12-02-2013 - Snowboarden, Nieuws

Wat is de overtreffende trap van… Steve Krijbolder?

Krijbolder? Krijbolderst? Hoe breng je het in hemelsnaam onder woorden als je Steve Krijbolder voorbij ziet vliegen op zijn snowboard? Neem nu de cover van dit magazine, Steve tart de wetten van de zwaartekracht, het lijkt van een andere planeet. Lees met ons mee om uit te vinden waarom deze jongen het nodig vindt om altijd weer die overtreffende trap te overstijgen.

Ladderfoto & Tekst: Michiel Rotgans
Actiefoto’s: Markus Rohrbacher

Ik ben Steve Krijbolder, éénentwintig jaar, woonachtig in Zoetermeer en op de indoorbaan van Snowworld liggen mijn roots. Ik ben fulltime bezig met snowboarden, als in: ik ga niet naar school en heb geen reguliere baan, snowboarden is mijn werk. Ik hou van snowboarden in de breedste zin van het woord. Niet alleen van parkfreestyle, bijvoorbeeld halfpipe, kickers en rails, ik zet ook graag een bochtje in de poeder of spendeer een halve dag aan het bouwen van een backcountryjump. Over het seizoen heen besteed ik mijn tijd enerzijds aan trainen en deelnemen aan wedstrijden met de Nederlandse selectie, anderzijds ga ik graag op pad om te filmen met mijn sponsors of voor nationale fototrips, ik probeer dit naar een Europees niveau te tillen. Vaak zie je dat boarders of alleen maar wedstrijden doen of het hele seizoen op pad zijn voor het filmen van een videopart. Ik zou het één niet zonder het andere willen doen. Yin kan niet zonder Yang, Knabbel kan niet zonder Babbel, ik kan niet zonder wedstrijden of shoots.

In mijn eerste jaren heb ik de gebaande paden van de typische Hollandse indoorkid bewandeld. Het snowboarden was voor mij een weekje wintersport in de Alpen, mijn spaargeld werd besteed in Snowworld en voor mijn verjaardag kreeg ik een seizoenskaart. Zo werd mijn halve jeugd in de koelkast gespendeerd, ik was verslaafd en kon niet stoppen. Ik maakte dagen van tien tot zes op de indoorbaan, soms kwamen mijn ouders mij letterlijk van de baan af trekken omdat ze het welletjes vonden.

Mijn eerste plank was een slalomboard van F2, die is vrij snel ingeruild voor een Burton Punch van één meter twintig, omdat al snel bleek dat freestyle toch meer mijn ding was. In 2001 of 2002 deed ik mee aan een NK en daarna kwam het aanbod om voor Nitro Snowboards te gaan rijden. In januari rijd ik tien jaar voor het merk dus je kan wel zeggen dat ik een goede band heb met de producten en de mensen erachter. Na dat NK ben ik ook mee gaan trainen met het rookieteam van de Nederlandse Ski Vereniging om vervolgens netjes het hele traject via de junioren- naar de seniorenselectie te doorlopen.Op mijn zeventiende, met een basisdiploma opzak, ben ik fulltime gaan snowboarden. Inmiddels éénentwintig jaar oud ben ik nog net zo stoked over snowboarden als de eerste dag. Wat betreft mijn wedstrijdcarrière ligt de focus op de kwalificatie voor de Spelen van Sochi. Toch staar ik me daar niet blind op, ik zal ook gewoon slopestylewedstrijden blijven rijden.

Het Nederlands team geeft je de gelegenheid om de best mogelijke snowboarder te worden die je kan bedenken, door middel van goede begeleiding en trainingen op de beste locaties ter wereld. Talent en inzet zijn daarna eigenlijk alleen nog de beperkende factoren. Mijn plek in de selectie neemt qua tijd ongeveer zes maanden per jaar in beslag. Daarvan is ongeveer één maand in Nieuw-Zeeland, zijn er twee in Noord- Amerika en de rest van de tijd wordt versnipperd over Europa doorgebracht. Dit lijkt een druk schema maar er blijft zat tijd over voor andere dingen. Zo was ik afgelopen februari een maand op pad met het Europese Nitro-team in Arlberg om te filmen voor de Road Warriors-serie. Halverwege moest ik wel even heen en weer naar de worldcup in Calgary, maar dat terzijde. Het ging helemaal los met de sneeuw in Vorarlberg, alle records waren verbroken.

De filmpjes staan nog steeds op internet dus ga ze zeker even kijken. Verder ben ik nog foto’s gaan maken met het Beneluxteam van Vans en hebben fotograaf Jan Bijl en ik meegedaan aan de photocontest van Snowboarder Mag. Aan het eind van het seizoen zat ik met Nitro in Zweden, waarvan bij dit interview de meeste foto’s zijn. Aan het begin van het seizoen geeft het Nederlands team een schema en vervolgens puzzel je alle gaten vol met aanbiedingen van trips die je her en der krijgt. Daar probeer ik dan een goede mix van te maken. Ik eet van twee walletjes! Naja, als Nitro vraagt om mee rails te gaan hakken in Helsinki, dan bedank ik daar voor, want dat is toch wel iets ‘out of my league’. Maar toch, nu urban rijden weer meer vliegen wordt moet ik daar misschien toch wel eens ‘ja’ tegen zeggen…

