17-03-2009 - Surfen, Nieuws

To Grip or not to grip!

Goede grip op je surfboard is voor surfers van onschatbare waarde. Een verse schone waxlaag kan wat dat betreft het verschil maken. Sinds halverwege de jaren zeventig is er echter nog een manier om greep op de zaak te houden: de grippad. Plakken of niet, dat is de vraag.

 

 

 

 

Grippads zijn ontstaan als het alternatief voor wax. In 1975 was het de Californische surfer Jim van Vleck die een polyurethaan fulldeck coating ontwikkelde als eerste serieuze alternatief voor wax. Deze coating bracht hij met een spray op. Toenmalig surfing businessman en longboardlegende Herbie Fletcher rook de potentie en kocht het product op. Herbie ontwikkelde het product door en kwam al snel met een hardere versie van het product die op het dek geplakt moest worden. Herbie doopte zijn vinding Astrodeck en introduceerde daarmee de eerste echte grippads in de surfwereld. Eind jaren zeventig waren Gerry Lopez, Rabbit Barthomolew, Mark Richards en Shaun Tomson al fanatieke gebruikers van Herbie’s grippads. Het duurde echter tot midden jaren tachtig voordat Astrodeck met zijn fulldeck grippads de surfwereld bestormde. Dat was mede te danken aan de komst van signaturemodellen. Astrodeck kwam met de Archie Accelerator van Matt Archbold en de Pottz Pro van Martin Potter. Inmiddels heeft nagenoeg iedere professionele surfer van betekenis een signaturemodel tailpad op zijn naam staan. Door de jaren heen veranderden de traditionele grippads langzaam in grippads met meer structuur en contour om de surfer meer grip te geven tijdens radicale surftricks en -condities. De fulldeck pads verdwenen eind jaren tachtig langzaam van het toneel omdat ze te veel frictie en rash veroorzaakten op je borst, maar de tailpad was een blijvertje. Anno 2008 is de tailpad het middel voor grip met je achterste voet terwijl wax de manier blijft om grip onder de voorste voet te creeren. Merken als onder andere Gorilla Grip, Dakine, Xtrak en On a Mission legden zich in latere jaren ook succesvol toe op de productie van tailpads, maar het was Herbie Fletcher die met zijn Astrodeck de grippadrevolutie begon.

 

De tail is samen met de nose van je board het dunste gedeelte. Het gewicht van je achterste voet veroorzaakt vaak enorme deuken in je tail. Tailpads bieden extra bescherming aan je tail en beschermen tegen het doortrappen. Verder helpen ze bij het duckdiven waarbij je vaak je knie in de tail drukt. Tailpads verzachten dus de klappen die de tail van je surfboard krijgt. Je tailpad werkt echter ook als indicator voor een juiste positie van je achterste voet. Wanneer je opstaat weet je namelijk in een split second of je voet op de juiste plek staat.

 

 

Moderne tailpads zijn verkrijgbaar met archbars en tailkick. De archbar is een stripachtige verdikking in het midden van de tailpad die je voet extra grip geeft. Door de archbar wordt je voet als het ware verankerd op de tailpad. Het opstaande gedeelte aan het eind van je tailpad is de tailkick. Hoe hoger de tailkick hoe beter je jezelf schrap kan zetten. De hoogte, breedte en hoek van de tailkick van een tailpad zijn net zoals het wel of niet kiezen voor een archbar afhankelijk van persoonlijke voorkeur.

 

De meeste tailpads zijn gemaakt van een schuimachtige materiaal dat thermoformed EVA wordt genoemd. Verschillen tussen tailpads zijn vooral te vinden in archbars, tailkicks, structuur en kleur van de tailpad. Bij de keuze voor een tailpad gaat het erom wat voor jou lekker surft. Waarschijnlijk kom je er pas na een aantal tailpads achter wat jou favoriet is. Tailpads zijn verkrijgbaar in one-piece of more-piece versie. Oftewel, opgebouwd uit een stuk of uit meerdere losse stukken. One-piece tailpads zijn standaard tailpads uit een stuk waarbij geen mogelijkheid is om breedte of lengte aan te passen. More-piece tailpads bestaan uit meerdere losse delen en bieden de mogelijkheid om de tailpad te customizen. Je kan de tailpad bijvoorbeeld wat breder over de tail uitzetten of wat meer lengte geven naar eigen inzicht of gevoel.

