Travelstory: Trentino
Zodra de sneeuwklokjes en de narcissen uitkomen krijgt Nederland de lentekriebels. Plotseling krijg ik een telefoontje van Jorik. Of ik over twee weken mee wil mountainbiken in Italië, daarbij foto’s kan maken en uiteindelijk een verslag wil schrijven van het gebied. Volmondig zeg ik ja, nog niet beseffend dat het echt heel lang geleden is dat ik op de fiets heb gezeten. Met drie dikke fully 29’ers achterop de auto en een nieuwe mountainbike-outfit vertrekken we richting Trentino in Italië. Trentino ligt in het noorden, een van de eerste hoger gelegen gebieden waar de sneeuw na de winter snel verdwijnt en waar je vroeg in het seizoen de eerste hoogtemeters en afdalingen kunt maken. Met een graad of veertien in de voorspelling hebben ik het gevoel dat dit helemaal goed gaat komen.
Tekst en foto’s: Ydwer van der Heide
Trentino ligt in het noorden, een van de eerste hoger gelegen gebieden waar de sneeuw na de winter snel verdwijnt en waar je vroeg in het seizoen de eerste hoogtemeters en afdalingen kunt maken. Met een graad of veertien in de voorspelling hebben ik het gevoel dat dit helemaal goed gaat komen.
We rijden door Duitsland richting het zuiden en doorkruisen de Alpen in Oostenrijk over de Fernpass. Na een lange rit van 1200 kilometer komen we eindelijk aan in Levico Terme en is het tijd voor een fijn bed, zodat we er de volgende dag klaar voor zijn. We hebben goed geslapen en iedereen voelt zich ‘s ochtends weer fris en fruitig. Via Moutain Bike Holidays zijn we terecht gekomen bij hotel Cristallo, een hotel dat in de zomermaanden druk bezocht wordt door mountainbikers en motorfanaten. Onder het hotel is voldoende parkeergelegenheid en er blijkt een grote werkplaats aanwezig. Hier vind je bijvoorbeeld een montagestandaard en voldoende tools om aan het einde van de dag je fiets weer tiptop in orde te maken.
Tijdens het ontbijt hebben we afgesproken met Bert Houtenbos. Die naam klinkt wel héél erg Nederlands en dat klopt, Bert kwam al jarenlang in Trentino. Tegenwoordig woont hij hier en organiseert hij mountainbiketrips. Bert is onze gids voor de komende drie dagen. Terwijl wij onze lekkere broodjes en gekookte eieren soldaat maken vertelt hij iets over het gebied. Levico Terme is een mooi authentiek stadje en staat bekend om het zachte klimaat, het kuuroord en de aanwezigheid van arsenicum- en ijzerhoudend water. Op loopafstand ligt Lago di Levico. Een meer met ongerepte, beschermde natuur waar allerlei water- en roofvogels leven. Iets verderop ligt nog een meer, Lago di Caldonazzo. Dit meer is ongeveer vier keer zo groot en is daarmee het grootste meer dat volledig in het gebied Trentino ligt. Deze twee meren zijn ondergronds met elkaar verbonden en behoren tot de warmste meren van Europa. Met een gemiddelde temperatuur van 23 graden Celsius zijn ze ideaal om na je fietstocht een verkoelende duik te nemen en even te relaxen op de omliggende strandjes.
Dit jaar is er extreem veel sneeuw gevallen en de sneeuwgrens ligt nog rond de duizend meter, niet ideaal om te mountainbiken dus. Zijn we dan toch iets te vroeg gekomen? Maar Bert stelt ons gerust en verzekert ons dat ook de lagere gebieden beschikken over mooie mogelijkheden met diverse trails. Het is duidelijk dat een gids en iemand die het gebied goed kent erg handig kan zijn om optimaal te kunnen genieten. De eerste dag zijn we echter nog op onszelf aangewezen en we gebruiken deze dan ook maar om onze fietsen goed af te stellen en om een beetje in te komen. Bert geeft ons een kleine route mee die we via onze gps kunnen volgen. We beginnen met een bospad dat om Lago di Levico heen slingert, waarbij je dicht langs het water fietst. Het water is kraakhelder en je ziet overal de bodem. Aan de andere kant van het meer kruipen we langzaam omhoog en omdat het behoorlijk lang geleden is dat ik gefietst heb, merk ik dat de koude lucht aanslag doet op mijn longen. We hebben afgesproken dat ieder op z’n eigen tempo rijdt en ik kom dan ook met een lichte achterstand boven op de berg aan. Vanuit hier hebben we een prachtige uitzicht over het meer. Het lijkt op een fjord, omdat het uitloopt in een puntje. Achter het meer zien we het stadje met de kerktoren als referentiepunt en op een hoogte van ongeveer 600 meter is Levico Terme al aardig miniatuur geworden.
