28-01-2021 - Wielrenblad, Leesvoer

Column – Vriendschap

Mijn eerste aanraking met de fiets vond rond mijn zestiende plaats op de mountainbike. Een buurjongen van me kreeg een MTB van zijn vader. In het weekend had de zoon het doorgaans druk met nachtelijke escapades. Zijn vader wilde hem met behulp van een fiets behoeden voor de echte afgrond en nam hem op zondagochtend mee naar het parcours van Schoorl. Ze vroegen mij mee voor de gezelligheid. Ik had zelf al een Koga Miyata Valley Runner waarop ik mijn krantenwijk reed. Met een hardtail zonder voorvering stuiterde ik over het parcours. Er was meer. Al snel werden we beste vrienden en praatten we dag in dag uit over verzetten, het aangrijpen des cantilevers en bespraken we likkebaardend de toen innovatieve hydraulische velgremmen. 

In mijn twintigerjaren reed ik met een groepje dat de Buffelaars heette. Jarenlang trainde ik ‘s zomers iedere dinsdag vanaf het moment dat de klok omging. Ik kende geen van de renners bij hun achternaam. Ik herkende ze aan hun benen, de ratel van hun freewheel of de geur van hun shirt. In de winter sprak ik niet één van hen, maar als de dagen begonnen te lengen miste ik ze. Het waren mijn beste vrienden. Op dinsdagavond dan. Dat ik niet de enige was die er zo over dacht bewees één van hen, Jurgen. Hij moest een tijdlang afhaken door hartproblemen. Op een keer verscheen hij plots weer bij de molen waar we altijd afspraken. Iedereen feliciteerde hem met zijn comeback. Na afloop bood hij aan ons te trakteren. Hij bleek jarig te zijn. Zijn vrouw had hem gevraagd wat hij het liefst wilde hebben. Een ritje met de jongens, had hij geantwoord. Ik had hetzelfde kunnen zeggen. 

Toen ik een paar jaar geleden terugkwam van een fietsvakantie met een stel vrienden vroeg mijn vriendin hoe het met de anderen was. Of die ene al een nieuwe baan had, of hoe het met de relatie van die ander ging. Ik moest haar op alle vragen het antwoord schuldig blijven. Wel wist ik wie er klom met een drieëntwintig, wie een nieuw zadel had, wie er per ongeluk voor de double dip in de vaseline was gegaan en nog veel meer. Een week lang hadden we over niets anders gepraat dan over de fiets. Toch waren we er allemaal van overtuigd dat we als vrienden dichter bij elkaar waren gekomen. 

Tijdens de lockdown had ik geen groepjes om mee te fietsen. Niemand om mee over verzetten te praten of over de wind. In mijn hoofd bleven zelfs tijdens de training de zorgen malen over corona, de economie, de werkgelegenheid en meer van dat al. Inmiddels zijn mijn trainingsgroepjes weer op stoom, voor zolang het duurt. Met een brede glimlach vang ik elke rit aan en praat ik weer over wat echt belangrijk is. De tour van Jumbo-Visma, de nieuwe overschoenen van mijn kameraad, de waanzin van operatie Aderlass. Fietsen is niet alleen maar fietsen, fietsen is ongecompliceerde vriendschap. 

Tekst door Thomas Kruithof
Beeld door Michiel Maas


Dit column komt uit de nieuwste uitgave van Wielrenblad #4 2020. kun je bestellen in de Soul Webshop. Losse exemplaren zijn ook weer verkrijgbaar in de betere boekhandels. Ook is het blad beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Wielrenblad. Dan ontvang je alle nummers als eerste in je brievenbus en profiteer je van alle voordelen voor onze trouwe abonnees. Bovendien houd je ook meer tijd over voor je volgende tocht!

 van