Hoe te beginnen aan je eerste ultra-endurancerace?

Het is als ik dit schrijf exact drie weken voor de start van mijn eerste selfsupported ultra-endurancerace, en ik begin aardig de zenuwen te krijgen. Deels door de afstand en de hoogtemeters, deels vanwege het feit dat ik geen ervaring heb met het hele selfsupporting bikepacking-gebeuren. Was het gewoon een flink stuk fietsen, dan had ik er wel met enig vertrouwen naar uitgekeken. Maar bikepacken in deze vorm heeft een zweem van zwarte magie om zich heen hangen, zeker voor een oldskool wielrenner als ikzelf. Waar begin ik in godsnaam aan…? 

De Bohemian Border Bash Race

De BBB Race is een niet-ondersteunde ultra-endurancefietswedstrijd van één etappe, over 1.325 kilometer en 22.960 hoogtemeters, zowel over de weg als offroad. De start en finish zijn in het Nationaal Park Boheems-Saksisch Zwitserland. De route volgt de oude grensgebieden van Bohemen via de overblijfselen van eeuwenoude wegen. Hij loopt slingerend over de grenzen van Duitsland, Oostenrijk, Polen en Tsjechië. Middenin de coronacrisis leek deelnemen aan een ultra-race in een exotisch, ver land ronduit onverstandig, zo niet onmogelijk. De BBB Race is bedacht als manier om deel te nemen aan een wedstrijd die zich kan meten met ultra-endurancetochten op verre continenten, maar dan gewoon midden in Europa, zonder te hoeven vliegen. 

Ik ben best wel eens op fietsvakantie geweest, met en zonder tentje, en wildkamperen is mij ook niet vreemd. Maar als ik naar de intimiderende, tot in de puntjes afgestelde fietsen van de deelnemers van de net gestarte Silk Road Mountain Race kijk, slaat bij mij de paniek toe. Het was de bedoeling dat ik op dit moment mijn fiets en set-up inmiddels raceklaar had. Ik zou tevens minstens drie overnighters in de benen hebben (dit gebruik van jargon moet niet worden verward met ervaring). Daarin had ik geoefend met driehonderd kilometer rijden, bivakkeren in een bos en dan weer een hele dag op de fiets zitten. Op die manier kon ik mijn set-up finetunen en ook leren omgaan met de fysieke sensaties. Kon, want daar is allemaal weinig van terechtgekomen. Vorig weekend heb ik voor het eerst een schamele 280 kilometer met bepakking gereden en tussendoor overnacht. Maar nog niet met mijn wedstrijdfiets die gisteren aankwam, laat staan de verdere set-up. Ik heb nog twee weekenden de tijd om wat ervaring op te doen… 

Enigszins hoopgevend is het feit dat ik van enkele andere deelnemers ook kreten hoor als ‘ik heb dit nog nooit gedaan’ en ‘ik heb me helemaal niet kunnen voorbereiden’. De meest hoopgevende uitspraak kwam van Wielrenblad-medewerker Thomas Ettema, zelf een ervaren ultra-racer: ‘Kilometers maken voor een ultra is nergens voor nodig, dat doe je wel tijdens de race zelf.’ 

Keuzes, keuzes, keuzes

Fysiek heb ik er dan ook wel een zeker vertrouwen in, of beter gezegd, de minste onzekerheid. Of ik het volhoud zal voornamelijk een mentale kwestie worden, lijkt me. Ik vind het wel spannend of ik geen verkeerde keuzes maak wat betreft mijn set-up en fiets-eet-slaap-strategie. Over dat gebrek aan planning had Thomas gelukkig ook een mooie opmerking: ‘Dat is juist het mooie. Het loopt straks toch allemaal anders dan je denkt.’ Ik houd me maar vast aan de gedachte dat dit mijn eerste keer is en het vooral een leuke, leerzame ervaring moet worden. 

Dat is een (soort van) geruststellende gedachte, maar het blijft een feit dat je van start moet met een bepaalde hoeveelheid spullen op en aan je fiets. Op dit moment draait het dus allemaal om keuzes over wat mee te nemen en wat niet. Mijn geluk is dat ik als hoofdredacteur van Wielrenblad wat makkelijker toegang heb tot sommige benodigdheden dan anders het geval geweest zou zijn. 

