23-09-2020 - Mountainbiken, Leesvoer

Mountainbiken in Pakistan

Elk issue inspireren met drie verschillende soorten reisverhalen. Een daarvan focust zich op de trails nabij huis, binnen een dag ben je weer thuis. De ander is meestal binnen Europa, inspiratie voor je komende bikevakantie. Haalbaar en prima te organiseren voor de gemiddelde biker. De laatste categorie is de droomtrip. Exotische of spannende oorden, vaak ver weg en buiten je comfortzone. Organiseren vraagt toewijding en planning. Niet zelden is het mountainbiken zelf ondergeschikt aan het avontuur en het onbekende op de bestemming. Een reis die je misschien maar eens in de vijf jaar, of eens in je leven zult maken. Maar zeker de moeite waard, vaak zijn dit de reizen die je visie op andere culturen en levenswijzen veranderen en mogelijk je eigen persoonlijkheid een andere richting op sturen. Het verhaal hieronder valt zonder twijfel in de laatste categorie, we volgen Jakob, Gerhardt en Martin op hun avontuur door de Karakoram, waar het vooraf nog maar de vraag is of er überhaupt valt te fietsen. Een verslag van Gerhardt Czerner. 

We ademen zwaar terwijl we al uren bezig zijn een steile, met ijs bedekte wand te beklimmen, waarbij we ons stevig vasthouden aan de touwen. Onze krampons doen niet veel meer dan krassen tegen de rotsen en het is flink zoeken naar geschikte plekken om onze voeten neer te zetten. We bevinden ons op 5500 meter hoogte en onze longen branden met elke ademhaling, elke stap voorwaarts wordt gevolgd door een moment van rust. Onze mountainbikes, die met banden aan onze rugtassen zijn bevestigd, trekken ons continu naar achteren. De klim is sowieso al pittig en onze dik twintig kilo wegende bagage maakt het er niet eenvoudiger op. We blijven echter positief. En dan te bedenken dat het grootste obstakel van onze trip nog moet komen, de machtige Gondogoro La. 

Toen ik twee jaar terug begon met het plannen van deze reis, had ik nog geen idee hoe zwaar deze beklimming zou worden. Terugkijkend is dat waarschijnlijk maar beter ook. Het bezoeken van de Concordia in het noorden van Pakistan was een van mijn droomreizen. Hier komen de Godwin-Austen Gletsjer en de Baltoro Gletsjer samen en ze vormen het hart van het Karakoram-gebergte: nergens anders ter wereld vind je zo veel zeven- en achtduizenders bij elkaar. Met de K2 als absolute uitblinker.  

Mijn reisgenoten zijn Jakob Breitwieser, een fitte en zeer capabele biker en Martin Bissig, die niet alleen handig is met de mountainbike, maar ook met camera. Toen we onze reisplannen kenbaar maakten aan vrienden waren de reacties op zijn zachts gezegd uiteenlopend. Niet vreemd, onze kennis over Pakistan is grotendeels gebaseerd op hetgeen in het nieuws voorbijkomt. Maar van eenieder die het land al had bezocht waren de reacties precies omgekeerd en zij spoorden ons juist aan het avontuur daar op te zoeken. 

We landen, met gemixte gevoelens en een gezonde spanning, nabij Skardu, de grootste stad in de Baltistan-regio. Deze stad vormt de basis voor nagenoeg alle expedities in het Karakoram-gebergte. Met onze bikes trekken we veel bekijks in de winkelstraten, gevuld met ontelbare kleine shops. Er wordt gezwaaid, iedereen wil een praatje met ons maken en we worden overal uitgenodigd op de thee. De interesse in elkaars culturen is duidelijk wederzijds; de Pakistanen zijn hartelijk en zijn geïnteresseerd in wat we komen doen. Ons laatste beetje twijfel over de trip wordt van tafel geveegd, de gastvrijheid van de mensen hier zorgt dat we vol vertrouwen op pad gaan. 

