Route: Levico

De ‘Mediterrane Alpen’ rond het Italiaanse Levicomeer zijn een speeltuin voor wielrenners, met routes in alle windstreken. We beklimmen er de krankzinnige Kaiserjägerstrasse en ontdekken de verborgen Passo Manghen in het Lagorai-gebergte. Daar trotseren we steile hellingen en slalommen langs koeien met uitzicht op de ongerepte vallei.

Tekst en beeld: Bram de Vrind

De Tiroler Kaiserjäger bouwden voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog een militaire weg vanuit de Sugana-vallei naar de hoogvlakte van Lavarone die later het front tussen Oostenrijk-Hongarije en Italië zou vormen. De ‘Kaiserjägerstrasse’ diende tijdens de oorlog als bevoorradingsroute, maar begon in vredestijd aan een tweede leven als een van de mooiste panoramawegen van Trente. Deze zomermorgen beklimmen we de steile weg (8,2 kilometer, gemiddeld 9,4 procent) vanuit Caldonazzo met een mix van afzien en verwondering. De klim begint met venijnige stijgingspercentages in een vochtig bos dat door de hitte aanvoelt als een sauna. Na de eerste tunnel volgen de weidse vergezichten. De weg meandert slechts enkele meters breed dicht langs een steile rotswand. We rijden met uitzicht over de toppen van het Lagorai-gebergte en de Sugana-vallei die wordt gedomineerd door de meren van Levico en Caldonazzo die gebroederlijk naast elkaar liggen, gescheiden door een heuvelrug. Een plaquette aan de rotswand herinnert aan het pionierswerk van de soldaten van het Tweede Kaiserjäger Regiment. We knijpen in de remmen om te genieten van het uitzicht op de krankzinnige weg die de kaiserjäger hebben uitgehouwen in de rotsen met uitzicht op de meren in de vallei.

Sneeuwstorm

Maarten, Tobias en ik zijn naar het Noord- Italiaanse Levico afgereisd om de routes van Roadbike Holidays rond de Suganavallei te verkennen. We hebben onze intrek genomen in sporthotel Cristallo in het toeristische plaatsje Levico Terme, dat in de negentiende eeuw bekend werd als kuuroord en nog altijd een beetje mondaine flair heeft. De streek in de provincie Trente, die grenst aan de Dolomieten in het noorden en de Garda-regio in het westen, is bekend om zijn appel- en wijngaarden die in de valleien en in terrasvorm tegen de bergen zijn gebouwd. De bekendste wijnboer is misschien wel wielerlegende en zoon van de streek Francesco Moser. De oud-winnaar van de Giro d’Italia (1984) produceert er wijnen van Chardonnay- en Pinot Noir-druiven die hij verbouwt op rotsachtige bodem. De regio wordt vanwege zijn milde klimaat ook wel de ‘Mediterrane Alpen’ genoemd. Het fietsseizoen duurt er acht maanden, van maart tot en met oktober. De voertaal in de streek is Italiaans, maar je kunt er op veel plekken ook met Duits terecht.

Gelegen in een lager deel van de Alpen en met zijn vele bergpassen, biedt de streek gevarieerde routes in alle windstreken. Naast de roemruchte Kaiserjägerstrasse (1261 meter) kun je er bekende cols uit de Giro d’Italia bedwingen, zoals de Monte Bondone (1654 meter), waar Charly Gaul in 1956 zegevierde tijdens een sneeuwstorm, de Panarotta (1780 meter) en de verstilde Passo Manghen (2047 meter), de hoogste van de regio die ook op ons programma staat. Voor monstercols ruim boven 2000 meter moet je echter naar hogere delen van de Alpen reizen.

Levico fietsen

Uiterste krachtinspanning

Op de Kaiserjägerstrasse (Italiaanse naam: Menador) passeren we de tweede tunnel om te beginnen aan een serie haarspeldbochten langs een rotswand. Daar laten we het uitzicht voor wat het is om zo hard mogelijk te klimmen. Maarten rijdt al gauw van ons weg. Ik zet de achtervolging in, terwijl kilometerbordjes in de berm gemiddelde stijgingspercentages tot 12,1 procent aangeven. Met een uiterste krachtsinspanning pak ik het wiel van Maarten. Maar juist op dat moment versnelt hij en breekt bij mij het elastiek. Met deze lepe actie bereikt Maarten als eerste de top.

