Travelstory Tirol: Tirolling Along
Tirolling along… De dikste trails van Nederlands’ populairste wintersportbestemming
Dat Tirol bij Nederlanders met afstand de populairste wintersportregio van Oostenrijk is, en daarmee van de gehele Alpen, is algemeen bekend. Maar de dorpen die in de winter onder de voet worden gelopen door hossende en après-skiënde Hollanders zijn in de zomer een ware oase van rust en kalmte. In dit decor van rust werkt een nieuwe generatie bikers hard aan nieuwe vette trails en mogelijkheden om je fiets los te laten op de berg.
Kurt Exenberger, zelf fanatiek mountainbiker en eigenaar van Oostenrijks eerste mountainbikeschool annex gidsorgansiatie, nodigt ons uit om een paar dagen de mooiste trails van Tirol af te raggen. Hij belooft: érg weinig klimmen, veel rippen en mooie nieuwe trails die niet iedereen kent. Wij hebben genoeg gehoord, we pakken onze kniebeschermers in en vertrekken naar Tirol.
De eerste dag duiken we de Kitzbüheler Alpen in. Dat is een beetje verwarrend, want we zitten bij het dorp Kirchberg en Kitzbühel ligt eigenlijk om de hoek van de berg. Kurt en kornuiten hebben hier een trail gebouwd die vernoemd is naar Lisi Ösl. Ook weer verwarrend, want Lisi is een xc-racer die heel hard op haar lichtgewicht hardtail rondjes kan rijden, in 2011 won ze de wereldbeker overall. Ter ere van die prestatie is deze harde trail naar haar vernoemd, maar het is geen xc-trail. Bijna volledig bedekt met een laag grind – wat ze in de Duitstalige landen zo graag ‘Schotter’ noemen – en voorzien van een paar pittige wortelpassages. Een hele leuke trail om warm te rijden. De snelheid ligt, mede door het technische karakter en de nauwe haarspeldbochten, laag en de trail is goed te rijden. Een of twee stukjes die écht steil zijn, kunnen worden omzeild via een chickenline. Na een paar rondjes gaat de snelheid langzaam maar zeker omhoog en beginnen we de trail wat meer uit te melken. De smiles staan aan!
‘s Middags neemt Kurt ons mee naar de Fleckalm-trail, die pas in de laatste maanden is aangelegd. Vanwege de nieuwigheid en de enorme hoeveelheid regen die de laatste tijd naar beneden is gekomen, waarschuwt Koert ons al dat delen van het parcours nog erg modderig zullen zijn. En dat is nog zachtjes uitgedrukt! Maar wat wel duidelijk is: de trail is laaaang! Meer dan duizend hoogtemeters slingert hij naar beneden. En wat ‘m ook bijzonder maakt: hij is niet met grote graafmachines aangelegd en dat zorgt voor een veel natuurlijker karakter. Hier loopt geen met grind volgestorte Autobahn-singletrack naar beneden, maar één écht smal spoortje, veel dikke wortelpartijen. Technisch en lang, wat wil je nog meer?
De volgende dag krijgen we een dikke trail voor onze kiezen. In Hopfgarten hadden een paar zoons van lokale boeren ontdekt dat, als ze al het land van hun vaders achter elkaar legden, ze een prachtige downhilltrack konden creëren. En de boerenzonen hier worden kennelijk uit een ander hout gesneden, ik heb nog nooit zo’n beuker van een trail gereden! Meteen vanaf de eerste meters gaat de beuk erin. In de roll-in zit al een dropje en verder naar beneden kom ik zelfs drop-offs tegen in haarspeldbochten. Deze trail is niet voor tere zieltjes. Hier moet je je grote mannenbroek bij aantrekken. En een full-face helm. Het is erg heftig, maar ik houd wel van een uitdaging en ik kom een beetje in het absurde ritme van deze track. Op de tweede ronde blijkt de ergste angel er al uit te zijn. Sommige secties die ik net nog te voet deed, durf ik nu al te rijden. En dan te bedenken dat dit niet eens de heftigste trail van deze week zal blijken te zien. Rare jongens, die Tirolers! ‘s Avonds rijden we naar Lermoos, vlak tegen de Duitse grens.