In Skardu ontmoeten we Isaak, onze gids voor de komende twee weken. Zijn zestig jaar en machtig volle baard geven hem een taaie look. Terwijl we onze reis met hem doornemen geeft hij aan niet eerder fietsers te hebben meegenomen op een dergelijke tocht. Wanneer we hem vragen of hij denkt dat het mogelijk is om deze trip op mountainbikes te doen geeft hij aan: ‘Ja, het is mogelijk, Inshallah.’ Ofwel: als God het wil. Wij zouden waarschijnlijk de term ‘misschien’ of ‘ik hoop het’ gebruiken. We wennen al snel aan deze manier van antwoorden waarbij de mogelijke afloop nagenoeg altijd in de handen van God wordt gelegd.  

We spreken ook met toeristen die net zijn teruggekomen van een trektocht, om een indruk te krijgen van de condities. De antwoorden lopen uiteen van ‘de sneeuw was heupdiep’ tot ‘je kan waarschijnlijk wel zeventig procent rijden’. Inshallah lijkt inderdaad het beste antwoord op onze vraag… 

Filmster 

Een tweedaagse jeeprit brengt ons naar de startplek van onze tocht, het kleine dorpje genaamd Hushe. Helaas wordt Jakob geveld door een buikgriep en hij heeft tijd nodig om op te knappen. Ik gebruik de tijd om het plaatsje op de fiets te verkennen en word binnen een paar minuten gebombardeerd tot hoofdattractie van het dorp: een groep kinderen volgt me op de voet en inspireert me om mijn trukendoos te openen. Wat trap rijden en hoppen op mijn achterwiel is voldoende om ze helemaal lyrisch te krijgen. Applaus, aanmoedigingen en ontelbare telefoons die mij filmen; zelden had ik een enthousiaster publiek. 

Ons guesthouse is zodanig smerig dat we besluiten onze tenten in de tuin op te zetten. Later die avond ontmoeten we de rest van ons team. Vijf extra mensen sluiten zich aan, vier dragers en een kok, allemaal fit ogend en bijzonder vriendelijk. Onze bepakking wordt gewogen en zorgvuldig verdeeld. 

De volgende ochtend is Jakob gelukkig weer opgeknapt, tijd voor het eerste stuk van onze expeditie. Onze planning is om in vijf dagen naar het hoogste punt van onze expeditie te gaan, de Gondogoro La-pas op 5650 meter hoogte. De grootste uitdaging ligt ‘m in het acclimatiseren, om de pas over te steken moeten we geleidelijk hoogte winnen en onze krachten zo veel mogelijk bewaren voor de laatste sectie naar de top. 

Eerste kamp in Concordia

We beginnen kalm op een gemoedelijk tempo. De route is verbazingwekkend goed te rijden, vlak en ontdaan van grotere stenen, zodat we veel delen fietsend kunnen afleggen. Ook wanneer het klimmen begint, kunnen we een goed gedeelte per fiets afleggen. Geleidelijk maken de weidse uitzichten plaats voor hoge en steile bergwanden waarbij we onze nekken flink moeten oprekken om de toppen te zien. 

Na aankomst op 3600 meter zien we ons eerste kamp. Hier verblijven we twee dagen om te wennen aan de hoogte en tegelijkertijd Jakob de kans te geven verder op krachten te komen. 

De dagen zijn intens heet met extreem droge lucht, tegelijkertijd lijkt de flora daar weinig last van te hebben, er is veel vegetatie en er staan volop bomen.  

‘Dit is een bergavontuur’ 

Om de hitte voor te zijn vertrekken we op de derde dag om half zes ’s ochtends. Ons pad bestaat uit stenen en gruis afkomstig van de gletsjer en van klimmen op de fiets is geen sprake, deze wordt dus al bij aanvang aan onze rugtassen bevestigd. Later vlakt het pad wat meer af en kunnen we onze bikes voortduwen, een hele vooruitgang. Voor ons doemt de Masherbrum op met zijn 7800 meter hoge pieken wijzend richting de helderblauwe hemel. Wij nemen vandaag genoegen met 4100 meter, waar felgekleurde gele tentjes ons welkom heten. Onze dragers, die een stuk sneller dan wij voortbewegen, waren al veel eerder ter plaatse en hebben naast dat ze onze tenten hebben opgezet ook een kop warme welkomst-thee gemaakt. Deze extreem fitte en jonge gasten zijn continu in voor een geintje en hoewel ze amper Engels spreken hebben we de grootste lol met ze. 

