09-09-2021 - Windsurfen, Nieuws, Leesvoer

Eurotrip

Roadtrip van twee Duitsers naar achtereenvolgens Sardinië, Marseille en Bretagne. Herfstactie, van azuurblauw tot rauw. Lifestylefoto’s van in rond het water en wat landschap/lifestyle. Wat doe je als windsurfen je beroep is, vliegen not done vanwege corona en de wind rond je thuishaven in Noord-Duitsland inkakt? Precies: je trekt zuidwaarts. Leon Jamaer en fotograaf Leif Bischoff beproefden afgelopen herfst hun geluk in Italië en Frankrijk, en kregen loon naar rijden.

Niet voor de westkust van Amerika in het midden van de Stille Oceaan, maar in de Middellandse Zee nabij het Italiaanse vasteland – Hawaï en Sardinië lijken niet veel gemeen te hebben. In plaats van heavy swell en constante passaatwinden, staat de Middellandse Zee meer bekend om lokale zijn windsystemen en vlakwaterspots. Toch raakte Kauli Seadi hier een paar jaar geleden prettig verdwaald; heeft het eiland meer te bieden voor degenen die smachten naar golven dan je zou denken?

Dat is onze hoop, want precies aan het begin van onze drie weken durende trip zijn de windkaarten van Europa zo bleek als Leifs kantoorsmoel. Ik heb al vaker meegemaakt dat wanneer de windsystemen in Noord-Europa inkakken, het de moeite waard is om naar de anders vaak windstille streken verder naar het zuiden te kijken. De berichten afkomstig van de Middellandse Zee bewijzen mijn gelijk. Mijn Italiaanse maatje Elia wil ook die kant op: ‘Zie je in Capo Mannu. Geloof me, Sardinië is magisch!’

Een kleine twee uur nadat we de knoop hebben doorgehakt zuidwaarts te gaan zitten we in de auto op de A7. We hebben onze vriendinnen uitgelegd dat we heus niet gaan om op het strand te liggen, pizza te eten en rode wijn te drinken en beloofd dat we onze Speedo’s thuis laten. We hebben zelfs de zegen van het Duitse RIVM, want Italië is een van de weinige Europese landen die niet als risicogebied worden beschouwd.

Na ongeveer vijftien uur bereiken we de Middellandse Zee. In Livorno rollen we ‘s avonds de veerboot op, om de volgende ochtend ontspannen en uitgerust aan te komen in Olbia in het noordwesten van Sardinië. Van daaruit gaat het over het dunbevolkte eiland naar de westkust. De Capo Mannu ziet er kaal en verlaten uit, en het stormt en regent. De Mistral, die langs de Pyreneeën en over de Middellandse Zee waait om uiteindelijk vanuit het noordwesten de kust van Sardinië te bereiken, brengt behoorlijke golven en koele Atlantische lucht met zich mee. Met winterjas aan tuig ik alvast mijn 4,5 op. Zodra de lucht opklaart, beproef ik ongeduldig mijn geluk en klim – met de gedachte ‘zal wel loslopen’ – via een beschut gelegen rotspartij naar het water. Het loopt niet los. Leif, die voor de reis spiksplinternieuw materiaal heeft gekocht, kijkt sceptisch toe vanuit de auto en ziet hoe ik met (eveneens nieuw) materiaal en al meegenomen word door de eerste de beste wildwaterroller en over de scherpe stenen word gesleept. Voordat ik zelfs maar op de plank sta, heb ik een opengesneden voet met restjes zee-egel erin.

Ondertussen vaart een andere windsurfer op zijn gemak van de baai naar punt toe. Aangezien het deze dag relatief offshore waait en er langs de kant nauwelijks wind staat, lijkt het opkruisen de verstandigere manier om op de spot te komen. Bij de tweede poging werkt het echter ook vanaf de rotsen, en plotseling is daar dat Hawaïaanse gevoel. Wind van rechts voor een 4,5-je, masthoge golven en aangenaam warm water dat ten opzichte van de Noordzee bijzonder zacht aanvoelt. De swell die door de Mistral-wind met een vrij korte periode is opgewekt, draait rond de kaap de kleine rotsachtige baai binnen en sorteert zich uit. Het oppervlak van de golf is eigenlijk net zo clean en perfect als in Ho’okipa; de golfritten aan de binnenkant langs de rotsen zijn bijna net zo riskant.

Waar ik de golven aanvankelijk deel met slechts één local, kruist er al gauw een armada van bijna twintig kiters richting de punt, evenals een handvol windsurfers. Binnen een uur is de spot helemaal vol – ook dat kennen we van Maui. Tegen de avond wordt de spot weer leger en glijden we de ene blauwe muur na de andere naar beneden. Ook op het water is Elia, die zo enthousiast is met elke golf die we rijden dat het lijkt alsof hij mee aan boord is. Sardinië verwelkomt ons met al zijn magie.

Het ziet ernaar uit dat de wind de komende dagen wat gaat afzwakken, Capo Mannu niet meer met volle kracht raakt en naar het westen en dus te onshore gaat draaien. De noordkust van Sardinië, waar westelijke winden sideshore waaien, wordt onderwerp van gesprek. Dat de wind versnelt in de Straat van Bonifacio tussen Corsica en Sardinië is een andere reden om de auto te starten. De parkeerplaats van Cala Pischina is al bezet door windsurfers als we aankomen. ‘No kiters!’ staat op het asfalt gekalkt. De Baai van Pischina zal de komende dagen onze go-to spot zijn. Net als aan de westkust zijn er in de baai overal scherpe rotsen – de meeste onder water en vaak ook middenin de brekende golven. Niet zelden piept er plots een rots door de golf naar boven, klaar om omver gevaren te worden. Als je eenmaal wat meer op je gemak bent in de uitdagende omstandigheden, liggen mooie golfritten in het verschiet. De locals laten zien hoe je je perfect kunt positioneren zodat je bij een eventuele crash niet gelijk op de rotsen ligt. Van oude singlefins en krokante monofilmzeilen tot het allernieuwste materiaal, alles is op het water te vinden. Maar of het nu om old of newskool gaat, alle windsurfers hebben één ding gemeen: ze gaan zo verticaal en zo hard mogelijk voor elke lip.

Iedereen die ooit in Haakgat in Zuid-Afrika is geweest, weet hoeveel Italianen houden van down-the-line omstandigheden. Ook al is de golfkwaliteit bij lange na niet die van deze Zuid-Afrikaanse pointbreak, je ziet hier veel blije gezichten. De sfeer op de parkeerplaats, van waaruit je de golven goed kunt zien, is ontspannen en gemoedelijk. De wind is echter behoorlijk wispelturig. Soms onshore, dan weer sideshore of offshore, soms stormachtig, dan weer kalm, met daarbij afwisselend zon en regen. We besluiten wat rond te rijden en op zoek te gaan naar betere of makkelijkere spots. Eén goed advies krijgen we mee van de Italianen ter plekke: ‘Als de wind en de golven er zijn, ga dan gelijk het water op!’ De wind is simpelweg te inconsistent – een regenwolk kan elk moment opkomen en het systeem volledig lamleggen.

Na een week Sardinië zijn we meer dan tevreden over de opbrengst. De meeste spots bleken verrassend uitdagend. Klein minpuntje: hoewel het behoorlijk druk kan worden op het water, is het lastig om aan land een open ijssalon te vinden. Als de Mistral in kracht afneemt kunnen we eindelijk onze warme truien en winterjassen opbergen. Bij windstilte en een stralende zon verzorgen we onze wonden, ons materiaal en plannen we onze volgende stappen.

Marseille

De Atlantische Oceaan laat van zich horen: verschillende voorspellingsmodellen kondigen de eerste winterstormen aan. Een nachtelijke overtocht met de veerboot en we komen aan in Genua op het Italiaanse vasteland. De eerste pauze op weg naar de Atlantische Oceaan houden we in Marseille. De reden: storm uit het zuidoosten. Een klein maar sterk windveld belooft twee dagen met fantastische wind-van-links-omstandigheden op de Franse topspot Carro. Hoewel er aan de Franse grens nauwelijks wind staat, blaast het in Carro al goed voor 4,0. Verbazingwekkend genoeg staan er ondanks de korte fetch behoorlijk grote golven. Met mijn benen nog lammig van de vijf uur durende rit, schiet ik mezelf af in een hoge backloop.

