anne-Marije, in het spoor van haar vaders baan, uit Nederland. Via Duitsland ging het naar Idaho in de Verenigde Staten, waar ze op haar eerste schooldag ook gewoon op de fiets naar school ging. Dat bleek een levensgevaarlijke en daarom eenmalige onderneming te zijn. Geen fietspaden, maar langgerekte highways. Op school werd ze aangestaard alsof ze een buitenaards wezen was. Er was niet eens een fatsoenlijke plek om haar fiets te stallen. ‘Amerika kent geen fietscultuur zoals Nederland die kent. Hier is alles op de auto ingesteld.’  

Positieve uitzondering daarop vormt Portland, Oregon. Niet voor niets wordt de stad als fietshoofdstad van Amerika aangemerkt. Veel fietspaden in de stad en mooie routes tot ver daarbuiten. Op internet wordt Portland en zijn omliggende omgeving aangeprezen als een fietsparadijs. De mogelijkheden om er een fiets te huren zijn legio. Prachtige foto’s en reisverhalen onderstrepen al het voorgaande.  

Vervoersmiddel

‘Hoe ben je uiteindelijk in de wedstrijdsport terechtgekomen?’ ‘In eerste instantie was het nooit een doel om wedstrijden te gaan rijden. De fiets was gewoon mijn vervoermiddel, mijn auto. Ik fietste om onderweg te zijn. Zo af en toe deed ik dat met anderen, gewoon voor de lol. Maar tijdens dat soort tochten kreeg ik zo vaak de opmerking dat ik sterk was en wedstrijden moest gaan fietsen, dat ik het op een gegeven moment toch maar ben gaan proberen. Omdat het mij goed afging, werd het niveau waarop ik koerste steeds hoger. 

Het grappige is dat ik in Amerika echt ben gaan fietsen als sport. In Nederland en Duitsland speelde ik honkbal. In Nederland beoefende ik dus een echte Amerikaanse sport en in Amerika begon ik aan een Nederlandse sport. Tijdens de koersen werd ik trouwens vaak als Nederlander aangekondigd. Voor de internationalisering van de wielersport werden wedstrijd-organisatoren aangemoedigd verschillende nationaliteiten aan de start te krijgen.Vanwege mijn Nederlandse nationaliteit werd ik als Nederlandse renner op het wedstrijdformulier geplaatst. Tijdens wedstrijden riep de speaker dan dingen als: ‘All the way from the Netherlands… Anne-Marije Rook!’  

Zes fietsen

Uiteindelijk koerste Anne-Marije acht jaar lang op elite-niveau. In zeer uiteenlopende disciplines. Ze koerste op de weg, op de baan, reed cyclocrossen en marathons op de mountainbike. Die veelzijdigheid is altijd gebleven. Anne-Marije heeft maar liefst zes verschillende fietsen die ze in een week vrijwel allemaal gebruikt.  

‘Stel je voor dat we dit interview fietsend hadden afgewerkt, was er dan een favoriet rondje dat je met mij was gaan fietsen?’ ‘Ik heb niet een specifiek rondje dat ik het liefste rijd. Vanuit Portland zijn er heel veel mogelijkheden om te gaan fietsen. Op een minuut of twintig met de auto rijden vanuit de stad liggen prachtige mountainbikeroutes, en vanuit huis kan ik zo het bos in met mijn gravelfiets. Mijn wegfiets heb ik tijdelijk wat minder gebruikt vanwege een aanrijding waar ik onder meer een ernstige hersenschudding aan overhield. Maar de laatste tijd fiets ik ook weer vaker op de weg. Zo ben ik kort geleden naar mijn ouders in Idaho gefietst. Een tocht van 500 mijl. Ik koos daarbij voor de racefiets omdat dat sneller gaat.’  

‘Slaap je tijdens zo’n tocht dan in een tentje?’ ‘Tijdens de trip naar mijn ouders deed ik aan “creditcardcamping”, ofwel fietsen van hotel naar hotel. Maar vaak ook neem ik tijdens dit soort tochten een tentje of mijn hangmat mee. Dat vinden de thuisblijvers trouwens geen heel fijn idee.’ 

