Splitboarden op de Reschenpass
Hoe steil zou de heling zijn waar ik me op bevind? Ik sta op een door mezelf geschopte traptrede te balanceren op een helling van vijftig misschien wel vijfenvijftig graden. Links en rechts zie ik rotsen, onder mij een couloir waarvoor ik de afgelopen twee uur omhoog ben geklauterd. Slechts twintig meter boven mij zie ik het eindpunt van de klim. Mijn rugzak is zwaar. Het werd te steil om te ‘splitten’ dus moesten we te voet verder en onze splitboards op de rugzak binden. Ik ben niet meer helemaal scherp, zweet me rot, snak naar water en ben bang. Ineens besef ik het me: bigmountain is toch echt andere koek.
Tekst & Foto’s: Michiel Rotgans
We gaan splitboarden op de Reschenpass in Italië. De crew bestaat naast mijzelf uit Bas Elhorst, Irian van Helfteren en Sanne Koeman. Het is begin februari en de Alpen zijn al een maand verstoken van een verse dump. In december ging het goed los met sneeuw, het lijkt wel alsof we daar nog steeds op aan het teren zijn. De gebruikelijke freerideroutes zijn inmiddels allemaal verspoord en wie poeder wil rijden zal daarvoor op eigen kracht omhoog moeten lopen. Irian, Bas, Sanne en ik gaan gewapend met een aantal splitboards richting de Reschenpass. Een klein onbekend Italiaans skigebied een half uurtje ten zuiden van het Oostenrijkse Landeck, net over de grens. Splitboarden is het equivalent van tourskiën, maar dan natuurlijk op een snowboard. Een splitboard kan je splitsen in twee delen, zodat je omhoog kan lopen als op tourski’s. Door een ingenieus systeem kan je de bindingen uit de snowboardstand halen en in de tourskimodus zetten. Omdat je onder de ski’s stijgvellen hebt zitten met allemaal kleine haartjes die als weerhaken werken op het sneeuwdek kan je al-leen maar vooruit lopen en glij je niet achteruit. Super efficiënt om mee omhoog te lopen. De Reschenpass is onder tourskiërs geen onbekende naam en ook wij gaan hier ons geluk beproeven, op zoek naar poeder.
Als je twee seizoenen achter je vriendje aan snowboadt rijd je misschien ook wel zulke lijnen als Sanne Koeman
Bij aankomst zijn we meteen flabbergasted wat ons hotel betreft. Niets geen authentieke Italiaanse kneuterigheid, Villa Waldkönigin is ons onderkomen voor de aankomende dagen. Het hotel is een gerenoveerd kasteel met daaraan een nieuw gebouwde vleugel, helemaal trendy en super hip. We krijgen er een beetje een ‘oldschool meets newschool’ gevoel van. De kamers zijn super strak afgewerkt met houten betimmering en in de kelder bevindt zich één van de mooiste spa’s die ik ooit gezien heb.
We staan op de parkeerplaats bij de lift, waar we Joseph ontmoeten. Een stereotype Oostenrijkse gids. Hij staat ons met zijn tourski’s over de schouder op te wachten en verbleekt al een beetje wanneer hij ons materiaal ziet. Dit behoeft even wat uitleg: tourskiën is al jaren reuze populair, alleen gelden er twee verschil- lende opvattingen over de discipline. Zo heb je de mensen die de berg oplopen om de top te halen. Een beetje hetzelfde idee als bij bergbeklimmers, ze krijgen een kick als ze op die top staan. Ze hebben vederlicht materiaal om zo efficiënt mogelijk omhoog te kunnen lopen en de afdaling nemen ze maar voor lief. En dan heb je de groep die dezelfde opvatting heeft als wij. De enige reden dat we omhoog lopen is omdat we aan het eind van de klim die super geile afdaling naar beneden willen boarden. Ons maakt het niet uit dat we op wat zwaarder materiaal naar boven lopen, we willen geen compromis sluiten voor de weg naar beneden. Joseph behoort tot de eerste groep, wij tot de tweede. Vandaar zijn verbleekte gezicht.