Canyon Grizl CF SL 8

De BBB Race zou oorspronkelijk afgelopen mei plaatsvinden en Canyon had mij daarvoor een Grail CF SLX ter beschikking gesteld, want de Grizl was nog niet leverbaar. Die fiets reed als een malle, maar voor een tamelijk extreme tocht als de BBB Race ben ik toch wel blij met de extra bandenspeling en bidon-montagepunten op deze Grizl CF SL 8. Het stuur heeft een conventionele lay-out, wat zeker van pas komt bij het monteren van een en ander. Andere toppertjes zijn de VCLS 2.0 verende zadelpen en de montagepunten op de voorvork.   

Ik overweeg aan de achterkant een 45 millimeter Schwalbe G One R te plaatsen en aan de voorzijde een 50 millimeter G One Bite, voor een lage rolweerstand achter, met extra grip en comfort vooraan. Beide tubeless, welteverstaan. Maar misschien wordt het ook wel twee keer G One R. De keuze wat betreft verlichting staat nog helemaal open, een naafdynamo zou ideaal zijn, maar dat zie ik niet meer gebeuren. Conventionele accuverlichting in combinatie met een lel van een powerpack, dus. Ook het al dan niet monteren van een ligstuur staat nog ter discussie. Ik heb twee vrij minimale TT-bars liggen en vermoed dat ik die monteer om wat te kunnen variëren qua zitpositie. Een ding is zeker: aan de fiets zal het niet liggen. 

Review over de Canyon Grizl CF SL 8.

Gears, gears, gears

Let op, als je niet van ge-nerd met versnellingen houdt, sla je dit kader beter over. Mijn Grizl is standaard uitgerust met 31-48 kettingbladen en een 11-34 cassette. Ik zou er gewoon zo mee van start kunnen gaan, maar er zijn twee zaken die ik anders zou willen. Ten eerste het bereik: 31/34 is een klein verzet, maar op steile, onverharde paden, met duizend kilometer in de benen en flink wat bepakking, is het maar de vraag of het klein genoeg is. Ten tweede de gear spacing: ik ben erg gevoelig voor de juiste trapfrequentie en er lijkt me niks erger dan als je eindelijk eens op een vlak stuk zit, je niet het juiste verzet hebt om lekker te kunnen draaien. Deze 11-34 mist de 12 en de 14 en het verschil tussen een 11 en een 13 is bijna 19 procent! 

De meest voor de hand liggende optie om het bereik te vergroten is een andere cassette te monteren, bijvoorbeeld een 11-40, zo nodig in combinatie met een Wolf Tooth Goatlink als de derailleur er moeite mee heeft. Het probleem daarmee is dat zo’n cassette alleen maar gappier is. Liever zou ik daarom kleinere kettingbladen monteren. Het binnenblad van het GRX810-crankstel heeft een steek van 80 millimeter, daar zou een piepkleine granny gear op kunnen. Echter levert Shimano geen kleinere dan deze 31. Spécialités TA levert een 28-tands kettingblaadje, daarmee zou je 28-44 kettingbladen kunnen combineren met een 11-32 cassette. 28/32 is slechts een beetje kleiner dan 31/34 (0,88 in plaats van 0,91) maar het levert wel een 12 en een 14 op. 

Die 28-tands van TA is echter net zo onvindbaar als de meeste andere fietsonderdelen op dit moment. Meest waarschijnlijk vervang ik daarom alleen de cassette door een SRAM 11-36, die geeft net iets meer bereik en heeft toch een 12, waardoor het grootste gat gedicht is. Keuzes, keuzes. 

Overnachten

Dit is een heikel punt, want ik heb geen ervaring met overnachten zonder tent. Een populaire oplossing is de bivakzak: een soort waterdichte jas voor je slaapzak. Echter heb ik een hekel aan insecten in het algemeen en muggen in het bijzonder, dus ik zou liever iets over mijn gezicht hebben. Daarom koos ik voor de Alpkit Elan, een soort bivakzak met een tentje voor alleen je hoofd.  

Ik heb er een nachtje in geslapen en kwam er meteen achter dat ik even vergeten was dat ik vrij claustrofobisch ben aangelegd. Het was tijdens de test droog weer, dus ik hoefde de ventilatie-openingen niet dicht te ritsen, maar als het gaat regenen zal ik waarschijnlijk een tarpje moeten spannen als ik een oog dicht wil doen. Het gewicht is met net iets minder dan een kilo niet heel minimaal, maar hij was dan ook niet duur. Een Sea to Summit Spark SP2 slaapzak (490 gram), een Sea to Summit Comfort Light matje (640 gram) en een opblaaskussentje maken het slaapgebeuren compleet. 