Meteen bij het ochtendgloren nemen we in Lermoos twee opeenvolgende liften naar de top van het skigebied. Vanaf hier houden we een beetje links aan en fietsen we nog zo’n vijfhonderd meter omhoog. Vanaf hier begint een trail die in eerste instantie niet zo indrukwekkend is, maar die mooier en mooier wordt naarmate we er verder in duiken. Hij ligt tegen de wand geplakt en is erg rotsachtig. Als je hier rijdt, moet je altijd een vinger aan de rem houden, want het pad wordt ook veel gebruikt door wandelaars. En hij is niet alleen gaaf om te rijden, ook het uitzicht is prachtig. Je kijkt uit over de Zugspitze alsook een bergmeer dat Blindmeer heet en blauwer lijkt dan de Caraïbische zee. Mensen die last hebben van hoogtevrees zullen misschien sommige stukken even willen lopen, maar de trail is als geheel goed te rijden. Onderaan zit nog een lekker technisch stuk volgepakt met treden van rotsen en boomwortels. We cruisen om het meer heen en nemen nog een laatste superflowy stukje bergpad terug naar Lermoos. Een heerlijke feel-good trail! Omdat de liftpas nog niet is afgelopen springen we gauw nog een paar rondjes in de onderste lift om het bikepark onveilig te maken. Volop leuke trailtjes die echt niet moeilijk zijn en eigenlijk heel erg leuk blijken om als Hollanders wat meer in de flow van de bergafwaarts lopende trails te komen.
Met de busjeskaravaan rijden we diezelfde middag nog door naar Sölden. Ook weer zo’n bekend ski-oord! Meteen de eerste middag persen we, met behulp van de laatste lift van die middag, er nog snel een run uit. Veel haarspeldbochten en een trail die door zijn natuurlijke karakter af en toe flow mist. Maar het lijkt dan ook alsof die flow extra lekker is als je ‘m wel vindt! Sölden kiest er bewust voor om zijn trails zo veel mogelijk natuurlijk te houden en geen grindstroken de berg af te leggen. Persoonlijk heeft het mijn voorkeur, omdat het qua gevoel het dichtst blijft bij in de bergen rijden op je fiets. Alleen maakt dit het rijden en vinden van de trails soms ook een beetje moeilijker. Lokale gids Max weet ze vanavond echter precies te vinden en het is een heerlijk afsluitend rondje van een dag met veel rijden.
De volgende ochtend word ik wakker met een gevoel dat zich het beste laat omschrijven als: waar ben ik!? Het elke dag ergens anders rijden en elke nacht ergens anders slapen begint er aardig in te hakken. Vandaag is het putweer. Dichte mist en motregen. De route die Max vandaag voor ogen heeft, is niet te doen. Boven waait het veel te hard en het zicht is bovendien nul. Hij neemt ons via een netwerk van piepkleine trailtjes mee naar een berghut waar nog op de ouderwetse Oostenrijkse manier koeien worden gehouden en eten op tafel wordt gezet. We genieten van vlammende Kaiserschmarren en de stevige boerenkost die op tafel wordt gezet. Na de lunch gaan de trailtjes verder. En waar ik me in het begin ergerde aan mijn eigen beperkingen tijdens het goed rijden van zeer kleine trails, begin ik er nu een beetje in te komen. Dit is eigenlijk erg oldschool mountainbiken, zoals het vroeger was. Leuk, maar niet helemaal waar de trailbikes van nu op zijn ontworpen. Die hebben iets meer ruimte nodig om uit de verf te komen.
Als klap op de vuurpijl neemt Kurt ons mee naar Innsbruck, naar een trail met een berucht imago. Innsbruck is een uniek stad omdat er een lift direct uit de stad naar de indrukwekkende huisberg Nordkette loopt. De naam verwijst naar de keten die ten noorden van de stad ligt. De trail staat bekend als een van de wildste en meest ongetemde trails in de Alpen en nog superlang ook bovendien. Het is niet voor niets dat de lokale scene zich heeft verzameld onder de naam Vertriders. In de gondel onderweg naar boven zien we ‘m al onder ons liggen: veel haarspeldbochten, kleine ‘northshore’ elementen. Maar hoe heftig de track is, zien we pas als we bij het begin staan. Dat is een diepe geul opgevuld met los gesteente. Diepe haarspeldbochten en onvoorstelbare heftigheid. Je kruist om de paar honderd meter een brandweg die omhoog slingert en hier kan je even op adem komen. De allerheftigste stukken kun je op deze manier omzeilen, we maken er een of twee keer gebruik van. Terwijl we er rijden, komen er ook een paar locals voorbij. Meerdere keren zelfs in de tijd die wij nemen om naar beneden te rijden en te stoppen voor foto’s. Deze track levert een heel taai type huisrijder af en het duurt waarschijnlijk heel wat ritjes voordat je jezelf er enigszins comfortabel op begint te voelen. Als je dan bedenkt dat bij een internationale race Sam Hill het oude record van Brook McDonald dat rond de tien minuten zweefde, verpulverde door negen minuut eenentwintig nodig te hebben voor de 1600 hoogtemeters kan je alleen nog maar vol ongeloof je hoofd schudden.
