Mechanisch vs. elektronisch: Shimano 105-groep vergeleken
Het is ondertussen alweer vijftien jaar geleden dat Shimano haar eerste elektronische groepset op de markt bracht: Dura-Ace 7970 Di2. Destijds was de high-end 10-speed groep baanbrekend, maar gek genoeg was het niet de eerste elektronische groep. In 1990 was SunTour de eerste die het (op een mountainbikegroep) toepaste, waarna Mavic in 1992 de elektronische Zap-groepset tijdens de Tour de France introduceerde. Daarna volgden nog een aantal verschillende groepen, maar geen enkele was een succes. Tot de Shimano Dura-Ace-groep in 2009, die het schakelen voorgoed veranderde.

Ondertussen is elektronisch schakelen niet meer weg te denken uit het wielrennen. In de professionele sport wordt er eigenlijk niet meer anders gebruikt; het is veelal lichter, sneller, en preciezer dan het mechanische schakelen. Shimano heeft ondertussen zelfs een elektronische Shimano 105-groep (Shimano Di2), waardoor het voor steeds meer mensen beschikbaar is. Maar lang niet iedereen is fan van elektronisch, en dat is vaak om goede redenen. Onderdelen vervangen is veelal duurder, je zit toch met accu’s die leeg kunnen raken en het schakelgevoel is heel anders. Tijd om de twee eens goed naast elkaar te leggen, en dat kunnen we natuurlijk het beste doen met de huidige Shimano 105-groep, die er is in zowel mechanische als elektronische uitvoering.
Overeenkomsten
Allereerst lijkt het ons goed om uit te lichten wat er bij beide groepen hetzelfde is, en dat is eigenlijk heel veel. In dit geval hebben beide groepen twee keer twaalf versnellingen, en zijn de voorbladen en cassettes hetzelfde en natuurlijk onderling uitwisselbaar. De hele crank is hetzelfde, evenals de hydraulische remklauwen en remschijven. Daarnaast is de manier van schakelen in principe hetzelfde: bij zowel mechanisch als Di2 schakel je met je rechtershifter de achterderailleur, en met je linkershifter de voorderailleur. Al zijn bij Shimano Di2 de knoppen natuurlijk handmatig in te stellen, mocht je het toch graag anders zien. Daarnaast valt de carbon Shimano C46-wielset officieel ook onder de 105-groep, die is vanzelfsprekend voorbeide varianten hetzelfde.

Prijs
Maar hoewel de groepen exact dezelfde functionaliteit hebben, zijn er toch de nodige verschillen. Wat voor veel mensen misschien wel het belangrijkste punt van aandacht is, dat is de prijs. De Shimano 105-groep staat immers bekend als een echte bang-for-your-buck groep. Door de trickle-down manier van werken bij Shimano heeft ie namelijk vrijwel alle functionaliteiten van de eerder uitgebrachte Dura-Ace-en Ultegra-groepsets, maar doorgebruik te maken van onder andere goedkopere materialen blijft de groep betaalbaar. Dus geen carbon remhendels of titanium boutjes, maar degelijk en betaalbaar materiaal. Dat geldt gelukkig voor de nieuwste mechanische versie, maar vanzelfsprekend is de Shimano Di2 een stukje duurder. Zo is de adviesverkoopprijs van de mechanische groepset 1.095,00 euro, terwijl de elektronische variant voor maar liefst 1.729,00 euro over de toonbank gaat, al liggen de daadwerkelijke winkelprijzen veelal lager.
Dat betekent ook dat sommige onderdelen duurder zijn. Als je altijd netjes en voorzichtig met je materiaal omgaat zal dat weinig problemen opleveren, maar mocht jij wel eens een derailleur kapot rijden dan zal een vervangend Di2-exemplaar een stukje meer kosten. Maar als je netjes met je materiaal omgaat dan is Shimano Di2 vaak goedkoper; je hoeft immers niet om de zoveel tijd nieuwe derailleurkabels te kopen en te (laten) installeren.

Vormgeving
Dit is iets wat je ongetwijfeld al wel eens is opgevallen als je een rondje in een fietsenwinkel hebt gedaan: de vormgeving van mechanisch en elektronisch verschilt aardig, met name qua remgrepen. Natuurlijk ogen de derailleurs ook wat anders, maar dat is vooral cosmetisch; bij de remgrepen heeft het daadwerkelijk gevolgen voor hoe comfortabel je op de fiets zit. De Di2-remgrepen zijn namelijk een stukje kleiner en smaller, en hebben een iets minder grote ‘kop’. Dat heeft te maken met hoe het schakelmechanisme werkt; bij elektronisch kan dit compacter gemaakt worden. Dit resulteert in shifters die best van elkaar verschillen, en is wat ons betreft zeker iets om rekening mee te houden.
Maar dat is niet het enige: de schakelknoppen op de shifters verschillen ook wezenlijk van elkaar. Bij elektronisch schakelen zijn het echte knoppen, waardoor je ze makkelijk indrukt en het schakelen vervolgens via het motortje op de derailleur gebeurt. De knopjes zijn makkelijk van elkaar te onderscheiden, maar met dikke handschoenen in de winter kan dit soms wat lastiger worden. Bij de mechanische variant druk je de knop of shifter verder door, omdat je met die beweging aan de kabel trekt, die vervolgens de derailleur verplaatst. Het voordeel hiervan is dat je iets meer gevoel hebt voor de derailleur en het schakelen, omdat je de spanning en de derailleur een beetje kan voelen.