We pakken een stoeltjeslift die ons het gebied in brengt. Aangekomen bij het bergstation bouwen we de boards om naar ‘splitmodus’ en we gaan de poeder in. Het is mooi weer en we staan versteld van de snelheid en efficiëntie waarmee je door de poeder omhoog loopt. Er zijn nog twee tourskiërs mee die Joseph kennen en ondanks dat wij ons afvragen wat we met hun gezelschap moeten, lopen we door. De helling wordt te steil om recht omhoog te lopen, dus gaan we zigzaggend (traverserend) verder. Om van de éne traverse in de andere te komen moeten we ‘spitzkehren’. Een techniek die ik nog nooit gedaan had maar na een paar keer in een spagaat gezeten te hebben gaat het beter.
Heel Europa staat droog maar Irian van Helfteren horen we niet klagen
Irian en Bas zijn niet onbekend met het splitboarden. Ze verblijven allebei al heel wat seizoen in St. Anton met als enige doel: freeriden. Irian is het seizoen ervoor al afgestudeerd als snowboardgids en Bas is na een winter vol met opleidingsweken bijna klaar om ook een dergelijk diploma te halen. Tijdens die opleiding is splitboarden een belangrijk onderdeel en dat is aan de boys te zien. Je kan wel zeggen dat ik me extra veilig voel met zoveel bergkennis om mij heen.
Irian legt Joseph het doel van onze trip uit. Dat we een verhaal aan het schieten zijn voor een tijdschrift en mooie extreme lijnen willen beklimmen om vervolgens af te dalen en te fotograferen. “Wat voor terrein dan?”, vraagt Joseph. “Fels Durchsets Gelände”, antwoordt Irian. Wat zoveel betekent als een helling waar de stenen doorheen komen omdat het te steil is voor de sneeuw om er op te blijven liggen. Joseph brengt ons naar de uitloper van een mooie steile berg en nadat hij ons geïnformeerd heeft hoe je er omhoog moet klimmen wenst hij ons succes en hij gaat er vandoor met de twee tourskiërs. Ineens wordt het ons duidelijk, Joseph is van twee walletjes aan het snoepen en verdient vandaag gewoon het dubbele, wat een boefje!
Irian en Bas beklimmen de berg en nadat Sanne en ik ze uit het oog zijn verloren zien we ze later over een kam met de boards op hun rug omhoog lopen. Beiden hebben ze van tevoren al een lijn ingestudeerd en irian staat als eerste klaar om de zijne te droppen. Na heel wat zwaaien en schreeuwen door de vallei heeft Irian het idee dat ik wel klaar sta met mijn camera en ramt de helling op volle vaart af.
Irian doet een wedstrijd tegen de slurf die hij lost trapt. Eén-nul voor Irian
Hij aarzelt geen moment, zet zijn board recht naar beneden en zet een strakke lijn tussen de stenen door. Hij wordt achtervolgd door sluf maar is gelukkig snel genoeg, zodat het geen gevaar vormt. Bas is klaar en dropt ook zijn lijn in. Het stuk dat hij gekozen heeft leent zich meer voor vloeiende bochten dan voor extreme snelheden. Zijn afdaling is bovenal erg sierlijk, een genot voor het oog.
Inmiddels zijn we al halverwege de middag en besluiten we nog een piek te beklimmen. Halverwege slaat het weer om en duikt er ineens een storm op. Gelukkig had Joseph ons nog een hoogtekaart gegeven voordat hij er tussenuit kneep. Met man en macht proberen we de kaart in de wind te bedwingen zodat we een plan kunnen trekken. We besluiten om te keren en ik kan in één ruk alle geklommen meters van die dag afdalen. Na twintig minuten heerlijke poeder sta ik beneden. Ook al gaat dat omhoog lopen met een splitboard nog zo efficiënt, naar beneden gaat nog altijd honderd keer sneller. De volgende dag hebben we een andere gids, want Joseph was nu kennelijk niet in staat om twee groepen op één dag te begeleiden.