‘s Avonds duiken we het nachtleven van Innsbruck in. Want naast een stad die prachtig tussen de bergen ligt, is het ook gewoon een hele gezellige studentenstad met een centrum dat vol staat met prachtige oude gebouwen. De volgende ochtend neemt Kurt ons nog mee naar een klein skigebied dat pal naast de snelweg richting Brennerpas ligt, Steinach am Brenner. Ook hier hebben ze een bikepark, maar dat is een typische vertegenwoordiger van de meer gepolijste variant van bikeparks. Het neemt niet weg dat hij superleuk is aangelegd en uitnodigt om jezelf helemaal uit te leven. Misschien ben ik een beetje overmoedig geworden van de laatste paar dagen, maar ik pak elke schans en elk hipje dat ik kan vinden en rijg de ene transition aan de andere. Een paar keer moet ik vol in de ankers omdat ik echt te hard bepaalde secties in duik, maar dat mag de pret niet drukken en we houden het gas er vrolijk op. Hoeveel trails in Tirol zouden we nog niet hebben gereden?
We hebben letterlijk elk soort trail denkbaar gereden en onze eigen grenzen enorm verlegd. Bike Academy biedt deze reis, in nagenoeg dezelfde vorm, aan van 19 tot en met 24 augustus 2013. Maar je zou er ook zelf op uit kunnen trekken. Met name in Kirchberg, Lermoos, Sölden en rondom Innsbruck kan je voldoende leuke tours vinden die minder heftig zijn dan de beschreven tochten.
Zoals in zoveel van dit soort gevallen: een mountainbikegids scheelt je zeer veel tijd en moeite als het gaat om het vinden van de goede trails. Aan Kurt heb je een goede, hij is trainer en kan ook je biketechniek nog even een beetje op scherp zetten.
Reistijd: van april tot eind september, daarvoor en daarna is er teveel kans op sneeuw en zijn veel faciliteiten (liften, winkels, et cetera dicht).
Auto: met de auto rijd je in acht tot tien uur naar Tirol. Via München, Inntal richting Innsbruck. De verschillende locaties hebben allemaal een eigen aanrijroute.
Vliegen: enkele van de low-budgetmaatschappijen vliegen ook op Innsbruck.
Accommodatie: er zijn tal van mogelijkheden om te slapen, van pensions tot hotels en campings.
Bike: voor de genoemde trails heb je een dikke trailbike nodig met minimaal 150 millimeter veerweg, iets meer is nog beter. Bike Academy verhuurt bijvoorbeeld Ghost Cagua’s die ideaal zijn. Je zit nooit ver van een bikeshop of supermarkt af, dus je hoeft niet zo heel veel spullen mee te nemen. Gewoon de gebruikelijke trailside reparatiespullen. Goede protectie verdient wel extra aandacht: kniebeschermers zijn een minimum, maar elleboogbeschermers, een full-face helm en in sommige gevallen zelfs een rugbeschermer zouden niet misstaan.
Bikeshops: in alle grotere plaatsen is wel een bikeshop te vinden. Variërend van een winkeltje naast de lift waar je een paar nieuwe remblokken kan kopen, tot volledig uitgeruste bikeshops.
Bikeguides: Kurt Exenberger van Bike Academy komt zelf uit Kirchberg/Kitzbüheler Alpen en kent de regio op zijn duimpje. Een in grote lijnen vergelijkbare trip als door ons omschreven kan je bij hem boeken als Multivan Bike Trip Tirol. Deze vindt plaats van 19 tot en met 23 augustus 2013 en kost 690 euro inclusief vijf dagen gidsen, overnachtingen inclusief ontbijt en transfers naar de diverse mountainbikegebieden.
Spots: