11-01-2022 - Wielrenblad, Nieuws, Leesvoer

Techniek: Hoe houd je de boel heel?

Je eigen fiets opbouwen of er zelf reparaties aan uitvoeren kan enorm leuk en kostenbesparend zijn. Maar door de grote verscheidenheid aan materiaalsoorten in een moderne fiets, is enige kennis van zaken geen overbodige luxe. Hoe voorkom je dat je kwetsbare (carbon) onderdelen beschadigt of de boel nooit meer los krijgt? 

Wanneer je een willekeurig fietsonderdeel in handen hebt zie je vaak rondom de boutjes een getal met Nm erachter staan. Nm betekent Newtonmeter en is de eenheid voor koppel, ook wel moment genoemd. Het is een eenheid om aan te duiden met welke kracht een bout of boutje aangedraaid mag worden. De marge die gegeven wordt is altijd leidend. Ga je meer kracht op de bout zetten dan kunnen er dingen stukgaan of beschadigd raken.

Neem als voorbeeld een zadelpenklem. Vaak zijn deze gemaakt van aluminium met een stalen boutje. Op de zadelpenklem staat een aanhaal-moment van bijvoorbeeld 6 Nm. Als we ons houden aan deze waarde blijft alles heel en zit de zadelpen goed gefixeerd in het frame. Maar zet je er meer spanning op dan kan het frame of de zadelpen beschadigen en het boutje van de zadelpenklem kan zelfs afbreken. Regel één is dus om je altijd aan de opgegeven aanhaal-momenten te houden. 

Momentsleutel 

Het meten van aanhaal-momenten doe je met een momentsleutel. Deze zijn tegenwoordig niet meer zo duur en een exemplaar mag eigenlijk niet meer ontbreken in je mancave. Let bij de aankoop van een momentsleutel op het bereik ervan. Een gemiddelde momentsleutel gaat van twee newtonmeter tot twintig newtonmeter. Dit is voldoende voor tachtig procent van alle fietsonderdelen. Als je ook je cassette, centerlock remschijven of crankstel met een momentsleutel wilt aanhalen kijk dan naar een exemplaar met een grotere range, want hiervoor is 40-50 Nm nodig. Let bij het aanschaffen ook goed op welke bitjes meegeleverd worden en of deze van goede kwaliteit zijn. Het hebben van keuze uit zowel inbus- als torx-bitjes is zeker aan te raden.

De fietsindustrie maakt langzaam maar zeker een koerswijziging van inbus naar torx, en niet zonder reden. Hoewel inbus zeker niet slecht is, heeft het ook zijn nadelen. Op een inbus-boutkop kan je minder kracht zetten en de kans is groter dat je de inbussleutel scheef in de bout zet, met als gevolg dat de kop beschadigd raakt. Dit maakt het moeilijker om later de inbusbout te verwijderen. Een torxkop heeft een groter raakvlak tussen de bout en het gereedschap, waardoor je de kracht veiliger kan overbrengen. Daarom een bonustip: vervang je inbusbouten door torxbouten waar het kan. 

Montagevet

Bij het aandraaien van een boutverbinding ontstaat er wrijving tussen de bout en het contradeel. Die wrijving is zo sterk dat de oxidelaag van de schroefdraad slijt. Hierdoor kunnen de bout en het contradeel zich ‘aan elkaar vast vreten’. Dit is de reden dat je altijd een likje vet op je boutjes moet doen voordat je ze monteert. 

De eisen die gesteld worden aan vet voor zo’n mechanische verbinding zijn minder hoog dan bijvoorbeeld voor lagervet. Het vet in een lager is gemaakt om jarenlang bestand te zijn tegen, onder andere, het opwarmen en afkoelen van het lager. Het vet bij een mechanische bevestiging heeft deze eigenschappen niet nodig en moet alleen maar zorgen dat een bout soepel in- en uitgedraaid kan worden. Maar ook dat de schroefdraad niet gaat roesten of, in het geval van aluminium, niet gaat oxideren. Vroeger werd er veel van kopervet gebruikgemaakt, maar die tijd hebben we achter ons gelaten. Kopervet is slecht voor de gezondheid en is nu vervangen door montagevet. 

Niet alleen schroefdraad moet worden voorzien van een laagje vet. Ook tussen twee klemmende onderdelen is het goed om montagevet aan te brengen, om zo roest of oxidatie te voorkomen en onderdelen makkelijker te kunnen monteren of demonteren. 

We kunnen bij het gebruik van moderne fietsonderdelen twee soorten verbindingen onderscheiden. De eerste is metaal op metaal, de tweede is carbon op carbon of metaal. In het geval van bijvoorbeeld de verbinding tussen een aluminium zadelpen en een frame van aluminium, kan je standaard-montagevet gebruiken. In het geval van een carbon zadelpen in combinatie met een aluminium (of carbon) frame, werkt standaard-montagevet niet. De reden is dat je op carbon minder moment mag zetten, om breuken te voorkomen. In dit geval betekent minder klemkracht bijvoorbeeld dat de zadelpen niet goed genoeg vastzit en dus kan ‘zakken’. In dit geval maak je gebruik van carbon-montagepasta met een korrel erin. Deze korrel zorgt voor extra grip en zo kan je dus met minder klemkracht toch een goede, vaste verbinding krijgen.

Tips en Tricks

  • Vervang de meest gangbare boutjes, zoals die in je stuurpen, zadelpen, remklauwen en bladboutjes door titanium exemplaren. Deze zijn veel stijver en gaan ook langer mee. Titanium oxideert net als aluminium ook, maar omdat titanium harder is dan aluminium heeft dit minder nadelige effecten. 
  • Stap ook over op (titanium) torx-boutjes. Deze kun je veel preciezer en krachtiger vastzetten en ze beschadigen minder snel. Maak altijd gebruik van een momentsleutel bij kritische onderdelen. Een versnellingskabel of bidonhouder kan uiteraard prima met een gewone inbusset worden vastgezet. 
  • Investeer in keramisch montagevet, deze blijft onder vochtige omstandigheden langer goed dan reguliere montagevetten. 
  • Bij een carbon zadelpen of een carbon stuurpen is het noodzakelijk om carbon-montagepasta te gebruiken. Deze pasta heeft kleine korreltjes in het vet zitten welke voor frictie zorgen. Daardoor zal je zadel.

Kruislingse methode 

Er zijn op de fiets een aantal punten waar twee of meerdere boutjes de componenten aan elkaar vastklemmen. Neem de voorplaat van een stuurpen, deze wordt vaak met vier boutjes gemonteerd. Gebruik in dit geval de kruislingse methode. Deze methode houdt in dat je niet eerst één boutje helemaal aanhaalt tot het gewenste moment, maar dat je juist langzaam de spanning per boutje opbouwt.

Begin bijvoorbeeld links onderin en draai deze bout licht aan. Pak dan het boutje schuin tegenover deze, oftewel rechtsboven. Ga daarna naar linksboven en als laatste rechtsonder. Herhaal deze stappen totdat je op alle vier de boutjes het gewenste aanhaalmoment hebt bereikt met behulp van een momentsleutel. Dit kunnen we ook doen met een bevestiging met maar twee boutjes, zoals bijvoorbeeld Shimano-cranks of een stuurpen op de vorkbuis. Bouw in dit geval de spanning ook langzaam verdeeld over de twee boutjes op tot het gewenste moment behaald is. 

techniek
Hoe houd je de boel heel techniek?
Hoe houd je de boel heel techniek?

Voor meer wielren nieuws, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Wielrenblad en volg ons op Facebook en Instagram!

 van