03-03-2009 - Surfen, Nieuws

Scoren in de Noordzee

Goede golven scoren in de Noordzee is geen gemakkelijke opgave. Natuurlijk zijn er de goede dagen die iedereen van mijlenver aan ziet komen, maar om de juiste dag of het juiste moment van de dag te kiezen moet je goed op de hoogte zijn. Met de nodige kennis en ervaring leer je de specifieke situatie per surfspot kennen en bij welke swell, getij en wind die loopt. Met de komst van internet is er een enorme hoeveelheid informatie tot onze beschikking die je kan helpen goede golven te scoren. Je moet echter wel weten waar te zoeken en hoe met die gegevens om te gaan. Neptunes is iemand die niet aan zee woont en dus graag wil weten waar hij aan toe is voor hij in de auto stapt. De afgelopen jaren heeft hij zich grondig verdiept in de materie en dagelijks geeft hij zijn golfvoorspellingen op Surfweer.nl. Speciaal voor 6 Surf Mag. heeft hij zijn ideeën en bevindingen van de afgelopen jaren op papier gezet. Dit verhaal is gebaseerd op zijn ervaring en krijgt daarom het predikaat unclassified. Hetzelfde predikaat dat de Amerikaanse Marine gebruikt voor haar swellforecasts om mogelijke klachten of schadeclaims voor te zijn.

 

 

 

 

In de regel zijn de golven die bij ons aankomen grofweg te verdelen in drie groepen of richtingen: zuidswell, noordswell en swell recht uit zee die is ontstaan door aanlandige wind. Zuidswell is er alleen bij harde wind uit zuid of zuidwest. Wanneer die wind wegvalt is er nog slechts een paar uur surf. De tweede soort swell is noordswell die ontstaat in het zeegebied 350 kilometer ten noorden van Nederland tot zelfs 2500 kilometer verderop (het zeegebied tussen Groenland en Spitsbergen). Een noordswell kan soms drie dagen reistijd nodig hebben om hier op onze stranden aan te komen en kan dagenlang aanhouden. Naast zuiden noordswell is er nog de westelijke swell die in een afstand tot 350 kilometer bij ons vandaan ontstaat. Een vrij krachtige wind uit west tot noordwest is meestal al genoeg voor een surfbare golf. Wanneer die wind wegvalt, blijven de golven echter nog wat langer komen dan bij zuidwestelijke swell het geval is.

 

 

 

 

 

Zuidswell
Golven uit zuid- of zuidwestelijke richting zijn in de regel eigenlijk alleen goed te surfen bij laagwater. Op Getij.nl kun je voor meerdere plekken in Nederland bekijken hoe het getij verloopt. Vanaf afgaand tij is de swell uit het zuiden te surfen en met laag water wordt het meestal pas echt mooi. Vooral spots met strekdammen werken erg goed bij zuidswell. Bij veel strekdammen ontstaat er dan namelijk een soort van pointbreak met iedere keer dezelfde naar links brekende golf. Strekdammen liggen in Zuid-Holland tussen s-Gravenzande en Kijkduin en in Noord- Holland vanaf Hargen aan Zee tot Den Helder. Gezien de grote verschillen in de geografische ligging van deze twee kustprovincies zijn deze niet met dezelfde windcondities te surfen. Zuid-Holland heeft een harde zuidwester nodig voor het ontstaan van golven. In Noord-Holland kan dan al bijna niet meer gesurft worden omdat zuidwestelijke wind veel rechter op de kust staat. De ideale windrichting voor zuidswell in Noord-Holland is dan ook puur zuid. Bovendien heb je in Noord-Holland minder wind nodig om een surfbare golf te vinden. Het komt vaak genoeg voor dat het overal in Nederland flat is, terwijl er in Noord-Holland wel een klein golfje loopt. Na laag water worden de golven bij strekdammen snel slechter. De stroming van het getij staat dan namelijk dezelfde kant op als de swellrichting (van zuid naar noord).

