26-04-2023 - Kitesurfen, Nieuws, Leesvoer

Tijdloos Spitsbergen – Kitesurfen tussen ijsberen

De zenuwen gieren door mijn lichaam. Deze reis was twee jaar in de maak en eindelijk is het zover. Ik mag niets vergeten, dus ik maak lijstjes van alles dat ik moet doen en nodig heb. Ik heb weleens uitstapjes gemaakt naar koude plaatsen, maar dit is nieuw.  Ik heb nog steeds moeite om te vatten waar we nu eigenlijk naartoe gaan. Terwijl ik doorga met inpakken kijk ik alvast een documentaire van het gebied. Ik ga naar Spitsbergen, een archipel ten noorden van Noorwegen, relatief dichtbij de Noordpool. 

Spitsbergen

Zoals elke reis die ik heb gemaakt zijn er veel boardbags bij betrokken. De luchtvaartmaatschappijen moeten ons echt haten. Maar tijdens een reis als deze wil je niets aan het toeval overlaten. Je moet overal op voorbereid zijn. Ik weet niet wat me het meest bang maakt: de kou of het idee om twaalf dagen op een boot tussen de Groenlandse Zee en de Barentszzee door te brengen.

Onze reis begint met een stop in Oslo, de Noorse hoofdstad. We wachten daar tot het hele team is gearriveerd voordat we vertrekken naar Longyearbyen, de ‘grootste’ stad op Svalbard met zo’n 2.500 inwoners. Onze pitstop hier voelt een beetje als een decompressiekamer voor de echte kou in Spitsbergen en het echte avontuur.

Spitsbergen

Het team

Wat betreft de rijders: ik zal ze kort voorstellen. Mallory ‘Mallo’ de la Villemarqué en Matt Maxwell komen voor strapless kiten en waven. Fernando ‘Mizo’ Novaes voor surf foil en wing. In het mediateam is Olivier Sautet onze videograaf en Matt Georges onze fotograaf. Anthony Lietart is er ook om alles te filmen wat er tijdens de reis backstage gebeurt. En natuurlijk houdt Julien Salles, de baas van Manera en zonder wie dit allemaal niet mogelijk zou zijn geweest, toezicht op de reis. En tot slot ben ik, Paul Serin, hier voornamelijk voor het freestylen en een beetje wingfoilen.

Onze aankomst in Longyearbyen blijft niet onopgemerkt. De andere passagiers in het vliegtuig denken door al onze grote tassen dat we wetenschappers zijn. Als we uitleggen dat we hier zijn om te kitesurfen worden hun ogen groot en tonen ze zowel verbazing als medeleven. Ja, we gaan kitesurfen in Spitsbergen op een van de meest extreme en noordelijke plekken ter wereld. Alleen al het schrijven van deze woorden bezorgt me kippenvel.

Ons drijvende huis: de Kamak

De komende twee weken heet ons drijvende huis Kamak. Het is een 25 meter lange boot die uit Paimpol in Bretagne komt. Normaalgesproken maakt ze skireizen tussen Spitsbergen, Groenland en Noorwegen, maar deze keer vindt de actie plaats op het water en niet in de bergen. Met de bemanning erbij zijn we in totaal met elf man. Gaan we het twaalf dagen goed met elkaar vinden in zo’n kleine ruimte? Of ontstaan er spanningen?

Spitsbergen

Gaby, de kapitein, beheert zijn boot perfect. We begrijpen ook vrij snel dat hij een beetje obsessief is als het op opruimen aankomt. Persoonlijk heb ik daar geen probleem mee, maar met twintig boardbags, camera’s en al hun opladers kan het snel uit de hand lopen. Hij wordt bijgestaan door Jean, een jonge Bretonse zeeman die gewend is aan de kou en dit soort expedities. Last but not least is er Minh, de kok. Ondanks zijn verlegenheid zal hij de beslissende troef van deze reis zijn en verantwoordelijk voor het goede humeur van de groep.

