20-10-2020 - Wielrenblad, Leesvoer

Winterkleding: Hoe blijf je warm op de fiets deze winter?

Nu het kwik steeds lager komt te staan kunnen de ritten op mountainbike of racefiets wat meer moeite kosten. Zeker wanneer je daar ook een incidenteel buitje bij optelt kan het rijden in de winterse maanden een ware uitdaging vormen.
Gelukkig leven we in tijden waarin we ons kunnen wapenen tegen Moeder Natuur door het dragen van de juiste kleding. Maar wat is nu precies de ‘juiste’ kleding? En hoe zorg je ervoor dat je de correcte keuzes maakt bij aanschaf? Lees alles wat je moet weten om goed beschermd en voorbereid de winter in te gaan. Zodat jij, en niet het weer, bepaalt wanneer je gaat rijden. 

Je goed kleden is een kunst. Immers, je lichaam is koud bij de start en wordt steeds warmer naar gelang je je inspant. De warmte die je lichaam produceert, moet het ook kwijt. Naast warmte zal het tevens transpiratievocht kwijt moeten. Tegelijkertijd wil je je lichaam beschermen tegen regen en wind en daarnaast comfortabel op temperatuur houden. Ofwel: een hoop tegenstrijdigheden. Laten we bij het begin beginnen, welke opties zijn er om je tegen de elementen te beschermen? 

Laag voor laag 

Je zal ongetwijfeld al eens gehoord hebben van het kleden in laagjes. Maar wat is nu de beste opbouw? Eerst kijken we naar het opbouwen van laagjes en vervolgens naar de opties voor de rest van je lichaam. 

Basislaag 

De basislaag is de enige laag die je direct op je huid draagt, deze laag zorgt voor isolatie en afvoer van transpiratievocht. Hoe beter deze laag zijn werk doet, hoe warmer en droger je blijft. Een basislaag bestaat meestal uit een nauwsluitend shirt (met lange of korte mouwen) van een technisch materiaal met vochtafdrijvende en isolerende eigenschappen. Een iets duurdere optie is een shirt van merinowol, een natuurlijk garen dat voor fietsers gemaakt lijkt. Zo is het bacteriedodend, geurvrij, licht van gewicht, heeft het van nature een isolerende werking (het houdt je warm tijdens kou en koelt af tijdens hitte), voert het vocht goed af en zelfs wanneer het nat is, voelt het niet koud aan. 

Tussenlaag 

Deze laag bevindt zich tussen de buitenste laag en de basislaag en zorgt voor extra warmte. Afhankelijk van de kou kies je bijvoorbeeld voor een dikkere of dunnere tussenlaag. Dit kan van alles zijn, denk aan een fleece- of andere technische, isolerende trui. Beter voor extra isolatie vinden wij een jersey met volledige rits, zakken op de rug en een strakke fit. Dit voelt ook niet te bulky aan. Een tussenlaag gebruik je in de zomer meestal als buitenlaag. 

Buitenlaag 

Dit is de barrière die wind en regen buitenhoudt. Afhankelijk van je keus om wel of niet tijdens de regen te gaan rijden kan dit dus een winddicht jack zijn, of een wind- en regendicht jack. Let vooral bij de buitenste laag op het gebruik: zitten er zakken in op praktische plekken, wil je een capuchon, zijn de kraag en manchetten verstelbaar, zitten er ventilatieritsen in, is het geheel klein op te vouwen, et cetera. Omdat je de isolatie kan tunen met de tussenlaag, is een buitenlaag vaak een dunne shell. Hoe hoger het ademend vermogen van deze laag is, hoe meer transpiratievocht er zal worden afgevoerd. 

Benen 

Tot zover je bovenlijf. Je benen zijn iets eenvoudiger: aangezien zij al het werk moeten verzetten zullen deze al snel op temperatuur komen, maar we willen ze natuurlijk wel tevreden houden. Ondanks dat er voldoende mensen zijn die ook op de koudste dagen nog in een korte broek rijden, is het verstandig je benen te beschermen tegen de kou. Een goede basislaag is een bibtight (strakke lange broek met of zonder zeem) met lange benen, een dunne fleecevoering en, afhankelijk van je gebruik, een wind- en/of waterdichte coating. Een model met bretels heeft als voordeel dat je onderrug ook goed op temperatuur blijft. Rijd je met regelmaat op de onverharde paden of trails door het bos dan is het prettig een (spat)waterdichte short over je bibtight te dragen, om zo je kont te beschermen tegen het opspattende water. Een andere optie is om een warme bibshort (korte koersbroek) aan te vullen met winter-beenstukken die eveneens isoleren en de wind en/of regen buitenhouden. 

Voeten 

Gaan we nog een stapje naar beneden, dan komen we uit bij je voeten. Omdat je lichaam drukdoende is de vitale onderdelen warm te houden en je voeten het verst van je pompende hart zitten, koelen ze snel af. Je kunt je voeten beschermen met technische, dikkere sokken, ook hier is merinowol een mooie optie. Daarnaast bestaan er regen- en/of winterschoenen die wind- en/of waterdicht zijn. Rijd je voornamelijk op de weg, dan zijn schoenhoezen een mooie en betaalbare optie om je zomerse schoenen ook in de winter in te zetten. Rijd je meer op de trails, dan zijn waterdichte sokken een goed alternatief voor een aparte winterschoen. 

