Ups and Downs Thomas Koenen
Portret van een surfer.
Thomas Koenen (48) is een van de surfpioniers van Nederland. Vanaf zijn eerste golf is hij gegrepen door het surfvirus. Thomas is een intense kerel die volle bak door het leven gaat. Een leven dat gekenmerkt wordt door ups en downs, maar waar surfen als een rode draad doorheen loopt. Hij was succesvol ondernemer in de surfbranche, voorzitter van de HSA, surfte op de mooiste plekken, maar maakte ook fouten en verloor alles in een faillissement. Thomas is een man met passie, een echte surfer in hart en nieren. Ik zocht hem op in zijn ‘Keahana Concept’ fabriek in ’s Gravenzande waar hij sinds twee jaar shapers de mogelijkheid biedtmet de nieuwste generatie epoxy boards de Europese markt te veroveren.
Tekst: Martijn Boot
Foto’s: Jan Bijl
Thomas is geboren in Liberia, West-Afrika. Voor zijn geboorte verlaten zijn ouders Indonesië en zijn vader gaat in Liberia aan de slag in de weg- en waterbouw. Tot zijn twaalfde leeft Thomas permanent in Afrika, een mooie omgeving om op te groeien. In de jaren die volgen pendelt Thomas heen en weer tussen Liberia en een internaat in de buurt van Amersfoort. Het internaat is wel even wennen voor het jongetje dat gewend is aan het vrije bestaan in de tropen. Op zijn veertiende begint hij, in Liberia, met skateboarden. Dat skaten en surfen in elkaars verlengde liggen, weet hij op dat moment nog niet. “Een Braziliaans vriendje van me vertelde me op een geven moment over surfen. Hij zei dat je alle shit die je op een skateboard kon doen, nog veel vetter kon doen op de golven. In die tijd zaten er veel Amerikanen in Liberia, waar je geweldige golven hebt. We ontdekten dat een aantal van die gasten ook daadwerkelijk surfboards had. Zo kreeg ik voor het eerst de smaak te pakken.”
HOOKED
Thomas is direct gefascineerd door het surfen, maar zit de meeste tijd in het koude Holland, waar, zo denkt hij dan althans, niet te surfen valt. Bij gebrek aan surfmogelijkheden stort hij zich op het skateboarden. “Ik was waarschijnlijk een van de eerste skaters in Nederland. Het was ’75 of ’76 en skateboarden bestond feitelijk nog niet in Nederland. Voor ik het wist was ik een soort van pro skater. Ik deed allerlei wedstrijden en demo’s in Europa, werd een paar keer Nederlands kampioen en verdiende zelfs wat centen.” Hoewel Thomas en zijn broer Maarten in de ban van het skaten zijn, wil het surfen ze maar niet loslaten. Tot hun verrassing blijkt er echter ook in Nederland gesurft te worden. “ Via via hoorden we dat er in Scheveningen enkele gasten waren die surften. Het bleken Go Klap, Arie Verbaan, Albert van Garderen, Jaap van der Toorn en Hans Schotten te zijn. Zodra ik dat wist, ben ik naar Go gegaan om van mijn met skaten verdiende centen een singlefi n en een wetsuit te kopen. Zonder enig idee van hoe of wat begonnen we met surfen. In eerste instantie gingen we gewoon peddelen. En altijd met snoeiharde wind en chaos want we hadden geen idee dat je juist de volgende dag kans op goede golven had haha…” Niet lang nadat de broers voor het eerst de Noordzeegolven trotseren, druppelen ook de verhalen over het surfmekka Biarritz binnen. De jongens aarzelen geen moment en vanaf dat ogenblik vormt surfen een rode draad in het leven van Thomas. “Eigenlijk vanaf het eerste moment dat ik een golf reed, was ik verkocht. In Nederland deden we onze eerste pogingen, maar in Frankrijk kreeg ik de smaak echt te pakken. Leren surfen in die tijd was lastig. Echt goede voorbeelden hadden we niet. Surffi lms zagen we pas voor het eerst in Biarritz en met het materiaal van dat moment moest je het zelf maar uitvogelen. Met de singlefi ns kwam je niet veel verder dan staan en misschien een bottomturn. Pas met de komst van de twinfi ns leerden we bochten maken. Tegenwoordig gaan die kids gelijk aan de airs en dat soort dingen, maar in die tijd duurde het zoveel langer om de basis onder de knie te krijgen.”