De boot is bijna klaar om te vertrekken. Ik help Minh met de laatste boodschappentrip naar de supermarkt. We staan op het punt om twaalf dagen op zee te vertrekken naar Spitsbergen in totale autonomie, ver weg van alles, zonder mobiel netwerk. Alleen wij en de grootsheid van de natuur.

Trossen los

Eindelijk gooien we de trossen los en begint het echte avontuur. We gaan recht naar het noorden (Spitsbergen). We verzamelen allemaal naast het scherm van de kapitein om te proberen te achterhalen waar we precies heen gaan. Onze eerste stop is net buiten de Longyearbyen Fjord, waar we onze eerste sessie zullen houden.

Ik stap het dek op en kijk om me heen. De lucht is ijskoud op het enige deel van mijn gezicht dat niet bedekt is, maar mijn ogen staan versteld van het landschap. De zon schijnt op deze eerste dag. Ik vind het lastig te begrijpen dat de zon in deze tijd van het jaar nooit ondergaat. Na drie of vier uur zeilen komen we eindelijk aan op de eerste plek. De wind waait zachtjes, het gebied ziet er helder uit, alle lichten staan op groen.

Een ander belangrijk detail om te vermelden is dat er op Svalbard ongeveer 2.500 inwoners zijn voor 3.000 ijsberen, dus de kans is groot dat we er een zien. Ons doel is natuurlijk dat dat gebeurt terwijl we op de boot zijn en niet aan land terwijl we onze vliegers oppompen. De groepen skiërs die hier meestal komen, worden altijd begeleid door een gewapende gids om hen te beschermen in geval van een aanval. Onze enige verdedigingsmiddelen zijn een lichtpistool en een verrekijker. Voordat we op een strand landen, moeten we de horizon aftasten om er zeker van te zijn dat er geen grote, witte haarballen in de buurt zijn.

De eerste koudwatersessie

De eerste sessie komt langzaam op gang. Ik trek mijn 6.4-wetsuit met capuchon en mijn 5 mm-slofjes aan zonder mijn handschoenen te vergeten. Vanwege de beperkte ruimte en het ijskoude water is het lastig om vanaf een zeilboot een vlieger te starten. Mizo kan echter gemakkelijk met z’n wingfoilset het water op, dus hij zal als eerste in het water zijn.

Ik stap met Mallo in de bijboot en Jean brengt ons naar het strand. Het landingsterrein ligt iets onder een kleine heuvel, dus we kunnen niet zien of daarboven iets op ons wacht. Zodra we voet op de grond zetten, kijken Mallo en ik elkaar meteen aan: we denken hetzelfde.  Als we beter kijken zien we geen ijsbeer gelukkig, wel wat rendiergeweien en de onmetelijkheid van de natuur dat wel. Zodra de adrenalinekick voorbij is, gaan we het water in. Het is koud en de wind is licht, maar de zon voelt zo goed.

Ik neem de tijd om te varen en te genieten van het landschap in Spitsbergen. Ik voel me klein. De bergen zijn hoog en steil en de vlaktes strekken zich uit zover het oog reikt. Ik stel me ook de potentiële dieren voor die zich in zo’n afgelegen uithoek van de wereld onder water kunnen bevinden. Maar zodra deze gedachten bij me opkomen, draai ik me meteen om om dichter bij de boot te komen.

Op naar Svalbard

De eerste sessie van een trip is altijd heel bijzonder. Het zet de toon en bereidt ons voor op de rest van de reis. Als ik uit het water kom, vrees ik het moment waarop ik mijn wetsuit moet uittrekken. Gelukkig is mijn lichaam nog relatief warm dus de overgang van wetsuit naar poncho valt mee.

Er liggen nu tien uur varen voor ons om het noorden van Svalbard (Spitsbergen) te bereiken. De tegenwind dwingt ons de motor aan te zetten om vooruit te blijven gaan. Maar een van de voordelen in deze tijd van het jaar is dat er niet ‘s in het donker wordt gevaren, omdat het 24 uur per dag licht is.