De volgende morgen starten we wederom vroeg richting het volgende kamp, het laatste voor de oversteek van de pas. Op de vraag aan Isaak wat voor trailcondities hij verwacht, krijgen we steevast hetzelfde antwoord: ‘Too easy, no problem, little biking.’ Na acht uur lang onze bikes te hebben getild en geduwd over de rauwe gletsjer, komen we aan bij het volgende kamp, uitgeput. Wanneer we Isaak mededelen dat we vandaag niet echt als too easy hebben ervaren, dient hij ons lachend van repliek: ‘Dit is geen stad, dit is een bergavontuur’. We kunnen niet anders dan lachen en zijn uitspraak wordt onze mantra voor de rest van de trip: we zijn niet in de stad, dit is een bergavontuur. Was dat niet wat we zochten? 

“Slechts” 1000 hoogtemeters scheiden ons nog van de pas. We besluiten door te lopen naar 5000 meter om daar onze bikes te parkeren voor de volgende dag. Op deze manier hoeven we morgen nog maar de helft met de zware fietsen te beklimmen. Later op de middag arriveren we bij het kamp op 4600 meter, gesloopt. De spanning is voelbaar, geen van ons is honderd procent overtuigd dat we het laatste stuk, dat echt steil en soms verticaal omhoog loopt, zullen halen.  

Meest intensieve dag ooit 

De volgende ochtend maken we een plan: we vertrekken vanavond om negen uur, zodat we de klim naar de top ’s nachts kunnen afleggen. De belangrijkste reden hiervoor is dat we dan geen last hebben van groepen die de pas vanaf de andere kant beklimmen en vervolgens aan “onze” kant dalen, met een regen van gruis en stenen tot gevolg. Veiligheid gaat boven slaap. De avond nadert en we beginnen met het inpakken van onze tassen: warme kleding bestand tegen minus vijftien graden Celsius, zware klimschoenen, krampons, wandelstokken, hoofdlampen, een klimgordel. Even heel wat anders dan wat ik normaal gesproken meeneem op een mountainbiketrip. 

Voordat we vertrekken spreekt Isaak ons op een serieuze manier aan. ‘Not easy. Little hard. Inshallah.’ Het is duidelijk dat ons iets serieuzers staat te wachten. We lopen exact op de geplande tijd weg, vergezeld door duizenden sterren aan de hemel. Onze tassen wegen inclusief onze bikes dik twintig kilo per stuk. Langzaam lopen we omhoog, elke stap zorgvuldig afwegend. Op onze bewegingsgeluiden na is het doodstil. Terwijl het terrein steiler en steiler wordt, verdwijnt ook de rotsige ondergrond langzaam onder een steeds dikker wordende laag ijs: tijd om de krampons onder te binden. Niet veel later komen we aan bij de touwen, welke als een leuning traag de bergwand op lopen, verdwijnend in de duisternis. Een voor een klikken we ons vast aan de touwen, wat een prettig en veilig gevoel geeft. Maar de touwen hangen er niet alleen voor de veiligheid, sommige verticale secties zijn onmogelijk te passeren zonder touwen. Stap voor stap en noodgedwongen in traag tempo komen we steeds dichter bij de pas. Onze tassen lijken ook met elke stap zwaarder te worden, maar de inmiddels lichtkleurende horizon houdt ons op de been. Na wat een eeuwigheid lijkt te duren begint de route uit te vlakken, de top komt in zicht! We passeren de eerste andere bergbeklimmers, welke met vragende blikken naar onze fietsen wijzen. 

Het is precies vijf uur ’s ochtends als we de top van de pas bereiken op 5650 meter. Met onze laatste krachten weten we er een high five uit te persen en we ploffen neer. We hebben het gehaald! De witte vallei strekt zich in al zijn pracht voor ons uit, terwijl de steeds feller schijnende zon onze verkleumde lichamen opwarmt. We zetten een flinke kop thee en in stilte laat eenieder bezinken wat we zojuist hebben bereikt. Voor ons liggen vier van de in totaal veertien achtduizend meter hoge pieken: de Gasherfrumm 1 en 2, de Broad Peak en de K2. Geen dagelijks uitzicht… 

Jammer genoeg kunnen we hier niet al te lang blijven, de lange afdaling staat ons te wachten. We stappen op onze fietsen en rollen richting de horizon. Althans, voor een meter of 300, tot de steile kliffen een einde maken aan ons korte downhill-avontuur. Het pad meandert tussen de gletsjerspleten richting het bassin van de gletsjer. Langzaam dalen we af, onze bikes duwend. Wanneer we om elf uur ’s ochtends aankomen bij het kamp hebben we geen meter verder kunnen rijden op onze bikes; we zakten met elke stap heupdiep weg in de opgewarmde sneeuw. 

