Sneller fietsen: van aerodynamica tot comfort en gratis wattages

Het materiaal op orde hebben is een ding, maar daadwerkelijk sneller fietsen is andere koek. Natuurlijk helpt het juiste materiaal, maar uiteindelijk moet je het toch zelf doen. Merlijn Spenkelink gaat op zoek naar de marginale en minder marginale gainsom sneller te worden, waarbij het natuurlijk weer gaat over de houding, het frontaal oppervlak en materiaal, maar ook zeker over training en het fysiologische aspect van tijdrijden.

Een van de voornaamste factoren waar je winst kan behalen is je luchtweerstand. Dat wordt grotendeels bepaald door je frontale oppervlak, dus hoe kleiner dat is, hoe sneller je wordt. Zelfs als je maar dertig kilometer per uur rijdt is luchtweerstand al tachtig procent van de totale weerstand, dus dit is absoluut een gebied waar de gainsniet marginalzijn. Sneller fietsen begint dus bij het minimaliseren van je luchtweerstand. De luchtweerstand kan je meten in een windtunnel of via tests op een velodrome, maar beide methodes zijn vanzelfsprekend nogal duur. Er is ook een andere methode, namelijk je frontale oppervlak meten met behulp van een greenscreen. Deze methode –die oorspronkelijk door Bioracer is ontwikkeld –wordt onder andere toegepast door Toma Cycles in Kerkrad.

Gratis wattages

Toma Cycles is een begrip in het zuiden van het land. De Specialized-dealer heeft een mooie showroom, een goede werkplaats en verkoopt vanzelfsprekend ook veel losse onderdelen en kleding. Daarnaast is er het Toma Fitlab, voor onder andere Retül-bikefits en dus ook de aero-analyse. Dat de techniek hierachter bewezen is blijkt wel als Lars –eigenaar van Toma –vertelt dat er kort voor mij ook nog een flink aantal profs van het VolkerWessels Cycling Team langs zijn gekomen voor zo’n meting.

De aero-analyse werkt eigenlijk precies zoals je dat zou verwachten. Je tijdritfiets wordt voor een greenscreen op een trainer geplaatst, daarna wordt er recht voor je neus een camera neergezet. Op die manier wordt je frontale oppervlak gefilmd en kan je zelf meekijken op de computer. Desoftware laat zien hoe groot het oppervlak is, en bij welk wattage dat ongeveer welke snelheid oplevert. Het laat je bij aanpassingen ook zien hoeveel watt je wint of verliest, en dat is natuurlijk het belangrijkste: ik ben hier voor de gratis wattages.

Na de initiële meting komen we er al snel achter dat mijn houding reeds goed is; de Retül-bikefit die ik een tijd terug heb gedaan doet z’n werk zo te zien prima. Om te kijken waar er nog winst mogelijk is spelen we wat met de hoogte van de aerobars, en dehouding. Na een middagje puzzelen blijkt dat het iets langer maken van mijn houding helpt, helemaal in combinatie met mijn schouders ‘optrekken’. Dat laatste scheelt zo 15 tot 25 watt bij 45 kilometer per uur. Dat is een besparing van grofweg drie tot zeven procent, absoluut niet mis.

Comfort

Naast dat ik mezelf zo aerodynamisch mogelijk maak, probeer ik ook de puntjes op de i van de S-Works Shiv te zetten. Zo heb ik gekozen voor een Elite Crono-bidon en -houder. Tijdens tijdritten functioneert dit niet eens zozeer als echte bidon met houder, maar het maakt de fiets vooral nog een tikkeltje aerodynamischer.

Een ander interessant item op tijdritfietsen, dat zijn de TT-extensions. Deze worden tegenwoordig zelfs op maat gemaakt. Dit levert veel voordelen op. Vanzelfsprekend is het meer aerodynamisch, maar het is tevens een stuk comfortabeler, omdat veelal je hele arm wordt ondersteund. Hoewel dit natuurlijk prachtig materiaal is vond ik het voor mij als beginnend tijdrijder toch net iets te veel van het goede, maar naar dat beetje extra comfort was ik nog altijd wel op zoek. In die zoektocht kwam ik uit bij TriRig, die in verhouding hele lange armsteunen maken. Dit was voor mij het stukje dat nog ontbrak; de Open back carbon arm cups geven veel meer comfort, waardoor je minder beweegt, stabieler ligt, en uiteindelijk ook minder ‘vuile lucht’ hebt, wat je in theorie sneller maakt. Sneller fietsen is dus niet alleen een kwestie van hard trappen, maar ook van slimme keuzes in materiaal.

De praktijk

Natuurlijk zijn aerodynamica-tests en greenscreens niet voor iedereen weggelegd, maar als je thuis een trainer of rollerbank hebt staan kan je dit ook vrij makkelijk nabootsen. Je kan ‘m voor een spiegel neerzetten, maar nog beter is het om jezelf recht van voren te filmen (met je telefoon) in verschillende houdingen. Als je die beelden zelf analyseert en de houdingen naast elkaar zet kan je vaak al snel zien waar je frontaal oppervlak het kleinst is. Dit helpt natuurlijk niet alleen op de tijdritfiets maar eigenlijk op elk soort fiets. En vergeet niet hoeveel energie het kan besparen tijdens lange dagen in het zadel.

Dat geldt overigens ook voor een comfortabele houding en ondersteuning bij aerobars: comfort is simpelweg erg belangrijk, dus kies voor comfortabele ondersteuning, of je nu tijdritten of ultra’s doet. Want met meer comfort ga je vrijwel altijd sneller fietsen.

Tekst: Merlijn Spenkelink
Foto’s: Merlijn Spenkelink, Toma Cycles
, Patrick Dorré


Wil je meer van dit soort artikelen lezen en altijd up-to-date blijven? Abonneer je dan op SOUL Cycling Magazine! Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom wielrenfietsen? Volg ons op Instagram en Facebook. Ontdek hier meer interessante blogs vol inspiratie en tips! Wil je het gehele Wielrenblad #4 2024 bestellen klik hier!

 van