NAAR HOLLAND
Tot zijn achttiende reist Thomas heen en weer tussen Nederland en Liberia. Een onhandige actie zorgt er echter voor dat hij vanaf zijn achttiende permanent in Nederland terecht komt. “Ik rookte graag een jointje. Het waren de jaren zeventig, iedereen rookte eigenlijk wiet in Liberia, maar ik wilde het dus ook meenemen naar Nederland. Op een dag had ik wat ingeslagen voor mijn trip naar Nederland, maar werd ik gepakt in een motel in Afrika. In die tijd was het allemaal nog niet zo strikt als nu. Ik wist wel dat het niet legaal was, maar aangezien iedereen het rookte had ik er verder niet echt over nagedacht. Hoe dan ook, ik had een probleem. Aangezien mijn pa nogal een hoge pief was, werd de zaak redelijk elegant opgelost. Het had verder geen juridische gevolgen, maar ik moest wel mijn koffers pakken. Sindsdien ben ik er ook nooit meer terug geweest. Kort daarna brak ook de oorlog uit dus wat dat betreft was terugkeren sowieso geen optie.” Eenmaal permanent in Nederland gaat hij naar de havo. Uiteindelijk weet hij zijn school af te maken, maar wel met de nodige vertraging omdat hij vaak voor lange tijd van huis is. “Ik voelde me toch nooit helemaal thuis in Nederland en was ook bezig met dingen waarmee de meeste mensen niet bezig waren. Skaten en surfen was mijn passie. Door het skaten, en later het surfen, kwam ik veel in het buitenland. Ik ontmoette interessante mensen en bleef soms maanden ergens plakken. Mijn moeder steunde me gelukkig in mijn lifestyle en ik was altijd een beetje aan het rommelen om aan mijn geld te komen.”
GET A LIFE
Vanaf zijn achttiende tot zijn drieëntwintigste is Thomas veel onderweg. Surfen, skaten, reizen, het is een groot avontuur. Uiteindelijk komt echter het moment om echt wat met zijn leven te gaan doen. “Ik was vijf jaar lang on the road geweest en had een hoop meegemaakt, goede en slechte dingen. Terug in Nederland had ik werkelijk geen idee wat ik kon of wilde doen, maar er moest wel wat gebeuren. ” De herinnering aan een ontmoeting jaren terug in Spanje, brengt hem uiteindelijk op een idee om het over een andere boeg te gooien. “Een aantal jaar daarvoor was ik gaan surfen op Puta Roca. Eigenwijs als ik was had ik het advies om er pas na hoog water in te gaan in de wind geslagen. Eenmaal uitgesurft, was het vol vloed en onmogelijk om aan de kant te komen. Ik besloot de twee kilometer naar Zumaia te peddelen en terug te liften. Ik werd opgepikt door een Duitser in een vette camper. Toen hij hoorde dat ik uit Nederland kwam gaf hij me de tip om in de fietsenhandel te gaan. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Wat lul je nou met je fi etsen?’ Maar ondertussen reed hij wel in een vette camper, dus hij deed iets goed.” Eigenlijk wil Thomas niets liever dan ‘iets’ met surfen doen, maar hij realiseert zich dat zoiets in Nederland nauwelijks mogelijk is. In zijn zoektocht naar handel blijkt de tip van de Duitser uiteindelijk goud waard. “Een vriend van me, eigenlijk een soort stiefvader, vroeg me wat ik nou wilde doen met mijn leven. Op dat moment herinnerde ik me die Duitser. In Californië had ik voor het eerst beachcruisers gezien. Het was dan misschien geen surfgear, maar de lifestyle had er wel wat van weg. Fuck it, dacht ik, ik word fietsenboer. Met behulp van die vriend heb ik een container beachcruisers naar Nederland gehaald en begon ik het bedrijf California Image. Het ging als een speer. Zeker door de komst van de mountainbike ging het van niets naar vijf miljoen gulden in vijf jaar tijd.”