Totaal onvergelijkbaar

‘Waarom niet?’ ‘Mensen voelen zich sowieso al ongemakkelijk bij het idee dat een vrouw alleen reist. Daarnaast is de natuur hier echt de wildernis. In Amerika is alles zo groot. Er is heel veel ongerepte natuur. Je kunt van alles tegenkomen op de fiets. Poema’s, wolven, beren, totaal onvergelijkbaar met natuur in bijvoorbeeld Nederland. Dan fiets ik met de pepperspray binnen handbereik.’ 

De fiets, de fiets en verder niets. Dat bleek de meest passende weergave van Anne-Marije haar leven te zijn. Ik vroeg haar naar de invulling van haar coachpraktijk waarover ik op internet las. Anne-Marije vertelde dat ze mensen die graag willen gaan fietsen, maar geen idee hebben hoe, op weg helpt.  

‘En wat is dan jouw gouden tip?’ ‘Begin met naar je werk te fietsen. Die kilometers krijg je alvast cadeau. En heel belangrijk: draag geen onderbroek op de fiets!’  

‘Ha, ha!’ ‘Nee echt, serieus; je moest eens weten!’ 

Ongerepte wildernis

Ons gesprek was bijna voorbij. Ik treuzelde een beetje met het verbreken van de verbinding. Alsof ik de magie van het heel even meegenomen worden in een totaal andere wereld niet zomaar wilde verbreken. Anne-Marije vroeg hoe vaak ik zelf fietste. Ik antwoordde dat dat op dit moment heel vaak was, maar een stuk minder avontuurlijk. Met lichte gene dacht ik aan mijn rondjes door ons aangeharkte land, waar het zicht op de horizon vrijwel overal verstoord wordt door allerhande mensenwerk.

Eigenlijk is de enige overeenkomst tussen ons dat we een sport op twee wielen beoefenen. Ik vertelde Anne-Marije dat een van mijn rondjes langs de molens van Kinderdijk voert. Waarschijnlijk kende ze die wel. Ik zei dat er normaal gesproken heel veel toeristen komen. Anne-Marije zei dat wanneer ze in Nederland zou zijn om haar grootouders te bezoeken, ze mij graag wilde contacten als gids, voor een rondje over de dijken.  

‘Goed plan!’, zei ik. ‘En wanneer ik ooit in Oregon kom, wil ik jou als gids!’ 

Wild

Na ons afscheid nam mijn fantasie het over. Into the wild-achtige beelden vermengden zich met Anne-Marije haar verhaal. Ik dacht aan het boek Wild van Cheryl Strayed, een boek dat ik kortgeleden las en waarin een voettocht van 1600 kilometer over the Pacific Crest Trail van Mexico naar Canada wordt beschreven. Een onvoorstelbare reis. Niet alleen vanwege de afstand die Strayed aflegt, maar vooral vanwege de ongerepte wildernis waarin ze helemaal alleen verblijft. De gevaren die Strayed beschrijft, zijn waarschijnlijk ook de gevaren waaraan Anne-Marije wordt blootgesteld wanneer ze ergens in de wildernis tussen twee bomen in haar hangmat bungelt. Maar de schoonheid die Strayed beschrijft, ervaart Anne-Marije hoogstwaarschijnlijk ook.    

In Nederland viel de avond al vroeg. De zomer leek ongemerkt naar de herfst te zijn gegleden. Op mijn laptop googelde ik Portland-Oregon-fietsen. Vervolgens trok ik er digitaal op uit. In mijn bagage geen pepperspray en hangmat, maar een door Anne-Marije aangewakkerd verlangen naar vrijheid en avontuur, naar weidsheid en ongerepte natuur.

Tekst door Joost-Jan Kool

Foto’s door Ridenomi, Balint Havas en Anne-Marije Rook


Dit artikel staat in het gepubliceerde magazine: Wielrenblad #3 2021. Deze kun je bestellen in de Soul Webshop. Ook is het blad beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Wielrenblad!

 van