Gewicht
Toegegeven, dit zal voor vrijwel niemand een dealbreaker zijn. De Shimano 105-groep is niet een groep die je aanschaft als je een fiets zo licht mogelijk wil opbouwen. Maar toch is het wat ons betreft wel belangrijk om te benoemen, er zit namelijk een verschil in het gewicht. En hoewel de voor-en achterderailleur van de Di2-variant zwaarder zijn dan z’n mechanische broertje, is het totaalgewicht van de elektronische variant toch lichter. Dat zit ‘m voornamelijk in de shifters, waar door het kleinere formaat en het ontbreken van een kabelmechanisme (en derailleurkabels) flink wat grammen worden bespaard. We hebben het alles bij elkaar over een gram of honderd in totaal, dus veel is het allerminst.
Onderhoud
Voor de mensen die hun fiets graag zelf onderhouden is dit een belangrijk punt van aandacht. Shimano 105-groep mechanisch staat namelijk nog te boek als ‘makkelijker zelf te onderhouden’, maar met de komst van interne bekabeling is dat niet meer zo vanzelfsprekend als voorheen. Waar je een derailleurkabel nog relatief makkelijk kan vervangen is het verwisselen van de behuizingskabel op een fiets met interne bekabeling al een heel ander verhaal; dat kost over het algemeen wat meer tijd en moeite. Het afstellen van mechanische derailleurs kan iedereen met een beetje moeite wel zelf; genoeg uitleg hierover te vinden op internet.
Wat ons betreft zijn de nieuwe Di2-groepen op hedendaagse frames toch een stuk gebruiksvriendelijker qua onderhoud. De derailleurs stel je in principe een keer af met de Shimano E-Tube-app, waarna het geheel soepel loopt. Het voordeel van het semi-draadloze systeem is dat er alleen nog een stroomkabel moet worden getrokken van de accu naar de voor-en achterderailleur, wat met een accu in de zadelpen geen hele spannende klus is. De shifters zijn voorzien van kleine batterijtjes die je makkelijk zelf kan vervangen, maar de shifters met een kabel aansluiten op de accu is eveneens mogelijk. Die accu zelf vervangen is over het algemeen een peulenschil, helemaal als ie in je zadelpen zit. En mocht je een derailleur kapot rijden, dan is een nieuwe installeren kinderspel: een kwestie van ‘m er goed op draaien, stekkertje er in, en even afstellen. Bijkomend voordeel is dat je geen derailleurkabels meer hoeft te vervangen; een vervelend klusje wat je normaal gesproken toch al snel elk jaar moet doen.


(Semi-)Synchronized Shift
Dit is een van de voordelen die je alleen bij Shimano Di2 hebt: het half-geautomatiseerd schakelen. Lang niet iedereen vindt het fijn, maar sommigen zweren erbij, en het is de moeite waard om eens te proberen. Synchronized Shift houdt in het kort het volgende in: het systeem bepaalt zelf op basis van hoe je met je achterderailleur schakelt, of ie op het buiten-of binnenblad moet. Dit betekent dat je in theorie alleen nog maar achter hoeft de schakelen; de voorderailleur denkt met je mee. Semi-Synchronized Shift verandert de stand van je achterderailleur als je met je voorderailleur schakelt om zo de stap tussen de versnellingen zo klein mogelijk maken.
Tot slot
Hoewel elektronisch schakelen duidelijk de toekomst heeft, is het niet zo dat het in elke situatie en voor iedereen de beste keuze is. Er zijn meerdere afwegingen te maken, waarbij onderhoud, comfort en prijs wat ons betreft de doorslaggevende factoren zijn. Maar het kan ook simpelweg afhangen van je use case wat het beste voor je is. Als jij wekenlang gaat bikepacken in dunbevolkte onherbergzame gebieden is mechanisch wellicht handiger, dan kom je immers nooit met een lege accu–al gaat ie zo’n duizend kilometer mee–te zitten. En mocht je een crosser opbouwen dan is mechanisch misschien wel net zo fijn; als je derailleur dan een tik krijgt is het vervangen weer een stuk goedkoper. Wat ons betreft is het ene systeem niet beter dan het andere; beide hebben voor-en nadelen. Toch zien we dat steeds meer groepsets alleen nog maar elektronisch verkrijgbaar zijn. Wat ons betreft is dit wel jammer; een verfijnde high-end mechanische groepset blijft voor de liefhebbers erg mooi.
Wil je meer van dit soort artikelen lezen en altijd up-to-date blijven? Abonneer je dan op Wielrenblad! Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom wielrenfietsen? Volg ons op Instagram en Facebook. Ontdek hier meer interessante blogs vol inspiratie en tips! Daarnaast hebben we een productguide met meer dan 200 wielrenfietsen, waarbij je wielrenfietsen kunt vergelijken op basis van jouw criteria. Klik hier om een kijkje te nemen!