Test 2006: Peter Lynn Venom II
Als opvolger van de Venom is de Venom II nog steeds de perfecte alround freestylekite. Door de hoge draaisnelheid en veel lift kan je de bruutste kiteloops, handlepasses en extreme sprongen maken, aldus Peter Lynn.
Deze gifkikker van Peter Lynn is een zogenaamde twinskin kite. De Venom II ziet er strak uit. Het is weliswaar een foilkite, maar wel een zonder toming en een shape die ons bekend voorkomt van de C-shape kites. Het blijft natuurlijk een ander verhaal dan een infl atable. Zo is hij bijvoorbeeld voorzien van het zogenaamde no-pumpsysteem. Als je de rits onder de wingtip van de kite openzet, blaast de wind hem supersnel vol lucht. In de wingtips schuif je aluminium
stokjes, maar in tegenstelling tot vorig jaar zien die er in de Venom II robuust uit. Daarna is hij ready to go. Je kan binnenin de kite de draaisnelheid en upwindcapaciteit nog trimmen door een strap die door de hele kite loopt. Je moet even weten hoe je een twinskin moet oplaten, maar dat kan heel simpel en zonder hulp. Er zitten wat dat betreft net genoeg slimme hulpjes op de Venom II en je krijgt een instructie-DVD bij elke Peter Lynn.
In de lucht voelt de Venom II superstabiel. We krijgen hem gewoon niet voorover uit de lucht, zelfs niet als we keihard onder de kite door proberen te lopen. De bardruk is licht en je trekt de power makkelijk in de kite, maar je kan ook makkelijk te ver doortrekken. Dan trek je de power uit de kite en gaat hij backstallen (remmen of achteruit vliegen). Tubekiters zijnde, waren alle testers gewend de bar helemaal tegen de trapeze te kunnen varen en dat kan ook als je hem op de strap helemaal depowert. Dat is wel smokkelen, want eigenlijk is de truc om vooral op je trapeze te varen en weinig op je armen. Wij vonden het moeilijk om in het onderste windbereik stabiele druk op te bouwen, maar als de wind iets toeneemt, vliegt de Venom II lekker door. Het hoge windbereik is heel goed en hij gaat ook steeds lekkerder varen naarmate de wind harder is. Je kan dan makkelijker op je trapeze varen en de kite lekker ver aan de rand van het windvenster parkeren. Je vaart met de Venom II dan gemakkelijk aan de wind, wat met weinig
wind overigens wel een kunst is. Met een lichte bardruk stuurt de kite makkelijk, maar dan moet je er wel je bar een beetje bij aantrekken. Met spanning op de stuurlijnen stuurt de Peter Lynn kort, maar hij blijft naar voren vliegen. Hij pivoteert dus niet helemaal om zijn wingtip, maar draait kort genoeg om te kunnen kiteloopen zonder gevaarlijke drukopbouw. De Venom II springt prettig. Er zijn kites die hoger springen, maar deze Peter Lynn presteert erg goed
op dit gebied. De hangtime is nog beter, want met de bar aangetrokken kan je heel rustig naar beneden zweven voor een zachte landing. Je voelt altijd prima waar de kite is en dat daagt uit om snel de grenzen van je kunnen te verkennen. Zoals gezegd, gaat kiteloopen probleemloos en ook als je dat in de lucht doet, lijkt een kiteloop weinig effect te hebben op de hangtime. Uitgehaakt presteert de Venom II ook goed, maar dan moet je de trimstrap eerst helemaal aantrekken; de enige manier om de goede pop van deze kite te voelen. Goed getrimd, kan je de kite perfect positioneren om veel kracht op te bouwen en bij afzet, vlieg je stevig en behoorlijk ver. De kite is geschikt voor powermoves, alleen jammer dat er zoveel verschil zit tussen de gewone vaartrim en de trim voor powermoves. Je moet een powermove daardoor echt voorbereiden.
Je kan met de Venom II relaxed golfrijden. De draaisnelheid is hoog genoeg en de vliegsnelheid is rustig genoeg om lekker te kunnen timen, maar hard genoeg om goed te kunnen carven. Oh ja, je hoeft nog steeds niet bang te zijn dat je een Peter Lynn niet kan herstarten. Da_