Ulli is een vriendelijke jonge vent en vindt het maar al te mooi om met ons op pad te zijn. “Eindelijk eens wat extreems!”, aldus Ulli. Vandaag gaan we naar een nieuwe berg, de Haideralm. Ook hier gaan we eerst met behulp van twee liften diep het gebied in voordat we de vellen onderbinden. We lopen door het dal van een vallei en zien links en rechts imponerende bergkammen met diverse couloirs en andere gekkigheid. Op een gegeven moment houden Bas en Irian op met lopen. Rechts van ons staat een super mooie couloir in het zonlicht te pronken. Volgens Ulli is deze goed te doen, we moeten omhoog door een couloir ernaast en we beginnen met klimmen. Al snel gaat het gewone splitten om in traverserend splitten. Elke traverse die we in de couloir stijgen wordt weer lastiger. Door de hellingshoek ligt er geen powder meer in het midden en moet je continu een harde plaat sneeuw halverwege je traverse oversteken. Uitglijden zou betekenen dat je een paar honderd meter doorglijdt het dal in, om nog maar te zwijgen over de stenen die je onderweg kan raken. Dit is het punt waar ik duizend euro over zou hebben voor een paar crampons. Waarom had ik die dingen in godsnaam niet gekocht voordat ik weg ging van huis? Stijgvellen houden je alleen tegen als je recht naar achter glijdt. Crampons geven je zijwaartse grip op hellingen als deze. Crampons zijn typisch van die dingen die je nooit gebruikt als je ze bij je hebt maar altijd nodig hebt zodra ze thuis liggen. Ook Sanne heeft een beetje moeite met het Atomic-splitboard, dat toch een maatje te groot is voor haar. We besluiten met z’n allen om op de helling te voet verder te gaan. De rest van de klim wordt uiteindelijk een behoorlijk avontuur, zoals je al in de inleiding hebt kunnen lezen.
En daar sta ik dan op een helling van vijftig tot vijfenvijftig procent. Bang dat ik mijn evenwicht verlies, honderden meters naar beneden glij en onderweg rotsen raak. Ik ben nooit een fan van helmen geweest maar ben zo blij dat ik er eentje draag. De gids is vooruit gegaan en heeft met zijn skischoenen traptreden geschopt in de keiharde laag sneeuw. De treden zijn alleen een beetje klein en er passen net aan twee tenen in.
Uiteindelijk kom ik boven, geen idee hoe, ik weet alleen dat het sketch was.
Ik kijk van bovenaf de couloir in waar we ruim twee uur voor geklommen hebben en tot mijn schrik is deze helemaal bedekt met schaduw. Tot zover de kans op een mooie zonnige plaat hier. ik volg Irian over een kam met afgronden links en rechts van me. Irian te voet en ik op handen en voeten. “Jezus wat voelt die gast zich relaxed in de bergen.” ik heb stiekem toch wel een beetje last van hoogtevrees. Ik kijk voorover een gat in en maak me klaar om een foto te schieten. Bas, Irian en Sanne denderen de couloir door. Wat een mooi gezicht en wat een avontuur. Ik dacht dat ik wel wat had meegemaakt in mijn redelijk lange snowboard- carrière, maar nu pas krijg ik door hoe extreem bigmountain echt is.
Na deze missie is het te laat voor een nieuw project en we besluiten naar het dal te gaan. Bij de auto kijken onze reguliere freerideboardjes, die in de achterbak liggen, ons liefkozend aan. “Zullen we nog even een rondje tussen de bomen knallen?”, vraagt Bas. Voordat we het weten zitten we in de lift omhoog. De treeruns op de Haideralm zijn goed en we rijden drie weken na een dump nog steeds verse sporen. Elke run smaakt naar een nieuwe en uiteindelijk weten we om één minuut voor het sluiten van de lift nog een laatste afdaling eruit te persen. “Zo fijn om nu even niet meer omhoog te lopen!”, roept Bas. We zijn het er allemaal mee eens. Splitboarden is te gek, maar ongecompliceerd poederrijden zonder zware rugtas is ook zeker leuk.