 

 

De grip van een tailpad wordt in grote mate bepaald door de structuur van de tailpad. Er bestaan diverse soorten relief. Let bij aanschaf van een tailpad op de ruwheid van de bobbels om opengerashte knieën tijdens surfen in boardshort te voorkomen. Vierkante harde bobbels schuren namelijk meer dan ronde zachte bobbels. Als je trouwens niet gewend bent aan het gebruik van tailpads dan zal je de eerste keer dat je in boardshort surft ongetwijfeld rash op je knieen krijgen.

 

 

Tailpads behoren voor het overgrote deel van de shortboardende wereld tot de standaarduitrusting. Op longboards zie je de fulldeck grip nog regelmatig, maar je kunt ook kiezen voor een combinatie met tailpad en wax of gewoon een volledig gewaxed deck. Over het algemeen geef je op je longboard minder druk op je tail dan op je shortboard, waardoor de tailpad geen echte must is. Shortboard-geinspireerde longboarders zweren echter bij tailpads terwijl traditionele longboarders hun longboard liever geheel waxen.

 

Als je in de surfshop uiteindelijk de keus hebt gemaakt voor de juiste tailpad, komt het moment waarop je de grippad op je board gaat bevestigen. Uiteraard ga je dat lekker zelf doen. Mocht je er echt niet uitkomen dan willen ze je in de surfshop vast en zeker helpen, maar dit soort dingen moet je gewoon een eerste keer zelf doen. De positie waar je de tailpad gaat aanbrengen is een persoonlijke keus. Hoe verder naar achter, hoe beter zeg maar. Als je namelijk de tailpad te ver naar voren plaatst heb je kans om met je voet er achter te stappen en dat is duidelijk niet de bedoeling. Uitgangspunt is daarom plaatsing net voor de leashplug. Mocht de leashplug enorm ver naar voren zitten dan is het aan te raden om een gaatje in de tailpad te maken zodat je nog steeds bij de leashplug kan.

 

Voor bevestiging is het erg belangrijk dat de oppervlakte waar je de tailpad gaat bevestigen geheel vetvrij is. Je zal namelijk niet de eerste zijn die zijn board niet goed heeft ontvet en vervolgens na zijn eerste sessie met een halve tailpad het water uit loopt. Het geheel vetvrij maken van je board doe je door je board enorm goed te ontwaxen om daarna met een doek en een ontvetter het board helemaal vetvrij te maken. Je ruwt de plek waar je de tailpad gaat aanbrengen wat op met een lichtkorrellig schuurpapiertje. Je brengt de grippad in een keer aan, (lichtjes uittekenen met een potlood helpt!) en wrijft hem zo hard vast totdat je vingers ervan branden. De warmte die je genereert met wrijven zal de lijm op de grippad doen smelten. Als je het board niet gelijk het water mee inneemt maar een dag later of zo, zal de grippad decennialang dienst kunnen doen, als het board tenminste daarvoor niet breekt. Mocht je tailpad trouwens op een hoekpunt loslaten dan kan je hem gewoon met superlijm weer vastzetten.

 

De grippad heeft zich door de jaren heen ontwikkeld van een alternatief voor wax tot een zelfstandig marketable product. Vanuit een spraycoating via de fulldeck pad in jaren tachtig ontwikkelde zich een product dat serieuze grip onder de achterste voet geeft. Tegenwoordig is de tailpad een onmisbaar item voor vele surfers wereldwijd.

 

Tekst: Jordi de Koning

 


Het hele verhaal kun je lezen in 6 Surf #2 2008, heb je deze nog niet?
Bestel hem via de SOULshop of word abonnee!


 van