Interview met klimmer Matt Helliker

De Britse Matt Helliker (39) is een klimmer, skiër en IFMGA-berggids die in zijn vrije tijd ook nog eens surft. Hij wordt in de klimwereld als een van de besten beschouwd. Niet zonder reden, want hij is niet gespecialiseerd in één discipline klimmen, hij is gespecialiseerd in alle. En dat heeft hem letterlijk en figuurlijk naar de top gebracht.

Met een grote glimlach op zijn gezicht staat hij onder aan de rots. Hij kijkt omhoog. “Ik ben hier al een jaar mee bezig” zegt hij en wijst naar het grote stuk steen dat loodrecht voor hem uitsteekt. In het Spaanse Oliana ligt ‘Fish Eye’, een klimroute op rots die als 8c gegradeerd wordt.

Even voor de beeldvorming: een trap zou de gradatie krijgen van het nummer één, een drie is iets wat je met handen en voeten moet klimmen en een 9c is tot nu toe het hoogst haalbare in de klimwereld geweest. Elke gradatie heeft tevens drie niveaus, namelijk ‘a’, ‘b’ en ‘c’. Van makkelijk naar moeilijk per niveau. De 8c waar Matt nu inhangt, is dan ook het loodrechte voorbij en om eerlijk te zijn, de plaatsen waar je eventueel je handen en voeten op zou kunnen plaatsen zijn nauwelijks zichtbaar. Klimmen is meer dan alleen een fysiek spel. Het is een intens zware mentale uitdaging en op dit niveau moet je heel sterk in je schoenen staan om de top te bereiken. Matt Helliker is een sympathieke man met een fijn charisma en een goed humeur. Hij vertelt Soul over de talloze uitdagingen, zijn ‘to do-list’ en toekomst.

Matt, waar hang je zoal uit en wat doe je precies?

“Engeland is waar mijn hart ligt, het is er best ruig met al die kliffen en mooie klimrotsen. Maar ik woon ook gedeeltelijk in Chamonix en in mijn camperbusje. Ik klim op rots, ijs en mixed, alpiene of gewoon traditioneel (sportklimmen), doe expedities, boulder ook regelmatig, hang aan kliffen of sta op bergtoppen en dat allemaal overal ter wereld van Italië tot Nepal. 90% van het jaar ben ik aan het klimmen en skiën. De andere 10% neem ik als berggids mensen mee die willen skiën in hoog alpiene terrein.”

Zoveel verschillende disciplines in het klimmen, op zo’n hoog en professioneel niveau, kom je geen tijd en energie te kort?

“Nou, het kan behoorlijk frustrerend zijn om alles in te plannen en fit te zijn! Het is niet gemakkelijk om voor alle disciplines in vorm te blijven. Als ik voor het winterseizoen fit wil zijn, moet ik mijn bovenbenen trainen. Maar als ik die teveel train, ben ik te zwaar en minder lenig voor het rotsklimmen. Als ik wil surfen, dan kan ik niet te lang in het zoute water rondhangen, want dan verlies ik de sterke huid op mijn handen en kan ik vervolgens niet meer aan de kliffen hangen.

Een expeditie van zes weken, nog een voorbeeld, kost me ook zes weken aan training om weer op het niveau van vóór de expeditie te komen. Ik moet indoor trainen voor het een, outdoor voor het ander en die balans is soms heel erg moeilijk te vinden. Soms loopt mijn hoofd over van het zoeken naar de juiste weg, in de juiste volgorde zodat ik op de juiste momenten voor de juiste projecten fit ben… Maar ik boek nog steeds vooruitgang, zelfs nu ik ouder aan het worden ben, en dat is mijn belangrijkste motivatie. Ook al word ik elke ochtend wakker met pijn in mijn lijf, zolang een goed ontbijt en een kop sterke koffie me opgestart krijgt, gaat het in mijn ogen goed.”

