SILVERLAND BEREIKT DE SAN BLAS-EILANDEN
Voorzichtig zeilen we met onze boot Silverland door het smalle kanaal het omringende rif van San Blas binnen. Ik sta op de uitkijk om te checken of de kaarten wel kloppen en we niet opeens per ongeluk op een ondiep stuk rif klappen. Naast me breken golven en voorzichtig varen we de passage door. Vrij wel onmiddellijk daarna zijn we in kalm water. Om ons heen zien we overal piepkleine tropische eilandjes, plukjes palmbomen met een strookje strand omringt door water in onwaarschijnlijk heldere tinten blauw. Mooier dan dit heb ik het gedurende de hele reis nog niet gezien!
Door: Marije den Breems
Groen gevaarte
‘Kijk nou, daar drijft een krokodil!’, roept Mathies op één van de eerste dagen ’s avonds. We moeten lachen en komen kijken. ‘Welnee, da’s een boomstam’, antwoord ik opgelucht. We hebben de hele middag gekite rond het eiland Salardup. Mathies heeft er gezwommen en Mare, onze hond, is naar de kant gezwommen vanaf de boot. Een krokodil in de baai lijkt me – zelfs achteraf – een eng idee. Mathies denkt er het zijne van en besluit de ‘boomstam’ in de gaten te houden. Een poosje later roept hij ons weer: ‘Het is wel een krokodil, kom maar kijken, ik zie ogen glinsteren in het licht!’ Mathies staat met een zaklamp op de ‘boomstam’ te schijnen en waarachtig, hij heeft gelijk! Twee ogen lichten vervaarlijk op. Onmiddellijk haalt Marco de grote schijnwerper en schijnt op de krokodil. Het is een fl ink beest, bijna drie meter lang. Hij loert naar de boot. Marco en onze crew springen in de dingy om hem van dichtbij te bekijken. Mathies moet op de zeilboot blijven. We hebben gasten aan boord en iedereen staat vol spanning naar het gebeuren te kijken. Zodra de jongens dichterbij komen duikt de krokodil onder, maar echt weg gaat hij niet. In het heldere water zien we de krokodil op vijf meter diepte op de bodem liggen.
Na een tijdje echter is het nieuwtje er af en gaan we verder waar we gebleven waren: borrelen en kletsen over de heerlijke dag waarop we gekite hebben in dit paradijs. Het water is vlakker dan vlak en heupdiep op veel plekken, ideaal om nieuwe tricks te leren. Launchen is even opletten op het smalle strookje strand: stuur je verkeerd, dan hangt je kite in de palmbomen. Maar zodra je kite veilig in de lucht hangt, is het werkelijk ‘heaven on earth’. Het 28 C° water is kristalhelder, onder je zie je roggen voorbij schieten en het koraal oplichten. De wind waait gemiddeld met zo’n 14 tot 16 knopen. Op het kleine eilandje staat één rieten indianenhut, waar een vriendelijke Kuna-familie eenvoudige maaltijden en koude drankjes serveert.
Het is paradijs, alleen die krokodil… dat blijft ongemakkelijk. Als Marco ’s nachts een plas doet vanaf het gangboord, plast hij per ongeluk op het griezelige beest. De krokodil is tot naast de boot gezwommen en ligt er zo’n beetje tegenaan te wachten tot de hond overboord valt. De volgende dag vertel ik opgewonden over de ontdekking van onze groene ‘vriend’ aan Lari, de eigenaar van het eilandje. Hij stelt me gerust. Overdag laat een krokodil zich nooit zien, ze zijn er bovendien haast nooit, alleen na zware regenval stromen ze mee de rivieren uit. En aangezien het de afgelopen weken nog fl ink geplensd heeft, is dat de reden dat de krokodil er was. Maar hij geeft me ook een waarschuwing: Ga ’s nachts niet zwemmen rond de boot; zéker de hond en Mathies niet!
La Cometa
We verkennen in de week die volgt het gebied en in de daarop volgende maanden kitesurfen en zeilen we met onze chartergasten in het hele gebied op de mooiste plekken. San Blas, of beter gezegd Kuna Yala, want zo noemen de indianen het, leent zich bij uitstek voor het charteren. Je kunt de archipel alleen met een boot bezoeken. Al onze gasten hebben een onvergetelijke tijd en nemen vaak met tranen in hun ogen afscheid. De Kuna-indianen zijn zeer vredelievende mensen: waar we ook komen, iedereen verwelkomt ons met een brede smile. Soms moet je een dollar of twee betalen om een eilandje te betreden, maar dat zijn dan altijd prachtig onderhouden eilandjes en we staan letterlijk bij de mensen in hun achtertuin. Niet alle eilanden zijn geschikt om te kitesurfen, maar veel wel. De Kuna’s zijn erg geïnteresseerd in onze sport: ‘Muy bien, la cometa! Me gusta mucho!’, zijn de enthousiaste reacties die we horen als we van het water komen. ‘Cometa’, wat een prachtige naam voor onze vlieger die hoog door de lucht vliegt!
Waanzinnige golven
Eén eiland springt er qua kitesurf mogelijkheden met stip uit: Chicimé. Het is een wat groter eiland met een breed zandstrand waar je veilig je kite kunt starten. Aan de aanlandige kant van het eiland ligt een brede lagune met spiegelvlak water, ideaal om te freestylen. Schuin achter het eiland is een diep kanaal tussen het omringende rif door en dat is de plek die juist deze spot zo bijzonder maakt. Hier breken waanzinnig mooie golven. In eerste instantie denken we dat het niet goed is om te waverijden, we zijn bang dat little Chicimé, het kleinere eilandje ervoor, de wind verstoort. De golven kunnen flink hoog zijn, regelmatig zo’n 3 meter, en er ligt een zeer ondiep rif voor de golven. Dit is niet de plek om je kite te crashen. Ik heb er wel al super lekker gegolfsurft, maar kitesurfen, dat durven we de eerste keren dus niet aan, totdat er op een ochtend opeens drie kiters aan het rippen zijn in de golven. Meteen sta ik op scherp: inpakken en gaan!