Het eerste diner is zalig. Het is een feest om de gerechten van Minh te eten, die hij ook in grote hoeveelheden maakt. Met deze groep hongerige jongens is dat cruciaal om de goede sfeer erin te houden. Ik kan echter alleen wat soep doorslikken voordat de boot weer begint te slingeren. Ik besluit meteen weg te gaan om in mijn nest te gaan liggen. Een paar uur later word ik even wakker van het geluid van de ankerketting. Het is pas middernacht, maar de boot vaart niet meer. Het is windstil dus wachten we op wind. We hebben nog een lange weg te gaan. Het doel is om het noordelijkste punt van Svalbard te bereiken en dan afhankelijk van de wind rond deze regio te kitesurfen.

Einde van de menselijke beschaving

Het mobiele netwerk heeft ons voorgoed verlaten. Vreemd genoeg voelen we ons allemaal ineens dichter bij elkaar. Geen telefoons meer die tijdens het eten op tafel trillen. Maar ook geen: ‘Wacht, ik zal op Google kijken of het waar is.’ We zijn terug bij de basis: wij, de boot, de reis.

We proberen deze dag zo goed mogelijk te vullen met maaltijden, kaartspelletjes en een lang dutje. Ik dwing mezelf om af en toe naar buiten te gaan om van het landschap te genieten, maar de temperatuur is ijskoud en mijn ogen beginnen meteen te tranen. De lucht doet me denken aan een dag skiën in de Alpen, zo koud en droog dat mijn keel bevriest bij elke ademhaling.

Het begint weer wat te waaien en we boeken beetje bij beetje vooruitgang, maar ons huidige GPS-punt voelt altijd zo ver weg van onze bestemming. Uiteindelijk varen we vijftien uur in plaats van tien uur. Een golf van opluchting als de kapitein aankondigt dat we er eindelijk zijn. Op de kaart zien we het begin van het zee-ijs dat slechts een paar kilometer verderop ligt. De GPS geeft de langverwachte eindbestemming Spitsbergen aan. Het dringt nog niet echt tot me door: Ik weet alleen dat we heel, heel ver in het noorden zijn.

Tijdloos

De uren van de klok hebben eigenlijk geen waarde meer. Ik stop mijn horloge in mijn tas. Alleen maaltijden bepalen onze dagindeling. Het is alweer een week geleden dat we ons huis verlieten. Maar afgezien van een korte sessie op het water is er niet veel gebeurd. Ook al weten we allemaal dat het bij kitesurf-reizen hoort, het is nog steeds moeilijk om naar de windvoorspelling te kijken, vooral op zo’n koude en vijandige plek waar de voorspelling elke twee uur verandert.

We liggen nu voor anker in een fjord in Spitsbergen die tegen het einde van de middag wat wind zou moeten krijgen. Matt en Olivier kijken of er een strand is waar we makkelijk kunnen starten. De plek waarvan ze dachten dat die ideaal was, is in feite de slaapplek van een ijsbeer. Tot nu toe hebben we er geen een gezien. Uiteraard besluiten we om een andere plek uit te zoeken en wat verder weg te gaan.

Het observeren van een ijsbeer moet een unieke ervaring moet zijn. Ik kijk er zo naar uit. Ondertussen heeft Olivier een perfecte freestyle-spot gevonden: een soort diepe plas landinwaarts waar de wind goed lijkt binnen te komen. Het is mijn tijd om te shinen.

Tijd voor freestyle

Door omstandigheden is het voor mij bijna zes maanden geleden dat ik een unhooked freestyle heb gedaan, en ik word een beetje nerveus. Ik maak me klaar in de boot. Buiten is de lucht grijs. Freestylen in deze kou van Spitsbergen is een hele beproeving, maar Olivier rekent op mij. Dit jaar is Maxime Chabloz er niet, dus ik ben de enige die wat trucjes kan doen voor de video. Als ik uiteindelijk op het strand aankom, ontdek ik een plas zoet water omgeven door ijs, perfect in lijn met de wind. Een droom. Het enige probleem is dat de temperatuur niet boven de 3°C komt. Het is belangrijk op te merken dat het ook onmogelijk is om neopreen surfschoentjes in boots te komen. Ik moet er blootsvoets in. Brrrr.