De set erachter nagelt me volledig onderuit en maalt het materiaal weg, terwijl ik er in de sterke stroming achteraan probeer te zwemmen. Anders dan op Sardinië bevinden de rotsen zich hier vooral aan land, maar dit keer heb ik de kracht van de golven onderschat. Ook collega Marc Paré, die speciaal uit Spanje is komen rijden, heeft niet alleen een paar schitterende ritten, maar ook keiharde exits. Corona en avondklok kunnen niet verhinderen dat de Franse windsurfscene een dagje komt stormchasen op het strand van Marseille. PWA-freestylers Antony Ruenes en Jacopo Testa, met wie we een paar dagen eerder ook al de golven deelden op Sardinië, zijn van de partij, evenals de slalomzwaargewichten Cédric Bordes en Cyril Moussilmani.

En dan, na twee dagen actie, gaat de wind weer liggen en is het spektakel voorbij.

Bretagne

Door naar Bretagne, een regio waar zowel Leif als ik niet echt bekend zijn. Wat we wel weten is dat bij het passeren van een lagedrukgebied de wind, net als aan de Noord- en Oostzee, meestal eerst vanuit het zuidwesten waait – met veel regen – en later van west naar noordwest draait. Voor de komende dagen belooft de voorspelling een enorm lagedrukgebied dat veel wind en swell zou moeten brengen.

Voor windsurfen in Bretagne moet je naast wind en golven ook nog een andere factor incalculeren: het getij. De coëfficiënt van hoog- en laagwater is gemiddeld vijf tot acht meter en bepaalt of een spot vaarbaar is of niet. We pluizen de Windsurfers Guide Europe na en doen navraag bij twee Fransozen die we het jaar ervoor in Ierland hebben ontmoet. Uit de verschillende en soms tegenstrijdige informatie komen drie spots bovendrijven: het immer populaire Le Dossen, het Île aux Vaches dat beroemd is geworden door de vele big wave-missies van Thomas Traversa en Mélédan, een mystieke spot met grote golven op het Île de Vièrge, al lijkt niemand echt te weten of je hier goed kunt windsurfen.

We hebben een paar goede dagen in Le Dossen. De grote zandbaai werkt met wind uit zuidwestelijke richting, bijna alle golfhoogten en zelfs verschillende getijden. Afhankelijk van de waterstand lopen de verschillende zandbanken soms beter, soms slechter. Doordat de vele windsurfers verspreid zijn over de baai, is er meer dan genoeg ruimte. We ontmoeten Adrien, een van onze ‘informanten’. Op zijn busje staan de woorden ‘Rendez nous la mer’ – geef ons de zee terug. In het voorjaar was het beoefenen van watersporten in Frankrijk nog een strafbaar feit. Adrien prijst zich gelukkig dat nu de eerste herfststormen eraan komen hij zich in ieder geval overdag vrij kan bewegen. Met hem vele andere Fransen, die ondanks het herfstweer naar de kust komen om te genieten van de woeste zee en de frisse lucht.

De wind draait naar het noordwesten en we rijden ‘s avonds richting Audierne om in Île aux Vaches het water op te gaan. Het koeieneiland telt allang niet meer als geheimtip –we willen op het water zijn voordat de spot te druk wordt en staan ongeveer een uur voor zonsopgang op. Terwijl de koffie nog aan het pruttelen is, heerst er buiten onze bus al enige hectiek. Een langharig, mager mannetje en zijn maatje tuigen in het donker hun zeilen op. Het blijkt Thomas Traversa, die uitlegt dat hij maar een uurtje heeft, dan moet hij terug zijn in zijn vakantiehuisje om uit te checken en zijn gezin op te halen – tijd om te kijken of er überhaupt voldoende wind staat heeft hij niet. Als Leif en ik bij de break aankomen, heeft Thomas al een dozijn masthoge golven gereden. De zon komt op, Thomas verdwijnt en de oceaan is ineens weer vlak. Er breekt nauwelijks nog een golf op de lange rotsachtige uitloper. Geluk of ervaring? Waarschijnlijk beide.

Kort voor het einde van de reis komt de langverwachte gigaswell die Mélédan tot leven wekt, een spot die ik al heel lang wilde surfen. Hoewel de break bijna alle moeilijkheden van de eerder gesurfte golven combineert, beproeven Leif en ik ons geluk. Hoe het was? Laten we het erop houden dat het mystieke karakter van dit stuk kust blijft bestaan…

Voor meer Windsurf nieuws, windsurfen, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu Windsurf magazine en word abonnee van Motion #1 en volg onop Facebook en Instagram!

 van