 

 

 

 

Noords well

Noordswell is verantwoordelijk voor goede en krachtige golven. Noordswell kan zowel uit de Noordzee zelf komen als van ver daarbuiten (van de Noorse Zee of Groenlandzee). Om surf te voorspellen kun je gebruik maken van een groot aantal websites die in tabelvorm voor de komende vijf dagen golfhoogte en -richting voorspellen. Voorbeelden hiervan zijn Magicseaweed.com en Windguru.cz. Groot nadeel is echter dat deze sites alleen de meest dominante swell laten zien. Zo kan het zijn dat er tachtig centimeter noordswell loopt en daarbij een vrij krachtige zuidelijke wind staat die één meter windswell genereert. Magicseaweed stuurt je dan niet naar het strand omdat de golfperiode van de één meter zuidswell te laag is voor kwalitatief goede golven. Toch kan het dan nog zeker de moeite waard zijn, zolang de noordswell maar blijft doorstaan. Het is dus aan te raden meer informatie in te winnen. Regelmatig de boeien aflezen op Actuelewaterdata.nl is een goede aanvulling op de bekende sites met surfforecasts. Maar om een paar dagen van te voren al geïnformeerd te zijn is het raadzaam de WW3 -swelldifferentiatie-kaartjes van FNMOC te bestuderen (www.fnmoc.navy.mil). Tot 72 uur vooruit zijn hier zowel de swellgolfhoogte, de windgolfhoogte, de verschillende golfperiodes als de gecombineerde golfhoogtes te bekijken. Een andere goede informatiebron is de isobarenweerkaart, waarbij je eigenlijk alleen hoeft te letten op de weersystemen in de Noordzee, de Noorse Zee en het zeegebied tot aan de Noordpool. Niet alle weerinstituten tekenen de lagedrukgebieden bovenin de Noorse Zee. En dat is jammer, want een 950Hpa diep lagedrukgebied kan drie dagen later voor een meter hoge branding zorgen. Voorwaarde is wel dat het in de tussenliggende tijd op de Noordzee niet al te hard waait.

 

Noordswell die in de Noordzee zelf is geproduceerd, is het moeilijkst te voorspellen. Het lagedrukgebied hoeft niet per se diep en uitgesproken te zijn. Zo lag er afgelopen zomer in de nacht van 19 op 20 augustus een laag van weinig betekenis (1002 hPa) voor een korte tijd middenin de Noordzee. Aan de westkant stond een noordelijke wind van zes tot zeven beaufort. Maandag 20 augustus kwam de swell in de loop van de dag aan en omdat er verder geen wind stond waren de condities buitengewoon goed. Een van de beste dagen van 2007.

 

Noordelijke swell die in de Noordzee zelf is geproduceerd, is in de regel van kortere duur, maar heeft vaak wel meer kracht en hoogte. Vooral swell die in de westelijke Noordzee wordt aangemaakt, aan de oostkant van Engeland, is er één om in de gaten te houden. Deze swell bereikt alle delen van de westkust, inclusief België. Swell die niet in de Noordzee zelf is ontstaan, bereikt België en Zeeland maar zelden, terwijl het op de Wadden dan juist uitgesproken goed kan worden.

 

 

 

 

 

Op de dag zelf
Dagen van te voren de surf voorspellen is een, maar op de dag zelf beslissen om te gaan is een heel ander verhaal. Toen er nog geen internet was had je eigenlijk alleen telefoon en teletekst om je te laten informeren over de condities op het strand. En nog steeds zijn deze twee heel bruikbaar. Hoe meer vrienden je een live-verslag kunnen geven, hoe beter. Daarnaast geeft teletekstpagina 707 nog altijd gedetailleerde windvoorspelling en beschrijft het de verwachte weersituatie inclusief warm- en koufronten et cetera. Dit kan handig zijn om te bepalen of er een abrupte verandering in de wind te verwachten is.

 

De website Actuelewaterdata.nl zou bijna al genoeg kunnen zijn om te besluiten om te gaan of juist niet. Op de site vind je een stortvloed aan informatie over golven, wind, getij, temperatuur, stromingen enzovoorts. De belangrijkste hiervan zijn de wind- en golfgegevens die iedere tien minuten worden ververst. Als er noordelijke swell wordt verwacht, is er voor de kustprovincies Noord- en Zuid-Holland eigenlijk maar één boei die relevant is en dat is de boei bij de IJ-geul Munitiestortplaats. Je hebt hier maar liefst zes parameters om te bekijken.