We meanderen over het plateau dat ‘s winters populair langlaufgebied is, en stoppen in het dorpje Gionghi voor een cola en perfect gegaarde pasta bolognese. In de namiddag dalen we langs de schaduwrijke flanken van de panoramaberg Becco di Filadonna en duiken naar de oevers van het Caldonazzo meer, waar een zonnebrillenverkoper zijn boeltje pakt en badgasten hun handdoek opvouwen na een dag bakken in de zon. Een halfuurtje later zit ook onze ‘werkdag’ erop en stallen we de fietsen in het hotel.

De volgende morgen krijgen we ‘hoog bezoek’. We trekken op met oud-profrenner Stefano Casagranda, die tijdens zijn carrière tussen 1996 en 2004, vier keer de Giro reed. De voormalige knecht van MG Maglificio-Technogym runt tegenwoordig twee fietsenzaken in Levico Terme. Als we rond de afgesproken tijd bij een van zijn winkels aankomen, is hij nog in de weer met twee klanten. ‘Ten minutes!’, roept hij. Het zullen er op z’n Italiaans twintig worden. Casagranda heeft een paar fietsmaten opgetrommeld en om de delegatie nog zwaarder te maken, rijdt de burgemeester van zijn geboorteplaats Borgo Valsugana ook mee.

Koninginnerit

We rijden vandaag een Koninginnenrit van 110 kilometer met als hoogtepunt de ruim 2000 meter hoge Passo Manghen. Stefano rijdt met ons mee tot de voet van de klim. Hij gaat er niet graag naar boven. Hoewel de col praktisch naast zijn geboorteplaats ligt, beklom hij hem pas voor het eerst tijdens de Giro d’Italia van 1996. We rijden in oostelijke richting over het fietspad langs de Brentarivier met links de toppen van het Lagorai-gebergte, een van de meest ongerepte gebieden van de Alpen, waarin de Manghen-pas verscholen ligt. Stefano vertelt over de jaarlijkse Gran Fondo die hij organiseert om de begeleiding van jonge talenten uit de regio te bekostigen. Ondertussen maakt de burgemeester van Borgo tegenover Tobias volop reclame voor zijn gemeente en de topcoureurs die ze heeft voortgebracht. Naast Stefano Casagranda zag ook Matteo Trentin van team Quick-Step Floors er het levenslicht.

Levico fietsen

De burgemeester draait af in Borgo en Stefano keert om bij de espressostop aan de voet van de Manghenpas. Daar wacht ons uitdagend klimwerk. De 23,5 kilometer lange pas overbrugt een hoogteverschil van 1662 meter aan gemiddeld 7,1 procent. Hij begint in het Calamentodal als een loper, maar kent een venijnig steil slot van zeven kilometer met uitschieters tot 15 procent. ‘Als je op de top komt, zie je waar je tegenop bent gereden en vraag je je af hoe je dat zonder ijsbijl is gelukt’,omschreef tweevoudig Giro-winnaar Gilberto Simoni het slotstuk met gevoel voor drama.

Weg naar nergens

De Manghen-pas laat zich nog het beste omschrijven als een weg naar nergens. Het is geen verkeersader, je vindt er nauwelijks bebouwing en bovenop is, afgezien van een berghut, niets te beleven. De zuidzijde van de verstilde col werd dan ook pas in de jaren tachtig geasfalteerd. De Giro d’Italia had de klim toen al aangedaan, over de onverharde weg in 1976. De Belg Roger De Vlaeminck stapte af. Landgenoot Eddy Merckx liep minuten achterstand op en vond de klim geschikter voor cyclocross. ‘Het landschap is verbazingwekkend, maar op de fiets een marteling’, schreef destijds de Italiaanse krant La Stampa. De Giro zou de inmiddels verharde Manghen nog in 1996 met dus Stefano Casagranda, 1999, 2008 en 2012 aandoen. We klimmen langs wijn- en fruitgaarden in de drukkende warmte en slaan dan een verkoelend bos in. Bij het zevende kilometerbordje volgt een steile helling. Ik heb goede benen en ga ervandoor. Dan belanden we op een stuk valsplat. Hier is Maarten als hardrijder in het voordeel. Hij weet het gat met een flinke krachtsinspanning te dichten. Maar nog voordat hij in mijn wiel kan herstellen, versnel ik en breekt bij hem het elastiek. Het scenario van de Kaiserjägerstrasse gisteren ontvouwt zich in omgekeerde richting.

Levico fietsen

‘Bravi Ciclist!

Ik steek de rivier over. Een helling van vijftien procent leidt richting een dorpje. Ik kijk achterom en zie Maarten naderen. Schoolkinderen roepen ons toe: ‘Bravi ciclisti!’. Ik rijd een haarspelbocht boven het dorp zo hard mogelijk op om ervoor te zorgen dat ik snel bij Maarten uit beeld ben. Over valsplat duikt de weg het bos in. Ik schakel op het grote blad en maak vaart. Dan volgt een serie steile serpentines richting het zadel. Ik rijd met uitzicht over de ongerepte vallei met dichte wouden. Op een rots staat ‘VAI STEFANO’ gekalkt. Zou de aanmoediging voor Stefano Casagranda tijdens de Giro zijn bedoeld?