Kleding

Endura stuurde me een kledingpakket met hun nieuwe GV500-gravellijn. Een groot voordeel daarvan is dat zowel het shirt als de broek uitgerust zijn met allerlei extra zakjes, zodat je snacks en dergelijke altijd bij de hand hebt. Hoeveel sets kleding ik mee ga nemen is nog onduidelijk. Ik vermoed dat ik alleen extra kleding meeneem als ik het gevoel heb ruimte over te hebben, voor de rest wordt het stinken geblazen. Het belangrijkste kledingstuk mist nog: een goed ademende regenjas.

Navigatie

Een keer geen twijfel, hoera! Dit wordt de Wahoo Elemnt Roam. De vraag is vooral, hoe zorg ik dat ik niet zonder stroom kom te zitten. En gebruik ik mijn iPhone met zijn enorme stroomverbruik als back-up of neem ik een reserve-gps mee? De kans dat je je gps kapot laat vallen is niet groot, maar de consequenties zijn zo groot dat het hebben van een back-up wel zo’n prettig idee is…

Tassen

De basis van mijn set-up zal bestaan uit de Tailfin AeroPack Carbon, een combinatie van tas en rekje, wat met bouten aan de fiets bevestigd wordt. Het hele systeem weegt een dikke 700 gram en heeft een inhoud van 20 liter, in een praktische vorm bovendien. Mijn hoop is dat, doordat het geheel muurvast zit, de fiets beter te controleren zal zijn en ik minder energie kwijt zal zijn aan stabiliseren dan bij een normale assrocket het geval is. Ook uit het zadel komen en op de pedalen staan om even wat andere spieren te gebruiken gaat hopelijk makkelijker. Marginal gains! 

De rest van de tassenset-up is nog in wording. Het liefst gebruik ik een full-frametas, omdat ik daar een waterzak in kwijt kan. Dat houdt het gewicht mooi in de framedriehoek. Een alternatief is bidons aan de voorvork, maar daar monteer ik liever niets of iets lichters, om het stuurgedrag niet te beïnvloeden (het blijft een wedstrijd, mensen). Meest waarschijnlijk zal ik met de (geniale) Adaptrails van BBB de bidonhouders zo laag mogelijk in het frame plaatsen, met een zo groot mogelijke frametas erboven. 

Nog te beslissen
  • Water koken: ik heb een Jetboil Flash die in anderhalve minuut water kookt. Maar is het de ruimte en het gewicht waard? 
  • Hangmat met insectennet: in combinatie met een tarp zou dit een veel minder claustrofobische oplossing zijn, maar wel een stuk koudere…  
  • Hoofdlamp: ik heb een briljante BioLite 750-hoofdlamp, maar deze weegt wel een stuk meer dan een normaal hoofdlampje. 
  • Eten: ik heb nog geen flauw idee hoe ik dit aan ga pakken.  
  • Schoenen: ik ben gek op mijn S-Works Recon Laces, maar de zool is veel te stijf voor serieuze hike-a-bikes. Mijn andere schoenen lopen beter, maar geven na enkele dagen drukplekken. 
  • Reservemateriaal: neem ik een reservebuitenband (of twee) mee? Binnenbanden, schoenplaatjes, hoeveel remblokjes, spaken, nippels, versnellingskabels, back-up gps, reserveboutjes… waar ligt de grens tussen zekerheid en overgewicht? 

De basis van mijn set-up is gelukkig wel gelegd, het zijn de details die nog ingevuld moeten worden. Maar het zijn diezelfde details die het verschil maken, heb ik wel eens horen zeggen. Wat er ook gebeurt, in de volgende editie lees je hoe mijn race verliep en hoe de gemaakte keuzes zijn bevallen.

Volg de race vanaf 4 september op bohemianborderbash.com/race2021 en ga voor meer informatie naar thebash.cc

Tekst door Jan Koelmans.

Foto’s door Gijs Ferkranus en Dan Zoubek.


Deze route staat in het gepubliceerde magazine: Wielrenblad #3 2021. Deze kun je bestellen in de Soul Webshop. Ook is het blad beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Wielrenblad!

 van