 

De significante golfhoogte, is eigenlijk te algemeen en kun je net zo goed overslaan. De piekfrequentie zegt iets over hoeveel afstand er zit tussen de golven. Bij een piekfrequentie lager dan 150 mHz heb je meestal te maken met golven waar veel afstand tussen zit en dat is gunstig voor de kwaliteit van de surf. De piekfrequentie is voor een deel gerelateerd aan de golfperiode 30-500. Dit is de gemiddelde golfperiode van alle swellsoorten samen. Goed surfbare golven zijn er in de regel pas vanaf ongeveer vier seconden. Hoe hoger de golven, hoe hoger de periode. En ook als de swell van heel ver komt is de periode hoger. Een golfperiode van zes seconden is hoog en als daarbij de golfhoogte minimaal een halve meter is, kun je rijdbare golven verwachten. Komt de swell van buiten de Noordzee dan kan de golfperiode soms tot tien seconden gaan op de boeien. Bij weinig tijd zou je de bovenstaande informatie kunnen laten voor wat het is en direct door kunnen gaan naar de golfrichting en -hoogte die je echt allebei moet bekijken om een goed beeld te krijgen. De golfrichting (3 freq.) laat zien uit welke richtingen er golven komen en verdeelt deze in drie soorten. Een zuidelijke swell herken je aan een richting tussen de 180 en 240 graden. Noordswell zit tussen de 330 en 5 graden. Windswell uit het westen zit ongeveer tussen de 250 en 330 graden. Als het hard waait uit het noordoosten kunnen er ook golven ontstaan. Deze windswell zit tussen de 10 en de 70 graden. Pure oost- en zuidoostswells brengen bij ons nimmer golven, maar worden weergegeven met een golfrichting tussen de 80 en de 160 graden.

De golfhoogte (3 freq.) toont van iedere golfsoort de bijbehorende hoogte. Deze verdeling zou je ook kunnen leggen op het eerder gemaakte onderscheid tussen zuidswell, westswell en noordswell. De rode lijn geeft de hoogte van de gecombineerde swellsoorten (30-500 mHz) en is gelijk aan de significante golfhoogte. Het is een goede indicatie voor windswell. Omdat elke golfbeweging al vanaf 30 mHz wordt meegenomen, zal de rode lijn als eerste stijgen op het moment dat het gaat waaien. De golfhoogte (100-200 mHz) laat de middellange periode deining zien (de groene lijn). Over het algemeen is dat deining die niet heel ver bij ons vandaan is gevormd door wind. Als derde wordt de golfhoogte 30-100 mHz weergegeven met de blauwe lijn. Dit is altijd noordswell, tenzij het heel hard stormt want ook dan laat de blauwe lijn wel eens een flinke stijging zien.

 

Met de verschillende golfhoogtefrequenties kun je bepalen of er wellicht twee soorten swell door elkaar lopen, bijvoorbeeld een zuidelijke en een noordelijke swell. Of windgolven uit noordelijke richting met ineens een binnenkomende noordelijke swell, zoals in het hier afgebeelde voorbeeld. Bij een combinatie van zuid- en noordswell is meestal de zuidelijke swell hoger dan de noordelijke swell. Websites als Magicseaweed. com zijn dan misleidend want die laten alleen de hoogste swellsoort zien en die is niet van voldoende periode om een positief advies te geven. Wij surfers zien de blauwe lijn eigenlijk het liefst stijgen, want dit is echte onvervalste swell en komt bijna recht op ons af. Liever vijftig centimeter blauw dan 150 centimeter rood. Vijftig centimeter swell kan bij het juiste getij (meestal opkomend) voor een branding van één meter zorgen met krachtig brekende en holle golven. Anderhalve meter golfhoogte met een periode van minder dan vier seconden geeft daarentegen maar een branding van een halve meter die nog slap is ook. En als de richting van deze swellsoort zuidelijk is, zal het zelfs helemaal flat zijn.

 

Voor de kustregio’s Zeeland en België kun je beter gebruik maken van de Europlatform3-boei die dezelfde zes parameters heeft als hierboven beschreven. Daarnaast heeft Vlaanderen ook zijn eigen meetsysteem en de gegevens hiervan staan op Vlaamsehydrografie.be. Deze zijn echter lang niet zo gedetailleerd als die van Nederland. De Waddeneilanden hebben twee meetboeien die de moeite waard zijn om te bekijken. Verder is er nog de K13-boei die wat verder van de kust ligt, maar wel een goede indicatie geeft wat er de komende één tot drie uur gaat gebeuren langs de westkust in Noord- en Zuid-Holland. Als je daar de golfhoogte (30-100 mHz) ziet stijgen naar 75 centimeter en het waait verder niet, heb je nog voldoende tijd om een bak koffie te doen, je vrienden te bellen en naar het strand te gaan.

