Het Duel: Specialisme vs. Allround
Wanneer je een fanatieke skier spreekt, presenteert diegene zich vaak als een freerider, parkskier, racer of zelfs een subcategorie hiervan. En het lijkt er op, dat hoe fanatieker skiers worden in hun niche, hoe meer ze andere wijzen van skien links laten liggen. De echte professionals kunnen meestal wel een beetje van alles: ze hebben een race-achtergrond,
hebben hun roots in freestyle en zijn daarna gaan freeriden. Zouden nicheskiers niet veel meer uit zichzelf kunnen halen als ze zichzelf blootstellen aan diverse ervaringen? Moet je om beter te worden en/of meer plezier te kunnen halen uit je afdalingen buiten je eigen specialisatie kijken?
De stelling: ‘Voor optimale afdalingen moet men alle disciplines beoefenen’
Rogier:
Allround versus specialisatie. Het doet me denken aan de aanschaf van ski’s. Neem je nu die allround, one-quiver ski, wat eigenlijk niks anders is dan een groot compromis, of toch die begeerde, compromisloze hardcore freeride lat. Met de stelling ‘Voor optimale afdalingen moet men alle disciplines beoefenen’ is het eigenlijk net zo. De gemiddelde fanatieke skier mag blij zijn als hij 25 dagen in de sneeuw staat. Sta je eindelijk in de sneeuw, ben je de helft van de tijd bezig met het bedwingen van die zo gehate buckels of slalompoortjes. Want anders zou ik mezelf – om een complete skier te worden en nog beter te leren afdalen – toch tekort doen?
Vaak wordt in deze discussie een vergelijking gelegd met pro-skiers die eerst een jarenlange race-achtergrond hebben opgebouwd en vervolgens zijn gaan freeriden. Skiers die dankzij die race-achtergrond gewend zijn aan snelheid, lef en een perfecte balans hebben. Uiteraard zie je dit terug in hun skikunsten, maar besef goed dat daar vele jaren aan training aan vooraf zijn gegaan. En vaak zit het verschil dan in de marge. Training en vooral tijd die de fanatieke skier er in Nederland nooit in kan en zal steken. De vergelijking trekken met de professionele skiers is leuk, maar gaat voor negenennegentig procent van de fanatieke skiers niet op.
Daarnaast weten we niet eens in hoeverre uitstapjes naar andere skiniches uberhaupt noodzakelijk zijn. Skiers als Sammy Carlson, Andreas Hatveit en Reine Barkerd zijn altijd bij hun eigen discipline gebleven. En nu blijkt dat ze nog goede allround skiers zijn ook. Niks geen background in de racetak. Gewoon de discipline beoefenen die jij wilt, en zo vaak mogelijk.
Dat couloir strepen of die 360 springen leer je echt niet door buckels te skien of slalompoortjes te rammen. Het is een kwestie van doen en de mogelijkheden zijn er altijd. Hoe verklaar je anders dat als je een freeridetraining bij Powder Extreme boekt, je toch echt gewoon in de pow staat en niet in het park? Voor de gemiddelde fanatieke skier valt er nog zoveel bij te leren in de eigen discipline, dat er geen noodzaak is om andere disciplines te beoefenen. Ski gewoon achter gasten aan die net wat beter zijn dan jij, kom uit je comfortzone, push jezelf en val wat vaker!
Als ik dan toch een tip mag geven… Een belangrijk onderdeel van skien, bij welke discipline dan ook, is de balans en houding. Probeer voornamelijk deze aspecten te oefenen. Of boek een abonnementje op een rollerbaan. Techniek vanaf de basis opnieuw geleerd. Geheid dat je daar in de sneeuw van profiteert. Je bent ook geen kostbare sneeuwdagen kwijt aan een andere discipline dan je eigenlijk wilt. Let’s keep the free in freeskiing.
Roel:
Om meteen maar met de woorden van Tanner Hall te beginnen: ‘From slaying city rails, to slaying big park jumps, to slaying Alaska, to slaying BC and killing pillow lines. That’s the type of skier I’d like to see. Not focusing on one aspect, it’s just to him. Everything is so much fun!’ Dit is meteen het soort skier waar ik aan denk als mensen het hebben over freeskien. Ik denk
dan ook dat je pas een echt goede freeskier kan zijn als je ook echt verschillende aspecten van het skien beheerst. Want zeg nou eerlijk, wat is er mooier dan lekker door de pow knallen en
dan ook nog een drietje van die cliff kunnen springen? Natuurlijk kan je ook enorm veel lol hebben door ‘alleen maar’ door de pow te knallen, maar een relatief simpele trick geeft toch net wat extra’s aan die run.
Zelf ben ik ook begonnen met freeriden, en in de skivideo’s vond ik al dat parkgedoe maar onzin en oninteressant om naar te kijken. Alleen de shots van heupdiepe pow telden, en dat drietje wat dan af en toe gesprongen werd zag er wel leuk uit. Op een gegeven moment leek het mij toch ook wel leuk om eens een trick in de pow te proberen, maar dat bleek nog verdomd lastig te zijn. Afgelopen zomer ben ik dan ook de koelkast in gedoken om me eens wat verder te verdiepen in het freestyle skien. Ik paste totaal niet in het wereldje van oversized kleding en ingewikkelde termen, dus de eerste paar keer voelde ik me nog niet echt op mijn gemak. Na een aantal uren aanklooien kon ik nog steeds niet veel, maar het ging wel steeds beter. Het was toch echt wel een hele andere manier van skien en ik had er dus echt een uitdaging bij.
Geinspireerd door onder andere John Olsson (die weer druk bezig is met z’n racecarriere, terwijl hij ook nog steeds in het park te vinden is) en Mike Douglas (die vroeger een gerenommeerd mogulskier was, maar nu niet meer weg te denken is uit het lijstje van bigmountainskiers) bleef ik lekker oefenen in de hal en ik begon er steeds meer lol in te krijgen. Na twee maanden begon er dan eindelijk vorm te komen in het beoogde drietje. Ik begreep al een stuk meer van het freestyle skien en had veel respect gekregen voor de tricks die freestylers sprongen. Halverwege oktober stond ik voor het eerst weer als ‘freerider’ in de poeder. De cliffjes
gingen stukken makkelijker dan de jaren ervoor: ik had dus duidelijk veel gehad aan alle uren klooien in de hal en ik kon mijn drang om enkele tricks te springen niet onderdrukken.
Terugkomend op de stelling ‘Voor optimale afdalingen moet men alle disciplines beoefenen’, moet ik toch echt zeggen dat dat het geval is. Je leert zoveel nieuwe dingen in bijvoorbeeld de hal en de combinatie van al deze verschillende technieken maakt je tot een heel complete skier die bijna elke lijn kan skien, zonder uit de comfortzone te komen.