Ik ga naar het water en tot mijn verbazing slapen er een stel walrussen aan de andere kant van dit kleine meer. Ik heb niet het gevoel dat ik ze stoor, dus alles is in orde. De kou dringt door het neopreen en mijn voeten en vingers zijn snel gevoelloos. Gelukkig zijn al mijn trucs er nog steeds, en ik land alles wat ik van plan was alsof ik in Brazilië aan het rijden was bij 25°C. Natuurlijk, het is niets geks en ik doe veel eenvoudige grabs, maar het is in Spitsbergen moeilijk voor mij om veel meer te doen.

Olivier is blij. Vooral met de uitlijning van mijn sprongen met een enorme gletsjer op de achtergrond. Het is anders dan alles wat we eerder hebben gezien. Ik ga door zolang ik kan. Mijn voeten zijn veranderd in twee stenen en doen al minstens twintig minuten pijn. Ik voel de bevriezing bijna aankomen. Maar, en wat nog belangrijker is, ik herinner me nu hoeveel ik van freestyle hou en hoeveel ik het mis. Ik heb het echt te lang niet gedaan.

Onze eerste ijsbeer

Ik gebaar naar Olivier dat ik niets meer kan doen. Hij is niet verrast, maar zegt toch tegen me: ‘Dat was stijlvol, man.’ Jean arriveert met de bijboot en we pakken alles in. Op de terugweg waarschuwt Gaby ons via de radio dat de beer van eerder vandaag vlakbij in Spitsbergen rondloopt. Even later is het echt zover. Ik zie mijn eerste ijsbeer. We komen zo dichtbij mogelijk terwijl we afstand houden om het niet te storen. Ik ben bevroren van de sessie, maar ik denk er niet eens aan. We staan voor een ijsbeer.

Dit dier is zo mythisch. Ik denk terug aan alle boeken die ik als kind heb gelezen en  aan alle afbeeldingen en documentaires die ik erover heb gezien. En dit is moment waarop wij er oog in oog mee staan.

Ik heb gemengde gevoelens. Aan de ene kant voel ik me schuldig over het feit dat de mens de omgeving van deze machtige dieren bedreigt. Ik heb het gevoel dat ik naar een levend kunstwerk kijk dat de natuur heeft gecreëerd. We moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze beren niet verdwijnen. Onze generatie en toekomstige generaties moeten hen beschermen. Onze kinderen moeten over ijsberen kunnen praten in de tegenwoordige tijd en niet in de verleden tijd.

Daar is de wind

Die nacht hoor ik de wind onophoudelijk door de valleien van Spitsbergen waaien. Ik kijk ernaar uit om Big Air hier te doen. We keren terug naar dezelfde plek als de dag ervoor en splitsen ons op in twee groepen. In het begin is het mijn rol om op de ijsberen te letten en ervoor te zorgen dat ze ons niet naderen of te dichtbij komen. Trucs worden de een na de ander geland terwijl we allemaal worden omringd door de kou en de saaiheid van dit schijnbaar eindeloze bewolkte weer. Dat gezegd hebbende, heb ik de indruk dat we daaraan wennen.

Geen beren aan de horizon. Na ruim een uur begin ik mijn vlieger op te pompen. De wind is niet zo sterk als ik dacht, maar het komt wel goed. De walrussen zijn er nog steeds, onbekommerd. Ze laten soms hun grote tanden zien als we langskomen. Het is nogal verrassend, maar ik denk dat ze gewoon nieuwsgierig en een beetje geschrokken zijn om mensen zo over het water te zien glijden. 