Eenmaal op het water neem ik het zekere voor het onzekere, ik kite via een kleine doorgang in de lagune naar open zee en in een ruime boog naar de golven. Marco volgt. Mathies speelt bij zijn indianenvrienden op het eiland. We hebben een kitesessie als nooit tevoren. De golven breken in mooie lange secties en de wind is schuinaflandig. Pas als de zon onder gaat, stoppen we. Ik kitesurf achter de anderen aan en ontdek dat het niet nodig is om helemaal om te varen: de wind valt niet weg in de buurt van het eiland. Na afloop kletsen we met de Panamese kiters. Ze kamperen in tenten op Chicimé en komen hier al jaren. Volgens hen is het de mooiste kitewave-spot van heel Panama: warm water, glassy golven, niet druk en een idyllisch eilandje. Ik kan niets anders doen dan het beamen: Kuna yala, ons paradijs, is nog paradijselijker na deze ontdekking. Nog een prettige bijkomstigheid: hier tref je geen krokodil rond de boot, maar wel regelmatig dolfijnen! Met name in de avond gaan ze op vissenjacht rond ons schip. Onze hond is zo enthousiast, dat ze in de dingy springt als de dolfijnen er zijn. Dan racet ze heen en weer over de rand, één keer springt ze zelfs in het water, net alsof ze ook mee wil jagen. Zo grappig!
Haaien en jungle
De passaatwind waait regelmatig maar niet de hele tijd, het waait gemiddeld zo’n vier dagen achtereen en dan weer zo’n drie á vier dagen niet. Op de windstille dagen liggen we vaak voor anker in Cayo Hollandes, een adembenemend mooie eilandengroep. Het snorkelen is hier het allermooist, er zwemmen veel grote vissen zoals baracuda’s, verschillende soorten roggen en nog spannender: haaien!
De eerste keer weet ik niet wat me overkomt. Gelukkig snorkel ik met een ervaren vriend die op bezoek is, een voormalig duikinstructeur in Maleisië. Hij ziet de haai het eerst, tikt me aan en wijst. Onder een blok koraal ligt een haai. Ik schrik me rot, maar hij stelt me gerust: een ongevaarlijke haai. We zweven voor het koraal en bekijken de haai, opeens zwemt hij weg en schiet langs me heen. Mijn hart slaat een paar slagen over. Later leer ik dat het nurse-sharks zijn en echt totaal ongevaarlijk. Het is zo vet om zo dichtbij deze beesten te zwemmen.
Op andere dagen maken we jungle-tochten. Helaas zien we geen wilde beesten (dieper in de jungle zitten wel panters, slangen en tapirs) maar we nemen wel een heerlijk verfrissende duik in een waterval en de terugtocht gaat door de rivier. En juist door deze terugtocht is ook deze jungletocht er één uit duizenden. We kunnen niet anders dan steeds weer beamen dat Kuna Yala ons blijft verrassen. Ook maak ik lange suptochten door de rivieren, onderweg tref ik gelukkig nooit een krokodil, maar wel aapjes en heel veel verschillende soorten bijzondere vogels.
Nog twee weken en dan gaan we deze bijzondere plek verlaten, als ik eraan denk voel ik mijn keel al dik worden. Het zal me zwaar vallen hier weg te gaan, maar we gaan door het Panama- kanaal de Pacifi c in en daar wacht Frans Polynesië op ons. En als er ergens op de wereld waanzinnige kitegolfsurfspots zijn, is het daar wel. En ook daar bieden we weer kitesurfreizen aan. Blijf ons volgen op www.sailing-silverland. nl en je weet precies waar we zijn en wat de mogelijkheden zijn om mee te zeilen en te kiten met ons. Hopelijk tot later op het water!
San Blas
Tegen de tijd dat je dit leest, hebben wij San Blas reeds achter ons gelaten. Wil je San Blas bezoeken, dan moet je op zoek naar een charterboot. Je kunt googlen op San Blas charters, er zijn verschillende. Ook is er de mogelijkheid een hut te huren op Chicimé. Of je kunt bij de indianen op little Chicimé in een hangmat slapen. Of je neemt kampeerspullen mee en kampeert op Salardup, Chicimé of Banedup. Er staan veel koepeltentjes in het weekend op deze eilandjes onder de palmbomen: de kampeerders hebben altijd hun eigen tent mee. Je kunt geen boodschappen doen op deze eilandjes, dus je moet eten wat ze serveren (meestal vis/rijst/bakbanaan). De Panamese kampeerders hebben altijd een koelbox vol eten en drinken bij zich. Je kunt zo’n trip zelf vanuit Panama-city regelen, echt iets voor avontuurlijke reizigers. Het windseizoen loopt van december tot mei. De passaatwind waait meestal uit het noordoosten, soms beetje meer oost-zuidoost. Alle kitesurfspots zijn met deze windrichting goed te bevaren. De verschillende spots zijn: Chicimé, Green-island, Salardup en Banedup. En dan zijn er nog wat eilandjes in de Coco Bandero Cays. De wind waait regelmatig, maar niet constant. Vooral januari en februari zijn windzekere maanden. Vliegtickets boek je het eenvoudigst via KLM of United Airlines. Charterboten San Blas: www.kitesurfcruises.com
Dit artikel is afkomstig uit de Access #2 van 2016. Dit nummer kunt u hier bestellen. Wil je niks meer missen op het gebied van Kitesurfen word dan abonnee!