Interview met klimmer Matt Helliker
Beeld: Mirte van Dijk

Maar je bent ook seizoens- en weersafhankelijk natuurlijk…

“Jazeker. Je moet heel veel investeren en inleveren. Ik hou echt van klimmen en wil dat het hele jaar door kunnen doen. Bij elk seizoen hoort een andere discipline. Maar het moet wel kloppen. Als ik op expeditie ga in augustus, dan is het mentaal gezien erg lastig om vanuit de zomer de gletsjer op te gaan om een 6.000m hoge berg in de Himalaya te beklimmen. Mijn hoofd zit dan al in de zomer en dan ben ik volledig gefocust op het rotsklimmen.

Zo’n expeditie moet dan in juni gepland worden bijvoorbeeld. Het weer is een grote speler, vooral als je jezelf doelen stelt kan dat in de weg staan. Ik kan een week onder aan een rotswand staan, wachtend op het moment dat de zon de steen opwarmt en opdroogt, precies genoeg zodat het gesteente niet té droog wordt. Toch zie ik het niet als verloren tijd als ik er niet aan toe kom om de route volledig te klimmen, ik kan namelijk altijd leren van zo’n observatieperiode. Ik ‘lees’ de route en kan alvast kijken waar ik mijn voeten kan plaatsen op bepaalde stukken. Daar win ik veel tijd mee, het helpt me mijn doelen realiseren. Maar al met al is het weer een groot issue, want je hebt nooit een garantie op succes. En dat breekt je soms op.”

Is dat het allemaal wel waard?

“Ik ben er echt bezeten van, ja. Emotioneel, mentaal, lever ik veel in. Relaties onderhouden met familie en in de liefde is lastig. Ik ben heel erg gepassioneerd, met betrekking tot alle aspecten van het leven in de bergen tot het trainen aan toe. Maar ik heb nooit motivatieproblemen en misschien komt dat omdat ik doelen stel. Ik heb doelen voor nu, voor volgend jaar en voor over vijf jaar.

Uiteindelijk doe je het echt voor jezelf, niemand kan het wat schelen als ik de top van een berg niet haal. Er zijn geen medailles te vergeven zoals bij de Olympische Spelen. Ik hou ook niet van competities, maar als dat het enige is wat je uit bed krijgt om je doelen na te streven dan kan dat een goede reden zijn. Ik heb mijn eigen persoonlijke motivaties. En daar horen geen medailles bij. Ik jaag echt nummers na bij het rotsklimmen. Zo heb ik voor nu een 9a op de planning staan in Italië. En dat doe ik omdat ík het wil, zo simpel kan het zijn.

Hetzelfde geldt voor het skiën. Als ik wil, kan ik elke dag gaan voor steile lijnen en lange toeren, maar de timing moet wel juist zijn en in balans met alle andere trainingsschema’s waar ik mezelf aan hou. Maar ook het skiën beslaat een enorme groot deel van mijn leven, ik vind het heerlijk om te toeren met vrienden. Uiteindelijk heb je elkaar nodig. Het kan wel alleen hoor, maar dat is nou eenmaal minder interessant, minder motiverend en minder gezellig. Je bouwt vriendschappen op die intens zijn. Dat is me heel veel waard, net als mezelf uitdagen progressie te blijven boeken. Tot ook dat niet meer kan.

Dan ga ik zeilen, want zelfs met een gebroken klimmerslichaam kan dat nog. Wist je trouwens dat zeilen een vergelijkbare doorzettingskracht vraagt? Je kan niet zomaar stoppen als je midden in een storm zit, dat is waarom zoveel klimmers gaan zeilen als ze met pensioen gaan. En dat zie ik ook wel zitten. Maar eerst wil ik heel erg oud worden.”

Tekst: Mirte van Dijk


Word abonnee van Soul Magazine zodat je het nieuwste magazine als eerste ontvangt en geen artikel hoeft te missen. Volg Soul Magazine op Facebook en Instagram!

 van