 

 

 

 

Wind

Met wind hebben we een haat-liefde-verhouding. Aan de ene kant is er veel wind nodig om golven op te bouwen, aan de andere kant kan de wind de surf volledig verpesten. Het enige wat je kunt doen is je er op voorbereiden. Er zijn meerdere factoren die bepalend zijn voor windsterkte en -richting. De belangrijkste zijn lage- en hogedruk, te herkennen op de weerkaart met de letters L en H. De lucht rondom een lagedrukgebied stroomt tegen de klok in, bij een hogedrukgebied staat de wind met de klok mee. Het is moeilijk om aan de hand van een isobarenkaart een precieze windverwachting te maken. Daarnaast worden weerkaarten ook alleen uitgegeven in tijdvakken van 6 tot 12 uur. Wij willen echter van uur tot uur weten wat de wind doet, want een uurtje in het water is al voldoende om een goede surfsessie te hebben. Over het algemeen kun je daarom beter gebruik maken van sites zoals Weeronline en Windguru. Ook op Actuelewaterdata. nl kun je terecht voor windgegevens. Deze zijn eenvoudig te interpreteren. Wind uit zuidelijke richting is 180 graden, oost 90 graden, noord 0 graden en west 270 graden.

Wat nog voor onaangename of juist aangename verrassingen kan zorgen, zijn de warmte-, kou-, kust- en occlusiefronten. Het overtrekken van een front zorgt meestal voor een verandering in zowel windrichting als -snelheid. Hier biedt teletekstpagina 707 uitkomst want die beschrijft de verwachte frontsystemen en hoe de wind in kracht en richting zal veranderen tijdens en na het overtrekken van een front. Op de website van de Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie vind je een goede uitleg over de wind bij deze fronten bij het menu Achtergrond en dan Weerbouwstenen.

 

Het getij
Door de bewegingen van aarde, maan en zon ontstaat het getij. De krachten van de maan zorgen ervoor dat het bij ons iedere twaalf uur en vijfentwintig minuten opnieuw hoogwater is. Dat betekent dat het in een dag bijna twee keer hoogwater wordt en twee keer laagwater. In de hele zuidelijke Noordzee geldt dat de stroming bij opkomend en hoogwater van zuid naar noord gaat en bij afgaand en laagwater van noord naar zuid. Vooral bij veel wind is het heel belangrijk om hier rekening mee te houden.

De vorm en de beweging van de aarde zorgen dat een van de hoog- en laagwaters op de dag meer uitgesproken is dan de andere. Een hoger hoogwater resulteert in meer stroming. Bij het laagste laagwater is er ook meer stroming. Bij zuidswell is het vaak zo dat dit extra goede golven geeft. Het ‘mindere’ laagwater heeft dan juist niet genoeg getijstroom die tegengesteld staat aan de windrichting. Tevens blijven de zandbanken vaak te diep

liggen, waardoor de golven niet krachtig genoeg breken. De aantrekkingskracht van de zon veroorzaakt iedere maand zelf ook nog voor een soort golfbeweging. Om de veertien dagen neemt het verschil tussen eb en vloed elke dag een paar centimeter toe of af. Oftewel, springtij en doodtij wisselen elkaar om de veertien dagen af en vallen twee tot drie dagen na volle maan en na nieuwe maan. Een voordeel van doodtij is dat de zandbanken bij hoogwater niet zo snel te diep komen te liggen. Een nadeel is echter dat laagwaters minder uitgesproken zijn en dit is met name ongunstig bij zuidswell. Een voordeel van springtij is het sneller opkomen van het water en deze stuwing kan heel tijdelijk voor hogere golven zorgen. Daarnaast wordt de swell bij hoger water minder afgeremd door de buitenste zandbanken. Dan moet er nog wel een bank liggen vooraan bij het strand om voor goede golven te zorgen en dat is lang niet overal het geval. Als het niet waait behoeft noordswell geen speciaal getij. Wel is het zo dat opkomend en midtij vaak het mooist zijn, omdat de banken er dan het beste voor liggen. Bij hoogwater liggen de zandbanken vaak te diep, wat resulteert in minder krachtige, niet goed doorlopende golven. Bij afgaand tij verbeteren de condities juist weer. Op een aantal spots in Nederland ontstaat er bij helemaal hoogwater een snelle holle shorebreak, maar dit is meer uitzondering dan regel. De getijstroom zorgt bij noordswell meestal voor geen problemen. Als het waait, kan het getij echter juist wel van grote invloed zijn. Vooral als de wind net als de swell uit het noorden komt. Bij wind harder dan noord vijf Beaufort is het dan eigenlijk alleen nog goed surfen bij opkomend tij en hoogwater. De getijstroom staat dan namelijk tegengesteld aan de swell- en windrichting. Eigenlijk hetzelfde principe als bij zuidwestswell waarbij deze tegenstelling ook nodig is. Is de swell noordelijk en komt de wind uit het zuiden of zuidwesten, dan is het getij weer minder belangrijk. Ook zijn er in Nederland en België een aantal plaatsen waar de stroming langs de kust wordt tegengehouden door langere strekdammen of havenhoofden. Hier gelden weer hele andere regels, voornamelijk die van surfetiquette en respect voor andere surfers.