Handen 

Bescherm ook je handen goed. Dankzij de grip blijven je palmen meestal wel mooi op temperatuur, echter vangt de buitenzijde van je handen alle kou en rijwind op. Een handschoen moet dus vooral winddicht zijn en een dunne voering hebben. De palm wil je het liefste zo dun mogelijk hebben om een goede controle over je stuur te behouden. Wil je ook in de regen rijden, dan kun je kijken naar een waterdichte handschoen. Nadeel is wel dat deze op langere ritten vaak te warm worden. 

Hoofd 

Dan blijft eigenlijk alleen je koppie over. Onder je helm draag je het liefste een cap of mutsje van microfleece. Belangrijk is dat het lekker dun en zo naadloos mogelijk is, zodat het goed onder je helm past. Heb je het snel warm op je hoofd, dan kan een hoofdband volstaan waarmee je je oren beschermt. Een Buff (zie ons artikel elders in dit magazine), een kokervormig stukje stof dat je om je nek draagt, is een onmisbaar accessoire waarmee je je nek, gezicht en eventueel zelfs je hoofd warm houdt. Als laatste is een bril prettig om je ogen te beschermen tegen opspattend water van zowel je voorwiel als je voorganger. 

Externe factoren 

Nu je weet welke opties je hebt kunnen we kijken naar de factoren die van invloed zijn op je kledingkeuze. Er zijn met bovenstaande opties ontelbare combinaties mogelijk, maar welke sluit nu het beste bij jouw rit aan? Of je de temperatuur tijdens je rit als te warm, te koud of precies goed ervaart, is afhankelijk van het samenspel van de volgende factoren: 

  • Buitentemperatuur: Een lagere temperatuur vereist meer winddichtheid en meer warmte-isolatie.  
  • Wind- en rijsnelheid: als het hard waait of je snelheid is hoog, verlies je meer warmte dan bij windstil weer of lagere snelheid. 
  • Winddichtheid en ademend vermogen van de buitenlaag: is je buitenlaag goed winddicht, dan kun je in veel gevallen volstaan met slechts een enkele basislaag. Maar let op: als de buitenlaag niet goed ademt, zal je basislaag doorweekt raken met zweet en koel je alsnog hard af.  
  • Trainingsintensiteit: hoe hoger je hartslag, hoe meer warmte je lichaam genereert en hoe minder isolatie je nodig hebt. Maar met je hartslag gaat ook de zweetproductie omhoog en wordt de noodzaak voor goed ademende kleding dus groter. 

Kijk dus goed welke factoren van toepassing zijn op jouw rit en pas daar je kleding op aan. Hierbij zou je focus dus moeten liggen op het reguleren van je lichaamswarmte, niet enkel op ‘warm blijven’. Immers, oververhit rijden kan net zo vervelend zijn als het koud hebben, het is dus zaak ervoor te zorgen dat de hitte weg kan. Daarnaast is het goed te weten dat vocht (lees: zweet) een isolatie-killer is. Bij gemiddelde inspanning is een liter zweten per uur niet abnormaal: vocht waarvan je wil dat het zo snel en effectief mogelijk afgevoerd wordt om te voorkomen dat je lichaam nat en dus koud wordt.  

In de praktijk 

Is het tien graden, droog en rij je op hoge intensiteit met je mountainbike door het bos? Start dan koud: wanneer je opstapt is je hartslag laag en produceer je nog niet zoveel warmte als wanneer je eenmaal op gang bent. Zou je je direct zodanig warm aankleden dat je warm start dan is de kans groot dat je na vijftien minuten al nat bent van het transpireren, waardoor je het sneller koud krijgt. Kies bijvoorbeeld voor een basislaag en een niet te warm en niet-waterdicht jack, dat uitstekend ademt. Verder draag je een bibshort met beenstukken of bibtight en dunne handschoenen, over- of winterschoenen zijn alleen nodig als je snel koude tenen hebt. 

Doe je onder dezelfde omstandigheden een intervaltraining op de weg? Dan kun je vrijwel dezelfde outfit aan. Let erop dat de (wind)snelheid hoger is, dus kies als het mogelijk is voor een goed winddicht jack dat uitstekend ademt. Over- of winterschoenen zullen prettig zijn. 

Echter, rijd je met dezelfde temperatuur een duurtraining (dus met een lagere intensiteit) op je racefiets en waait het behoorlijk? Dan zul je moeten zorgen voor meer isolatie of een betere winddichtheid. Voeg bijvoorbeeld een tussenlaag toe, of kies voor een warmer jack. Ga voor warmere hansschoenen en vergeet zeker je overschoenen niet. 

Is er kans op regen? Dan wordt de noodzaak voor goede kleding des te groter, want alleen goede kleding combineert waterdichtheid met ademend vermogen. In de regen raak je zelfs met waterdichte kleding uiteindelijk vaak doorweekt, door de verminderde ademende werking. Zorg dus ook voor een extra warm laagje, maar vooral: zorg dat je hartslag hoog blijft. Rustig trainen onder de tien graden met regen is geen pretje. 

Een doordachte kledingkeuze maakt het verschil tussen comfortabel afzien en oncomfortabel afzien een wereld van verschil. Denk goed na over het soort inspanning dat je van plan bent te leveren en over de omstandigheden buiten. Kies de juiste combinatie, zodat je de komende winter extra veel uurtjes op de fiets kunt doorbrengen. 

 van