Ik snowboard na al die jaren nog puur en alleen voor de fun. Als ik in Nederland ben en er staat een goede schans op baan drie ben ik, ondanks alle goede parken in het buitenland, nog steeds stoked om indoor te rijden. Een complete snowboarder moet alle soorten obstakels kunnen rijden maar ook een heel arsenaal aan tricks op commando kunnen uitvoeren. Niet alleen technische spins en doublecork tricks maar ook hoge stylische grabs die het goed doen op de foto. Een fotograaf heeft wel eens tegen mij gezegd dat het een ‘natte droom’ was om met mij te shooten. Door de hoogte en mijn style in grabs was het voor hem makkelijk om een sicke plaat te schieten. In 2009 kreeg ik door dat hoogvliegen wel aan mij was besteed. Op de O’Neill Evolution stond er een tien meter hoge quarterpipe en in twee dagen tijd lukte het me om er meters uit te springen. Letterlijke en fi guurlijke hoogtepunten waren een backside540 op zes en een halve meter en een backside-air van acht komma zeven meter. Tel daarbij de tien meter hoge quarterpipe op en je doorloopt in een mum van tijd een amplitude van negentien meter. Dat is net zo hoog als een gebouw van vijf verdiepingen. Best bizar. Ik wist het podium te bereiken en dat is tot de dag van vandaag mijn beste resultaat op een TTR-6star wedstrijd. Jammer genoeg zijn er nu bijna geen quarterpipewedstrijden meer. Ik heb er niet echt een verklaring voor. Eerst waren ze overal, omdat het voor de toeschouwers erg spectaculair was. Misschien was ‘t wel een hype, of lag het aan ‘t veiligheidsaspect, omdat je jezelf best makkelijk voor de rest van het seizoen kon blesseren, misschien was ‘t wel een geldkwestie. Een feit blijft dat het in ieder geval erg moeilijk is om die dingen te bouwen, ze staan ook bijna nooit in een park. Dat maakt ook weer dat het bijna niet valt te trainen en daarom is in mijn ogen iedereen gelijk. Dat vind ik eerlijk. Het is een spelletje, wie durft er het hardst naar beneden en wie durft die snelheid om te zetten in hoogte?

Ik was verslaafd aan de G-krachten die in de transition op je lichaam stonden. En dan dat stijl-momentje wanneer je daar bovenin de lucht stil hangt, je hebt echt even de tijd om te tweaken. Eigenlijk raak je al die snelheid in één keer kwijt en vanaf het hoogste punt val je, vergeleken met de snelheid waarmee je de lucht in schiet, niet zo snel naar beneden. Ik weet niet hoe het is om hard te crashen, want dat is me nooit overkomen, ik heb wel eens een plank gebroken. Maar zelf niets. Hips vormen eigenlijk hetzelfde verhaal. Je schiet iets minder verticaal de lucht in en landt op negentig graden in plaats van 180. Je kan ook niet oneindig hard gaan, want er is een punt waarop het ding ophoudt. Het laatste wat je ook bij een hip wil is bovenop dat ding landen. Dat doet gewoon een boel pijn. Bij een hip ben ik wel eens op het randje gekomen en heb ik mijn val kunnen breken met een judo-koprol zo de landing in. Dat deed nog genoeg pijn, maar het is altijd beter dan stilvallen op de bovenkant van de hip. Ook hips zijn jammer genoeg niet in elk park aanwezig, goede hips zijn schaars. Vaak worden ze aan het eind van het seizoen gebouwd voor fotoshoots en schrapen de bully’s alle sneeuw uit het gebied bij elkaar om zo’n mega ding te bouwen. Ik kan niet wachten tot het weer zo ver is om mezelf te pushen om harder, hoger en verder te gaan.

Mijn ideale park? Lastig, okay ik heb hem. Je begint met een mooie tabletop powderjump waar je lekker op afgevuurd wordt. Vanuit daar rij je een hip aan, waarbij je kan kiezen tussen een linker en een rechter landing, dat zijn tegelijkertijd de wanden van een perfect geshapte tweeëntwintig foot halfpipe. Daarna volgt een jiblijn met obstakels en railtjes en van daar kan je doorgaan op een kickerlijn met twee mega kickers. Ja, zo ziet mijn ideale park er uit, kan dit wel? Het leven dat ik nu leid, daarover ben ik zeer tevreden. Ik ben éénentwintig, ben al tien keer om de wereld gevlogen en ik heb een hoop van de dikste parken in de vetste skigebieden gezien en daar heb ik van genoten. Natuurlijk ben je er wel klaar mee als de berg vijf opéénvolgende dagen gesloten is vanwege het weer of dat je na veertig uur reizen in Nieuw-Zeeland aankomt en al je spullen zoek zijn, maar dat is te relativeren. Over die trip naar Nieuw-Zeeland gesproken, ik kwam daar aan en toen overleed mijn opa. Ik heen en weer voor de begrafenis. Uiteindelijk was ik in een week anderhalf keer de wereld rond gevlogen. Je kan wel zeggen dat ik even klaar was met vliegtuigen, sindsdien ben ik Staralliance goldmember!

Mijn dank gaat uit naar mijn sponsors. Nitrobindingen en -boots, ik rijd ze sinds dag één, zit in het Europese team en heb niets dan lof over voor het materiaal en de mensen achter het merk. Van Vans krijg ik altijd frisse schoenen, voor, tijdens en na het snowboarden. In Snowworld mag ik lekker gratis snowboarden en fi tnessen. Eyewear heb ik van Ashbury, de relatie is nog pril, sinds januari, maar ik vind het erg toffe spullen. Clast houdt mijn nek lekker warm en mijn laatste aanwinst in de vorm van Volcom zorgt dat ik er altijd stijlvol bij loop.

 

 van