Het is mijn beurt om het water in te gaan, maar de wind is iets te zwak om echt hoog te springen. Met Mallo zie ik aan de andere kant van het kanaal een drijvende ijsberg. Net als ons kleine avontuur op het strand tijdens de eerste sessie, kijken we elkaar aan en haasten we ons meteen om het van dichtbij te zien. De drones maken zich klaar en volgen ons, maar het is verder dan we dachten. Als er iets misgaat, zou het heel lastig zijn om ons te komen halen. Alles komt goed, zeg ik meerdere keren tegen mezelf.

Een drijvende ijsberg

Als we daar eindelijk aankomen, ontdekken we een stuk ijs met een nachtblauwe kleur en is het veel groter dan verwacht. We zijn allebei een onder de indruk, maar proberen er toch een paar trucjes omheen. Totdat er een stuk loslaat en de hele ijsberg begint te rijzen. Mijn hart gaat tekeer als ik me bedenk dat we er allebei eronder hadden kunnen komen. Een paar minuten later is het gelukkig weer gestabiliseerd. We doen nog een paar kleine sprongetjes, maar besluiten uiteindelijk om terug te gaan voordat er weer een stuk afbreekt of de wind gaat liggen.

Tegen de tijd dat we terugkeren, is de wind in Spitsbergen juist een paar knopen aangewakkerd en varen we nog een tijdje door. Niemand let meer op de beren. Matt en Anthony gaan los en proberen de best mogelijke foto-, film-hoek te krijgen. Terug op de boot is Gaby niet blij. Volgens hem hebben we te veel risico genomen. Julien heeft dezelfde mening. Achteraf gezien klopt het dat de situatie slecht had kunnen aflopen. Alles is echter goed afgelopen en dat is het belangrijkste.

Wingfoilen 

Als de lunch voorbij is, gaan we deze keer weer het water in om te wingfoilen. Om de risico’s tot een minimum te beperken, besluiten we om rond de boot te blijven. Maar de wind komt recht achter een vijfhonderd meter hoge berg vandaan, dus interessant wordt het zeker. Ik trek mijn wetsuit aan dat nog maar halfdroog is en mijn handschoenen die helemaal nat zijn. Onmiddellijk bevriezen mijn vingertoppen en ze doen al pijn voordat ik zelfs maar het water in Spitsbergen aanraak.

Mizo is zo indrukwekkend. Voor een braziliaan die het hele jaar in korte broek vaart, heeft hij een nogal uitzonderlijke weerstand tegen kou. Met niets meer te verliezen spring ik in het water en ga ik aan de slag. Ik passeer Matt, de fotograaf, en zeg tegen hem: ‘Maak je snel klaar, ik hou het niet lang meer vol.’ Ik doe een paar sprongen en tricks voor zijn camera, maar soms rukken de windvlagen de wing uit mijn handen. En soms moeten we wachten op een windvlaag die genoeg is dat we uit het water komen met de foil. Mijn energieniveau zakt heel snel en ik ga na dertig minuten terug naar de boot en laat Mizo alleen op het water achter.

Het gevoel na van het uittrekken van een wetsuit van zes millimeter dik is heerlijk, maar niet zo heerlijk als de geur van de pizza’s die Minh op dat moment in de oven stopt. Morgen wisselen we van spot en vervolgen we ons avontuur in het noorden.

Ijsberen spotten

De wind heeft besloten een kleine pauze in te lassen. We maken van de gelegenheid gebruik om onze omgeving te verkennen –  en waarom ook niet? – om beren te spotten. De marifoon kraakt: ‘Gaby voor Fred, Gaby voor Fred. Drie beren lopen op een eiland iets verder naar het noorden, vlak bij een walvislijk.’ We zijn allemaal super enthousiast. Eén beer zien was al te gek, maar drie zou sensationeel zijn. We leggen laagjes aan en gaan aan dek om van het uitzicht te genieten. De wind is afwezig, de zee glazig. Er is geen geluid, alleen het water dat tegen de romp van de boot klotst. Het is ook goed om wat rust te hebben.