HOUSE OF LIFESTYLE
Tegen alle verwachtingen in is hij ineens een succesvolle fietsenboer, maar dat is nooit het doel geweest. Met de tijd weet hij echter ook merken als Rusty, Victory-wetsuits, Oakley en Rainbow Sandals binnen te halen. Via een omweg is het dan toch gelukt om in de surfhandel terecht te komen. De zaken gaan zo goed dat hij besluit de fietstak te verkopen. Achteraf gezien zakelijk misschien niet de beste beslissing, maar de passie voor surfen weegt zwaarder. Met een groothandel in een goed pakket surfmerken begint Thomas uiteindelijk in 1995 House of Lifestyle in Amsterdam. “Die winkel ontstond door de overstock die ik van winkeliers terugkreeg. Ik dacht: ‘Wat moet ik met die spullen?’ Uiteindelijk besloot ik dan maar zelf een winkel te openen om te bewijzen dat het gewoon goed spul is dat prima te verkopen is.” Terwijl de winkel lekker draait, neemt ook de groothandel een vlucht. Snowboarden is met een opmars bezig en Thomas doet goede zaken. De zaken gaan zelfs zo goed dat hij in 2000 besluit een vestiging in Scheveningen te openen.
“Ik was vijf jaar lang on the road geweest en had een hoop meegemaakt, goede en slechte dingen. Terug in Nederland had ik werkelijk geen idee wat ik kon of wilde doen, maar er moest wel wat gebeuren.”
HSA
Hoewel van nature niet echt het verenigingstype, is Thomas altijd nadrukkelijk betrokken geweest bij de Nederlandse surfscene. Als sponsor van diverse talenten en evenementen, als deelnemer aan wedstrijden en vanaf 2000 zelfs als voorzitter van de HSA. Min of meer per toeval eigenlijk. “Ik heb het altijd leuk gevonden om aan wedstrijden deel te nemen. Ik deed af en toe ook met Europese wedstrijden mee en ben meerdere keren met het Nederlands team op stap geweest. Bij een van die landenwedstrijden op de Canarische Eilanden ben ik zelfs nog een keer vijfde bij de Masters (35+ ) geworden. Eind jaren negentig was er van de HSA echter weinig meer over. Het was op sterven na dood, wat ik eigenlijk heel zonde vond. Op dat moment was ik vanuit de House of Lifestyle bezig om een wedstrijd in Marokko te organiseren. We kregen daar de royal treatment, maar dat had wellicht ook te maken het met feit dat ik me als de voorzitter van de Holland Surfing Association had voorgedaan haha… Dat was allemaal bluf, dus het leek me wel verstandig om daar toch wat meer werk van te maken. Uiteindelijk werd ik daadwerkelijk voorzitter en heb ik samen met onder andere Frank Reef en nog wat jongens de HSA nieuw leven in weten te blazen. We kregen weer aansluiting bij de Europese bond en ook het nationale wedstrijdcircuit kwam weer van de grond.”
FAILLIET
Het lijkt Thomas voor de wind te gaan. De zaken gaan goed en dankzij zijn vele contacten over de hele wereld is hij veel in het buitenland. “Mijn leven draaide natuurlijk om de business maar in de praktijk betekende dat vooral heel veel surfen, snowboarden en feesten. Ik zat maanden in Californië, Brazilië, surfte op J-Bay, Indo en kwam nog altijd veel in Frankrijk en Spanje.” Met voldoende poen in zijn zak en een natuurlijke aanleg voor een intense manier leven verliest hij echter langzaam de grip. “Als ik niet zou surfen, had het allemaal een stuk slechter met me kunnen afl open. Doordat ik nog altijd regelmatig ging surfen had ik een ontsnapping aan het wereldje van dat feesten, drank, drugs en vrouwen. Wanneer je de ambitie hebt om serieuze golven te surfen, word je met je neus op de feiten gedrukt. Surfen was een reality check. Als het uit de hand begon te lopen met het feesten was er altijd weer de zee die me op mijn plek zette. Dat gold overigens niet alleen voor mij. Ook vrienden die helemaal naar de klote aan het gaan waren trapte ik mijn bus in voor een surftrip. De fysieke inspanning die surfen van je vergt is wat dat betreft echt een stok achter de deur. Het houdt je nog enigszins in balans.” De afl eiding die Thomas in het buitenland en tijdens al zijn avonturen vindt, betekent uiteindelijk wel de ondergang van zijn bedrijf. “Nadat ik in Scheveningen begonnen was, verloor ik het overzicht. De business gleed langzaam uit mijn handen. Achteraf kan je wel stellen dat ik teveel op andere mensen heb vertrouwd om het in goede banen te leiden.” Hij besluit zijn winkel in Scheveningen te sluiten en focust zich volledig op Amsterdam. Hoewel hij het tij in eerste instantie lijkt te keren, blijkt het toch te laat. In 2005 wordt hij failliet verklaard. “Ik was ineens alles kwijt, maar dan ook echt alles. Ik had geen bedrijf meer, geen winkels, geen huis, geen cent te makken en mijn lifestyle liep uit de hand. Inmiddels had ik ook een zoontje gekregen. Micah was nog een reden om het roer om te gooien. Ik was er klaar mee.”