 

Noordwestelijke windgolven komen recht uit zee, van een wind die pal op de kust staat. Hoe harder de wind, hoe hoger de golven. Als er verder geen noordelijke swell staat en het alleen maar waait, kan er eigenlijk bij elk getij wel gesurft worden. De wind maakt dat de golven er miserabel uitzien vanaf de kant. Bij helemaal hoogwater zijn de condities het best. Vlakbij de kant kan een holle golf ontstaan die zich niet al te veel laat beïnvloeden door de wind. Wanneer de wind gaat liggen, is de golfhoogte binnen vier uur gehalveerd, maar het kan nog steeds heel mooi zijn.

 

De beste manier om geïnformeerd te worden over het voorspelde getij is de website Getij.nl. Je kunt hier niet alleen de tijden van hoog- en laagwater terugvinden, maar ook het voorspelde getijverloop. Hier zie je dat de manier waarop het water van eb naar vloed gaat en andersom per plaats heel erg verschilt. Zo heeft Zuid- Holland bijvoorbeeld een hele lange laagwaterperiode, terwijl Noord-Holland juist een hele lange hoogwaterperiode heeft en zelf soms met dubbel hoogwater. Dat heeft soms voordelen, bijvoorbeeld bij noordswell, maar het is veel vaker een nadeel, vooral bij zuidswells. Met zuidelijke wind is het in Noord-Holland vaak heel precies plannen wanneer te gaan. Het beste is dan ook om al één tot twee uur voor laag tij te gaan. Te meer omdat de tegenstroom dan het meest gunstig is.

 

Samengevat

Onze Noordzee-golven mogen er zijn en zijn soms zelfs van een niveau als in Frankrijk of Portugal. Het probleem is echter dat de goede condities meestal maar een kort moment duren, soms zelfs maar een paar uur. Vaak waait het in Nederland vanuit dezelfde richting als de golven komen. Het beste moment is dan als de stroming van het getij tegengesteld staat aan de windrichting. Opkomend getij zorgt voor stroming richting het noorden en is dus ideaal bij golven uit het noorden. Afgaand getij zorgt voor stroming naar het zuiden en is bijna altijd nodig bij golven en wind uit het zuiden. Als het niet waait is er bijna altijd wel swell uit het noorden te verwachten. Of deze hoog genoeg is hangt niet eens zozeer af van de hoogte van de swell. De richting en golfperiode zijn hier net zo bepalend. Rijkswaterstaat biedt met de website Actuelewaterdata. nl de ideale mogelijkheid om uit te zoeken of het de moeite waard is om wel of niet te gaan. Ook als de branding een combinatie is van golven uit verschillende richtingen geven de meetboeien dit zeer gedetailleerd aan. Bijna net zo belangrijk als golfhoogte is de wind. De meetboeien van Actuelewaterdata. nl laten zien uit welke richting deze komt en met hoeveel beaufort. Om voorbereid te zijn op abrupte windveranderingen is het noodzaak te weten welke weersystemen van invloed zijn. Teletekstpagina 707 is daarbij het meest betrouwbaar.

Nederland is het enige land ter wereld waar surfers met zulke actuele en gedetailleerde informatie over golfhoogtes, -soorten en -richting worden voorgelicht. Wellicht was dit niet de opzet van de overheid, maar de investering is in ieder geval elke belastingcent waard geweest. Doe er je voordeel mee!

 

Tekst: Neptunes


Het hele verhaal kun je lezen in 6 Surf #1 2008, heb je deze nog niet?

Bestel hem via de SOULshop of word abonnee!


 van