Zonder verrekijker is het bijna onmogelijk om de beren te zien. Hoewel ze wit zijn, passen ze perfect bij de rotsen en de resterende sneeuw. Nog één ding om in gedachten te houden als we gaan kiten! De walvis is er inderdaad en de beren ook. We nemen om beurten de verrekijker om ze te observeren. Wettelijk is vastgelegd dat je minstens driehonderd meter afstand moet houden, maar met alle overtredingen die de afgelopen tijd hebben plaatsgevonden zal dat nog verder worden.

De twee welpen zijn druk bezig met het eten van de resten van de walvis. Hun moeder kijkt naar hen, liggend tussen twee rotsen. Ze zien er zo vredig uit. We vervolgen onze weg richting een gletsjer en laten ze aan hun feestmaal over.

Een enorme ijsmassa 

We hopen dat er een briesje komt zodat we nog kunnen kitesurfen die dag. Als we bij de ankerplaats aankomen, is de wind afwezig, maar het landschap van Spitsbergen is hypnotiserend. Deze enorme ijsmassa is in de tijd uitgehouwen.

We maken ons op om rond de drijvende ijsblokken te pronefoilen. We proberen om beurten een dockstart het maken, maar het dikke wetsuit, de handschoenen en de laarsjes helpen daarbij niet. Het is moeilijk om iets te voelen met al dit neopreen. Uiteindelijk hebben we gewoon plezier op het ijs, springen we als kinderen in het water en vooral alsof het water echt warm (terwijl het waarschijnlijk maar 2°C was).

We ankeren achter een klein eilandje in Spitsbergen dat ons zou moeten beschermen bij vallende ijsblokken. Het geluid wanneer een stuk loskomt, lijkt op een geweerschot vermengd met een krakend geluid.

De volgende dagen verlopen traag. Behalve een walrusfamilie die ons komt bezoeken, gebeurt er verder niets. Wachten is onderdeel van het spel en soms is het moeilijk te accepteren. Ik relativeer het en zeg tegen mezelf dat als de reis eenmaal voorbij is, ik me alleen de goede momenten zal herinneren. We zijn nu een week op Kamak. Morgen gaan we langzaam terug naar het zuiden op zoek naar goede kitesurf-condities.

Storm op komst

Over een paar dagen wordt er storm verwacht in Spitsbergen. Gaby analyseert alle opties zodat we veilig kunnen kitesurfen. Maar hij houdt van de uitdaging, dus ik weet zeker dat hij hier ook van geniet. Ik stap uit mijn scheepshut en ontdek dat we naar een andere gletsjer zijn verhuisd. We zijn in een andere baai en er staat wind! Ik wrijf in mijn ogen om te proberen te begrijpen hoe het mogelijk is dat de wind rechtstreeks van de gletsjer kan waaien, maar ik denk er niet te veel over na. Ik voel dat Gaby hier niet lang wil blijven vanwege het ijs en het slechte weer.

Ik haast me om mijn wetsuit en mijn surfboots aan te trekken en ga weer aan dek. Olivier en Matt zijn ook snel klaar. Ik heb het gevoel dat dit de sessie is die deze reis magisch kan maken. Jean zet me af op een kiezelstrand om mijn vlieger op te pompen. Hij laat me daar alleen achter omdat het voor hem bijna onmogelijk is om de dinghy aan te meren met de deining die wordt veroorzaakt door de vallende ijsblokken. Het kost me niet veel tijd om mijn lijnen uit te rollen, vanwege de angst voor beren, vallende stenen en ijsblokken, en andere mogelijke dingen waar ik niet eens aan wil denken.

Mizo gaat met me mee op het water op. Ik heb niet eens de tijd om hem te vertellen dat hij moet oppassen voor de ijsblokken die hij onder water kan raken. Daar hoef ik me bij mijn twintip in ieder geval geen zorgen over te maken. Af en toe voel ik er een onder mijn board, maar ik heb er niet veel last van.