Na een noodlesoep en een kort dutje besluiten we gebruik te maken van de dag en door te gaan richting Concordia. Zoals gewoonlijk vragen we Isaak naar de aard van de route, we zijn blij om zijn gewoonlijke reactie te horen: ‘Too easy, no problem, biking.’ En hij blijkt het ditmaal bij het rechte eind te hebben, de Baltoro-gletsjer blijkt geheel te rijden. Genietend van het eindelijk op onze fietsen zitten voelen we ons tegelijkertijd nietig tussen deze granieten reuzen. De K2, met aan zijn voeten de Concordia, ligt voor ons en rond de klok van zeven uur ’s avonds rollen we het kamp binnen. We zijn in totaal 22 uur onderweg geweest, voor elk van ons drieën was dit de meest intensieve dag ooit. En ondanks het weinige fietsen, ook een van de meest memorabele. 

We hebben een immens respect voor de dragers hier, zonder hen zouden de meeste toeristen dit soort tochten niet kunnen voltooien. Hetgeen ze voor zichzelf meenemen op deze tocht is slechts een fractie van wat wij denken nodig te hebben. Aan hun voeten dragen ze een soort Crocs, een rubberen klomp, waar ze de hele route mee afleggen. Wel trekken ze op glad ijs (waar wij onze krampons aantrekken) wollen sokken over hun schoenen, om te voorkomen dat ze uitglijden… 

Na een dag rust trekken we verder. Onze tour eindigt in een klein plaatsje genaamd Askole, wat nog vier dagen verder ligt. Drie lange dagen duwen we onze fietsen voort op onberijdbare paden, ondertussen hopend nog ergens te kunnen biken. Ons pad eindigt uiteindelijk bij de oevers van de gletsjerrivier Braldu. Hoewel het eerder niet erger leek te kunnen, blijken de oevers bezaaid met rotsen van formaat, waardoor zelfs het lopen een uitdaging wordt. Hiermee is ook de laatste hoop op een rijdbaar stuk vervlogen. 

Ondanks deze teleurstelling genieten we nog steeds van de overweldigende natuur en de stoke is dan ook extra groot wanneer we hier en daar een paar honderd meter kunnen rijden. Dat niet alleen, het allerlaatste stuk van de dag kunnen we aan een stuk afleggen… op de fiets! 

‘s Avonds maken we tijd voor de wens van onze dragers: leren fietsen. Dit zorgt voor een rijk gevulde avond met onnoemlijk veel pogingen, maar met resultaat. Elke drager leert fietsen!  

Het afscheid is emotioneel, in twee intense weken groei je naar elkaar toe. Achteraf gezien hebben wij onze bikes meer gedragen dan gehoopt, het is een van mijn zwaarste reizen ooit. Toch zou ik niets willen veranderen, onze avonturen, ontmoetingen en ervaringen waren nooit zo intens geweest hadden we onze fietsen thuisgelaten. Mountainbikes zijn magische stokjes waarmee je zaken als cultuurverschillen, taalbarrières en vooroordelen als sneeuw voor de zon kunt laten verdwijnen. Pakistan, wij komen zeker nog eens terug, Inshallah. 

KOMOOT

Nog geen lid van Komoot? Opgeven is heel eenvoudig:

  1. Klik hier om naar de pagina van Komoot te gaan en check onze routes
  2.  Maak een account aan en volg de stappen in beeld of log in met je gegevens
  3.  In beeld zie je een balk waar je de code UPDOWN2020 in kunt vullen
  4. BONUS: Als je de code ingevuld hebt kun je één regiobundel gratis downloaden.

Voor meer mountainbike nieuws, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Up/Down.

 van