Wij dromen ervan, Bas Elhorst doet het…
Een nieuwe dag en we keren terug naar de Haideralm voor een plan dat we de dag ervoor al gesmeed hadden. Ditmaal worden we weer vergezeld door Joseph en hopen we dat hij ons niet weer in de steek zal laten. Volgens onze planning zou deze helling aan het eind van de dag nog wel in de zon liggen. Bas en Sanne zijn niet helemaal happy met de snowboardeigenschappen van hun splitboards en besluiten om met sneeuwschoenen en een normaal board op hun rug omhoog te gaan. De rest zet het board in split-modus en we pakken ons spoor van gister weer op. Tijdens het hiken zie ik aan Bas en Sanne dat sneeuwschoenen vele malen efficiënter lopen dan wanneer je gewoon op je softboots door de poeder hiked. Splitten gaat nog eens twee keer zo snel als sneeuwschoenen, dus is het tien keer zo handig als lopen. Met splitten maak je super snel hoogtemeters en dat is de kick er van!
Irian van Helfteren gaat door het oog van de naald
Joseph loopt inmiddels mijlenver vooruit en slaat linksaf om via een steile wand naar de top te komen. Vanaf het punt waar wij staan lijkt het voor Bas en Sanne veel eenvoudiger om rechtsaf te gaan en via een vlakkere omweg op hetzelfde punt uit te komen met hun sneeuwschoenen. Joseph is inmiddels te ver vooruit om dat te overleggen en we staan er versteld van hoe ver deze gids bij zijn groep vandaan gaat. Irian en ik volgen hem al splittend in zijn spoor. Ondanks dat deze klim ook weer eindigt in een heel steil stuk klauteren voel ik me door de ervaring van gister al veel meer op mijn gemak. Eenmaal boven zit Joseph te chillen met een kopje thee. Na vijf minuten zegt hij: “Jullie redden je wel, hé? ik ga even lunchen.” En weg is hij. Vol van verbazing zien we hem het dal in skiën. “Wat een mafkees!” inmiddels zien we Bas en Sanne in de verte een top beklimmen. Het enige probleem is dat je van die top nooit naar ons toe kan komen, die kam is gewoonweg onbegaanbaar. Via een hele steile helling moeten Bas en Sanne afdalen om in ons spoor uit te komen, Irian en ik staan er naar te kijken en maken ons zorgen. Wat is dat sketchy! Uiteindelijk begeleidt Bas Sanne veilig naar beneden en lopen ze via ons spoor omhoog. Eenmaal boven herenigd staan Irian en ik te koukleumen en zweten Bas en Sanne zich kapot. Bas vertelt: “ieder ander zou me niet zoveel uitmaken, maar zo extreem freeriden met je vriendin is echt niet leuk.” We weten niet precies wat zich op die helling heeft afgespeeld maar het was in ieder geval redelijk emotioneel. ik zou geen andere chick uit Nederland kennen die in staat is om zulke afdalingen te rijden, mijn respect voor Sanne stijgt met de minuut. Na nog even gezellig Joseph z’n manier van gidsen vervloekt te hebben klimmen we de resterende hoogtemeters en daarop volgt de mooiste afdaling van de trip. We dalen af door mooie egale poedervelden. Door minimale druk te geven op je plank vliegt de poeder meters de lucht in. Heel Europa is op zoek naar powder en wij zijn het nu aan het rijden. Onderweg schieten we nog een aantal foto’s. Al het harde werk tijdens de klim wordt nu beloond. Misschien smaken die afdaling daarom wel des te beter. We zijn stoked.