Prachtige gletsjer

De wind is vreemd, onregelmatig in kracht en richting. Soms pauzeert-ie zelfs. Ik heb het gevoel dat Olivier en Matt maximaal gaan op deze sessie, dus ik geef ook alles. De gletsjer ligt achter mijn rug. Ik kan het niet echt zien, maar zij wel. Blijkbaar ziet het er behoorlijk krankzinnig uit. Ik doe mijn best met de wind die ik heb. Na dertig minuten ben ik bevroren tot op het bot, maar wat nog belangrijker is, ik voel dat de windvlagen langzaam in intensiteit afnemen. Het einde van de sessie nadert.

Ik zie een kleine ijsberg in het midden van de plek en spring erop om mijn spullen in te pakken. Ik kan me eindelijk omdraaien en de gletsjer achter me zien. Het blauw van het ijs is op sommige plaatsen doorschijnend. De scène is onwerkelijk. Ik sta op een ijsberg en rol mijn lijnen terwijl een fotograaf en een cameraman hun camera’s op mij en deze gigantische gletsjer op de achtergrond hebben gericht. Ik stap weer op de boot en we halen snel het anker op om naar een andere baai te gaan.

Het gezamenlijke leven is soms een beetje zwaar, vooral tussen de bemanning en de renners. We willen graag naar plekken in Spitsbergen waar Gaby niet per se heen wil. Maar het is tenslotte zijn boot, dus hij heeft het laatste woord. Na de gletsjersessie van gisteren liggen we voor anker in een tegen de wind beschutte baai, maar met een banaler landschap dan we gewend zijn. Julien en Olivier hebben verschillende keren gevraagd of het mogelijk was om te verhuizen, maar de kapitein weigerde elke keer categorisch. We blijven hier. Het valt in ieder geval mee, en er staat wind dus we kunnen om de boot heen varen.

Allemaal het water op

Iedereen kan een sessie krijgen: strapless voor Matt, wingfoil voor Mizo en mij en een beetje twintip voor Mallo. We voelen ons allemaal vermoeid. De vrieskou en het gebrek aan zon breken ons op, boven op het gebrek aan communicatie met onze dierbaren. Bovendien heb ik het gevoel dat we allemaal een beetje staan te popelen om terug te gaan, aangezien het dagelijkse leven in deze krappe, benauwde ruimte steeds moeilijker wordt.

De volgende dag vertrekken we rond zeven uur. We trekken verder naar het zuiden van Spitsbergen, maar volgens Gaby wordt het zwaar. Ik denk er niet eens over na en neem mijn pillen tegen zeeziekte. Na ruim vijftien uur zeilen voelt het hele team zich toch goed en goed uitgerust. Het telefoonsignaal zou halverwege deze tocht terugkomen, maar het komt slechts af en toe terug, net genoeg om berichten door te laten, maar niet genoeg om ze te beantwoorden.

De fjord waar we voor anker gaan is perfect om ons te beschermen tegen de opkomende storm. Er worden meer dan 35 knopen voorspeld. De nacht is rumoerig. De touwen van de boot fluiten heel hard. Sommige windvlagen zijn zo sterk dat ik vrees dat we het anker gaan slepen.

Bij het ontbijt bespreken we wat we nog moeten fotograferen. Olivier wil echt meer freestyle. Mallo en ik gaan het water op. Vanaf de boot ziet de plek er cool uit. Maar als we eenmaal op het water zijn, is het waarschijnlijk de ergste wind waarin ik ooit heb gevaren, en ik ben niet de enige. De luchtzakken en windvlagen zijn zo abrupt dat ik merk dat ik zelfs crash op simpele trucs.

Te heftige wind

Ook Mallo voelt zich niet op zijn gemak en verruilt uiteindelijk zijn twintip voor zijn strapless board. Julien is op een nabijgelegen heuvel op zoek naar beren terwijl Mizo zich bij ons voegt met zijn wingfoil. Voor deze laatste sessie liggen we bijna allemaal in het water. Na vele pogingen geef ik het op. Ik zie mezelf al gewond raken in Spitsbergen terwijl ik meer dan vier of vijf uur in een enorme deining terug naar de haven moet varen.