We komen door mooie kleine dorpjes met kleine straatjes. Het is duidelijk te zien dat dit gebied veel Oostenrijkse invloeden heeft. De huizen zijn traditioneel van stijl en zijn gebouwd met veel vakwerk. Elke klim wordt tot nu toe beloond met een afdaling op asfalt, iets wat we eigenlijk zonde vinden en waar we niet voor gekomen zijn. We gaan hard, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De laatste klim van die dag is tevens het langst en het zwaarst, maar we hopen op een welverdiende beloning. Langzaam slingeren we naar boven, ik heb het zwaar en mijn achterstand wordt steeds groter. In de bocht zie ik ze nog net de volgende bocht ingaan, maar na de tweede bocht ben ik ze kwijt. Voor een moment denk ik dat ze me voor de gek houden, ergens in de bosjes liggen en me straks lachend van achteren weer inhalen. Maar nee hoor, eindelijk is het hoogste punt in zicht en zie ik de oranje jas van Jorik. Hijgend en bezweet kom ik boven aan en heb ik even de tijd om uit te rusten. Vanaf hier is het alleen maar naar beneden tot aan Calceranica al Lago, een dorpje dat weer aan het meer ligt. Ook tijdens deze afdaling hebben we moeite om onverharde wegen te vinden en moeten we constant van onze route afwijken voor wat meer uitdagende trails. Af en toe lijkt het alsof we door tuinen en wijngaarden naar beneden fietsen en moeten we ons best doen niet weer op asfalt uit te komen. Het is nat en glibberig. De modder zorgt ervoor dat we half door de bochten glijden en af en toe bijna de controle verliezen. Als we beneden aankomen is het tijd voor espresso en Apfelstrudel. Grappig hoe hier Oostenrijkse en Italiaanse tradities bij elkaar komen.
Het pad dat terug gaat naar Levico Terme loopt langs het meer. Het water staat alleen zo hoog dat we natte voeten krijgen en tot aan de trapas in het water fietsen. We kunnen echt niet verder en tillen de fietsen over de schutting van een verlaten vakantiewoning en vervolgen onze terugtocht naar het hotel langs de weg. In het hotel kunnen we relaxen in een luxe sauna en genieten we van een viergangendiner met Italiaanse specialiteiten en een ‘cioccolato bomba’ als dessert. Propvol hangen we nog even op de bank en sluiten we de dag af met een goed glas wijn.
De volgende ochtend hebben we met Bert afgesproken. Hij neemt ons mee op sleeptouw. En omdat we aan hebben gegeven dat we graag iets meer op onverharde wegen willen fietsen, heeft hij een mooie route voor ons uitgestippeld. Zoals iedere Italiaan beginnen we de dag met een ‘caffè’ in een klein café in de hoofdstraat. In Nederland hebben we het over een espresso, maar omdat niemand in Italië een gewoon kop koffie drinkt spreekt het voor zich dat het om een paar druppels cafeïne gaat. De espresso wordt volgens traditie even vlug aan de bar gedronken en voor we het weten zitten we weer op de fiets. Via kleine slingerende paadjes tussen bomen en langs beekjes met technische bochtjes verlaten we het stadje. Lekker om even los te komen en al leuker dan gister. Na een stukje fietsen duiken we plotseling links de bossen in en gaat het steil omhoog. Al gauw zitten we in het lichtste verzet en worden we gelijk op de proef gesteld. Sommige stukken zijn drassig en even later zijn het weer losse bladeren of gladde losliggende stenen of boomwortels die het ons best moeilijk weten te maken. Met een mix van techniek en karakter komen we boven aan. Vanaf hier fietsen we een stuk over de kam van de heuvel, waarbij we uitzicht hebben over het meer en het stadje.
Onderweg komen we langs oude ruïnes en loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog. Hier werden de Italianen nederig verslagen door Oostenrijk-Hongarije met behulp van de Duitsers. Italië hoopte destijds met een verrassingsoffensief een deel van de Oostenrijkse steden te veroveren. Echter werden ze teruggedrongen tot vlak voor Venetië en wisten ze dit nog maar net te stoppen met behulp van de Fransen en Engelsen. Pas later toen Oostenrijk-Hongarije door de oorlog uiteenviel kwamen de Italianen terug en veroverden ze delen van Tirol. Het is best interessant om hier tijdens het fietsen nog iets van terug te zien en je merkt dat dit gebied boordevol historie zit.