BACK TO THE ROOTS
Bij gebrek aan geld besluit hij een pand aan de boulevard in Scheveningen te kraken. Hij mag dan wel niets hebben, zijn uitzicht is top en hij surft weer volop. “Ik zat vooral uit het raam naar de zee te staren. Het voordeel was dat ik alle swell die er stond mee pakte. Ik heb mooie herinneringen aan die sessies bij de Keizerstraat. Hoewel ik niks had – ik kreeg letterlijk tassen met boodschappen van vrienden om de week door te komen – realiseerde ik me dat ik toch niet te klagen had. Ik was gezond, had een geweldige zoon en echte vrienden die me steunden.” De periode van bezinning leidt uiteindelijk, tegen alle verwachtingen in, toch weer tot een missie in de surfbranche. “Ik kan denk ik niets anders. Dat surfen is mijn passie en wat ik ook doe, ik val er altijd weer op terug.” Zonder geld en zonder een duidelijk idee van wat de toekomst moet brengen, krijgt hij een e-mail van een vriend uit Brazilië. Hij weet van de moeilijke situatie waarin Thomas zit en heeft een suggestie. “Hij mailde me met de vraag of ik Keahana Concept surfboards wilde gaan verkopen in Europa. Het was echter het laatste waar ik op zat te wachten. Ik was wel klaar met die handel. Toen ik het mailtje een paar keer had gelezen werd mijn interesse echter gewekt. Het ging niet zomaar om surfboards maar om een nieuw en revolutionair proces van surfboards fabriceren(zie 6 nummer 4 2009). Met de val van Clarkfoam was er ruimte voor nieuwe ideeën en dit leek een te goede kans om te laten liggen. Ik ging me erin verdiepen en werd steeds enthousiaster. Een vriend van me, Marco van Veen, wilde me wel helpen. Als ik met een contract zou thuiskomen om de Europese markt te gaan doen, zou hij me helpen met het opstarten. Marco had er, net als ik, weinig vertrouwen in dat het zou lukken, maar ik ben direct naar Brazilië gevlogen.”
KEAHANA CONCEPT
De uitvinder van Keahana Concept is in eerste instantie niet bijster enthousiast. Hoe gaat iemand nou vanuit Nederland de Europese markt veroveren? Thomas weet hem echter te overtuigen en in 2007 heeft hij het felbegeerde contract. Inmiddels is er een goed uitgeruste fabriek in ’s Gravenzande en zijn er veelbelovende contacten met een aantal grote spelers. Toch gaat het langzamer dan verwacht. “Ik dacht echt dat er genoeg animo zou zijn voor iets nieuws, maar de markt blijkt toch behoorlijk conservatief. In eerste instantie dacht ik wel even in een maand of vijf dit van de grond te krijgen, maar die verwachting heb ik bij moeten stellen. We gaan nu ons derde jaar in en ik heb mezelf vijf jaar gegeven om het van de grond te krijgen. De boards zijn super, maar het kost nu eenmaal tijd om mensen over de streep te trekken en bekende shapers aan je te binden.”
PASSIE
Desondanks is Thomas positief over de toekomst. Hij surft niet meer zoveel als hij zou willen, maar de passie is er niet minder om. “Ik wil dit uitbouwen tot een succes en daar werk ik keihard voor. Ik ben ook niet te beroerd om af en toe hard te buffelen in een staalfabriek, maar ik geloof in dit product.” En als het niet gaat zoals hij wil? “Ik zie het wel. Uiteindelijk komt er altijd iets op je pad dat goed voor je is. Een ding weet ik zeker, surfen blijft de rode draad. Sinds die eerste ervaringen in Liberia heb ik daar nooit aan getwijfeld. Surfen is mijn passie en ik dank God elke dag dat ik er nog ben om daar van te genieten.”