In de middag wordt de wind in Spitsbergen nog veel sterker. Zelfs vanaf de boot is het indrukwekkend, maar Matt en ik proberen nog steeds wat Big Air te doen. We zijn allebei een beetje gestrest. We zien de windvlagen op het water die soms kleine tornado’s veroorzaken. Dat is niet geruststellend. De wind is vreselijk in alle opzichten. We proberen alles te geven, maar we besluiten al snel om te stoppen met vechten tegen deze vreselijke omstandigheden. De opluchting die ik ervaar als ik mijn kite land is meer dan prettig. 

Op deze voorlaatste avond schijnt de zon weer. Olivier heeft het er sinds het begin van deze reis over om alleen in zijn zwembroek te gaan zwemmen. Het is nu of nooit. Hij springt als eerste in het water, dat waarschijnlijk niet warmer is dan 3 graden. Het is min of meer draaglijk, maar we spetteren maar heel snel rond en gaan er gelijk weer uit.

Nagenieten 

Na het eten gaan we op het dek liggen. De zon schijnt fel. Het is middernacht, maar we hebben allemaal het gevoel dat het middag is. We discussiëren en genieten van deze laatste momenten nabij Spitsbergen in de Noordpool van onze dierbare planeet Aarde.

De tijd lijkt stil te staan. Niemand wil naar bed. Ik vraag me af hoe de mensen die hier wonen hun biologische klok aanpassen. Morgen keren we terug naar de haven en naar de bewoonde wereld. Deze beschaving waaraan Gaby wanhopig probeert te ontsnappen door hier op Kamak te zijn. Een moeilijk voor te stellen leven voor mij, en zeker voor ons allemaal.

Terug in de bewoonde wereld

Na een korte nacht zijn we terug in de haven van Longyearbyen. Het is gelukkig een zonnige dag. We kopen wat souvenirs, drinken koffie en slenteren door de enige straat van Longyearbyen. We komen ook toeristen tegen. Het voelt alsof ik net terug op aarde ben geland na een reis door de ruimte.

Na de maaltijd drinken we nog een biertje op een terras. De zon is zo helder als altijd, ook al is het één uur ‘s nachts. Ik denk aan mijn familie en mijn vriendin. Ik had graag gezien dat ze een soortgelijke ervaring zouden beleven. Gelukkig hebben Olivier en Matt het allemaal vastgelegd. Ik kan niet wachten tot iedereen ziet wat wij hebben gezien.

Het einde van de reis naar Spitsbergen is gevuld met veel emoties, ook al wilden we allemaal wel eens naar huis. Hoe dan ook, we kunnen het niet helpen dat we ons een beetje somber voelen als we eraan denken om terug te keren. Ik heb altijd al van reizen gehouden, de wereld willen zien en nieuwe perspectieven willen opdoen. We zijn hier allemaal moderne globetrotters. Met onze boardbags zwerven we de wereld rond op zoek naar nieuwe sensaties, andere omstandigheden of misschien zelfs andere dingen. Niemand weet het echt.

Zoals Nicolas Bouvier zo mooi zegt in zijn boek The Way of the World: ‘Je reist tenslotte om dingen te laten gebeuren en veranderen; anders kun je net zo goed thuisblijven. Reizen ontgroeit zijn oorspronkelijke redenen waarom je ooit op reis ging.’ Dat is precies wat we net hebben meegemaakt. Het begon met een reis en werd uiteindelijk zoveel meer. Een avontuur dat mij de rest van mijn leven zal bijblijven. Gaby, Jean en Minh vertrekken voor een nieuwe expeditie terwijl wij ons normale leven hervatten.

Woord: Paul Serin

Beeld: Matt Georges, Anthony Lietart


Vond je het artikel: “Tijdloos Spitsbergen” leuk? Kijk dan voor meer kitesurf nieuws, Tips & Tricks, reviews, leesvoer en de andere magazines op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Access en volg ons op Facebook en Instagram.

 van