De hele dag fietsen we door een bosrijke omgeving. Af en toe zijn de stukken echt uitdagend en soms is het gewoon genieten van de omgeving. In deze tijd van het jaar is het landschap nog een beetje kleurloos, maar als alles in bloei staat dan zorgen de wijnranken, bossen en akkers vol appelbomen voor een kleurrijk groen geheel.
In de ochtend is het nog bewolkt maar ’s middags breekt dan eindelijk de zon door. De temperatuur stijgt en de extra laagjes kunnen uit. Tussen de middag eten we bij een restaurant midden in het bos en zitten we heerlijk in ons t-shirt op het terras. Voordat we inkakken stappen we weer op de fiets. Toen we daarstraks over het meer heen keken konden we in de verte een oud Romeins kasteel zien liggen. Dit is ons volgende doel en blijkt nog een stevige klim. Bert kent het gebied goed en leidt ons, door verschillende mooie tracks aan elkaar te koppelen, naar het kasteel. Zo blijkt maar weer hoe handig het is om een lokale gids te hebben. Sommige stukken zitten vol met stenen en zijn zo steil dat we af en toe moeten afstappen. De afdaling die we verdiend hebben, was het klimmen zeker waard. Op hoge snelheid dalen we door het bos weer af. Met steile stukken en dan weer scherpe bochten is het een technisch parcours. We pakken daarbij een gedeelte mee uit een parcours van een jaarlijks terugkerende mountainbikewedstrijd. We eindigen waar we die dag begonnen zijn, alleen dit keer met een Spritz Aperol. Een typisch fris Italiaans aperitief ontstaan in de tijd van de Oostenrijkse bezetting. De Oostenrijkers vonden de wijn te zwaar om te drinken en deden een poging de smaak te verlichten door deze te verdunnen met water.
Gister hebben we veel mooie trails gezien, maar vandaag willen we kijken of we toch iets hoger kunnen komen. Desnoods zoeken we de sneeuwgrens op en fietsen we stukken door de sneeuw, we zijn gewoon nieuwsgierig wat dit gebied nog meer te bieden heeft. Het liefst pakken we de lift in Panarotta, een skigebied in de buurt dat rond de 2000 meter ligt, waar je in de zomer heel mooi kunt mountainbiken. Maar Bert geeft al aan dat dit gewoon onbegonnen werk is. Eigenwijs als we zijn zoeken we toch nog de sneeuwgrens op. Met de auto rijden we richting Valle, een dorpje dat iets boven de 1000 meter ligt, de sneeuwgrens. Onderweg wordt het steeds kouder en daalt het kwik naar het vriespunt. Het is koud en we zitten midden in de bewolking. Hier en daar ligt al aardig wat sneeuw en langzaam zien we in hoe de omstandigheden slechter worden. Omdat we vanaf dit punt toch heel graag af willen dalen besluit Bert in de auto terug te rijden en ons beneden op te wachten. Voordat we op de fiets stappen bespreken we in een wegrestaurant voor de laatste keer de route, zodat we bij het juiste punt terecht komen.
We beginnen met de afdaling en na nog geen honderd meter krijg ik al een lekke voorband. Dit is een lekker begin zeg. Bert is al onderweg naar beneden dus besluiten we terug te lopen naar het restaurant om daar de band te plakken. De tweede poging gaat beter. Een beetje zoeken naar het juiste pad en voor we het weten slippen en slingeren we door de zachte, half gedooide plakken sneeuw. Soms fietsen we door het bos en dan plotseling hebben we uitzicht op een diep dal met een rivierbedding. Het is lastig om de juiste paden te vinden, maar met een beetje creativiteit van routes die we aan elkaar knopen en af en toe wat klimmen komen we uiteindelijk tot een superlange afdaling op een mooie ondergrond, die varieert van stevige aarde en bladeren tot gravel met goede grip. Opstaande randen zorgen dat we behoorlijk wat snelheid in de bocht kunnen houden en kleine hobbels en obstakels lanceren je de lucht in. Als we beneden aankomen hebben we allemaal een brede lach op ons gezicht en geven we elkaar een ‘high five’.
Die avond sluiten we af met de beste pizza uit de regio. Alledrie trappen wij het seizoen af met een tevreden gevoel. Het gebied heeft veel mogelijkheden waar wij nog maar een klein gedeelte van gezien hebben. Kortom, een goede reden om nog eens terug te komen.