Regenwolken kruipen over de pas. Op de hielen gezeten door Maarten trotseer ik de steile bochten en slalom langs een kudde koeien. Ik weet: als ik niet voortijdig wegrijd, word ik erop gelegd in het sprintje naar de top. Ik versnel een paar keer uit het zadel, maar Maarten geeft geen krimp. Dan zet ik aan richting het bruine bord dat de 2000 meter grens markeert. Maarten lost. Het is dan nog maar honderd meter klimmen naar het ijzeren kruis op de top.

Trentino Corriere Alpi

We parkeren de fietsen bij de berghut op de Manghenpas en warmen ons aan de kachel. Aan de muur hangen werktuigen en grijze foto’s met de kaiserjäger uit de Eerste Wereldoorlog. We bestellen een cola en een smakelijke pasta.Tijd om verder te rijden. Het personeel van de berghut heeft een stapel kranten klaargelegd die wielrenners kunnen gebruiken om warm te blijven tijdens de afdaling. We maken dankbaar gebruik van de mogelijkheid. Ik steek de Trentino Corriere Alpi van gisteren onder mijn koerstrui en stap op de fiets. De afzink is minstens zo mooi als de beklimming. Na een korte serie haarspeldbochten onder de pashoogte, zakt de smalle weg langs bloeiende Alpenweides, waar nog een reeks haarspeldbochten volgt langs een berghut en boerderij. De weg kronkelt er als een spaghettisliert langs de helling. Dan suizen we een donker en betoverend bos binnen, waar de derde en laatste reeks serpentines volgt. Aan de voet van de pas gooien we de kranten in de papierbak en vervolgen onze weg door de kloofachtige Cembravallei. We rijden kop over kop langs het stuwmeer Lago di Stramentizzo, over spectaculaire boogbruggen en door tunnels. We kijken uit over dorpjes met ivoorwitte kerktorens die in terrasvorm tegen de bergwand zijn geplakt. Dan draaien we linksaf de Mocheni-vallei in, waar een rood omrand bord een helling van 13 procent aankondigt. Later doet een bord met 15 procent er nog een schepje bovenop. ‘Deze stond niet in het routeboek jongens!’, zegt Tobias.Het zweet drupt vanonder mijn helm. Ruim drie kilometer kruipen we omhoog door het zijdal over de steile beklimming.

Krant fietsen voor afdalen

Kopgroep in de Giro

Op de hoogvlakte kunnen we eindelijk weer tempo maken. Na Bedollo loopt de weg zelfs lichtjes bergaf. Als een kopgroep in de Giro snellen we langs de toeristen en bootjes op de meren Lago di Piazze en Lago della Serraia. Maarten komt als hardrijder in zijn element en jaagt het tempo elke kopbeurt omhoog. Dan volgt de afdaling naar de Sugana-vallei. Een grijze man rijdt ons in een Piaggo-driewieler met hond op de passagiersstoel tegemoet. We dalen langs wijn- en appelgaarde met uitzicht op het meer van Caldonazzo. Dan beginnen we aan het laatste klimmetje vanuit Pergine richting het Levicomeer. De Poggio-achtige helling van twee kilometer tegen zo’n zes procent stelt weinig voor, maar laat ons na honderd kilometer fietsen flink afzien. Als beloning krijgen we uitzicht op het diepblauwe Levicomeer in de schoot van de bergen. Vanaf de oevers weerklinkt het geluid van badgasten. Aangekomen bij het hotel wacht een koud biertje in de zon. Onze fietsdag is compleet.


Roadbikes Holidays

Roadbike Holidays biedt fietsvakanties aan vanuit sporthotel Cristallo in Levico Terme. Het hotel heeft goede faciliteiten voor fietsers, zoals een bikewash en afgesloten fietsenstalling in Levico. Meer info: www.roadbike-holidays.com
Hotel Sport &T Wellnes Hotel Cristallo www.hotelcristallotrentino.it

Fietsklimaat levico
Mrt: min 2°C – max. 15°C
Apr: min. 5°C – max. 19°C
Mei: min. 9°C – max. 23°C
Juni: min. 13°C – max. 27°C
Juli: min. 15°C – max. 29°C
Aug: min. 15°C – max. 28°C.
Sept: min. 11°C – max. 25°C
Okt: min. 6°C – max. 19°C