02-01-2014 - Nieuws, Wielrenblad

De Beklimming: Stockeu

“Ter ere van diens vijf zeges in Luik-Bastenaken-Luik wordt de Côte de Stockeu ook wel liefdevol ‘Stèle Eddy Merckx’ genoemd. Op de top staat een monument voor deze grote man. Net als Merckx kent deze klim geen genade: hij maalt renners fijn en spuugt ze uit.”

Het zijn de eerste regels van beklimming #41 uit de wielergids Hellingen van Simon Warrens, waarin hij de 50 meest beruchte Belgische heuvels in willekeurige volgorde beschrijft. De woorden over de Côte de Stockeu klinken alsof de 2,4 kilometer lange helling een specifiek Middeleeuws martelwerktuig betreft.

Tekst: Eric Mijnster, Beeld: Mikel Buwalda

Stokkkieeee33

Eddy Merckx won 31 klassiekers en werd drie keer wereldkampioen. Hij kwam vijf keer thuis met geel om de schouders na afloop van de Tour de France en vijf keer met roze na de Giro d’Italia. Hij kon zeven keer als eerste zijn handen in de lucht steken bij Milaan – San Remo, en won vijf keer Luik-Bastenaken-Luik. Al deze overwinningen staan uitgeschreven op het monument op de top van de Côte de Stockeu, gevolgd door ‘etc’. Eddy Merckx won in totaal namelijk 525 wedstrijden. Onze zuiderburen zijn verstandig geweest door niet alle overwinningen te noemen. Een eerbetoon voor zijn volledige palmares zou het hoogste bouwwerk van België betekenen.

Eddy Merckx maakte de koers altijd zelf. Het liefst reed de Belgisch wielerkampioen in eigen tempo op kop, wetende dat de rest van het deelnemersveld vroeg of laat zou capituleren in zijn wiel. Zelden heeft het wielrennen een renner gekend die zo onuitputtelijk was. Het is een levende legende die zijn wedstrijden won in de tijd dat er werd gekoerst met lange lokken die onder petjes tevoorschijn kwamen. Tricots werden gemaakt van schapenvacht en de gele trui was nog maar net geel op televisie. Bij de term ‘elektrisch schakelen’ had het hele peloton op de grond gelegen van het lachen; met Eddy Merckx aan de voet van de Côte de Stockeu lag het hele peloton op de grond van het huilen.

De Côte de Stockeu stijgt gemiddeld 10% en maximaal 21%. Zelfs zonder Eddy Merckx voelt de helling als een rechtstreeks duel met de kannibaal.

Stokkieee55

De straten in het centrum van Stavelot liggen bedekt met klinkers. De wegen zijn allesbehalve waterpas, maar de echte hellingen bevinden zich aan het einde van de kasseienstroken. Daar waar de klinkers asfalt worden, daar begint de ware marteling. Het steilste gedeelte volgt halverwege, als je mondspeeksel naar bloed begint te smaken en het melkzuur je oren uitkomt. Daarna vlakt de weg af. Eddy Merckx bukte hier om op te schakelen via een hendel op het frame: de gemiddelde fietser heeft niet eens de kracht meer om zijn rechter wijsvinger naar links te bewegen.

Als de verzuring je haast dwingt op te geven, nadert het monument alweer. Dat geeft het laatste beetje kracht om toch door te zetten. Het asfalt is hier echter zo slecht dat het lijkt alsof Eddy Merckx niet alleen zijn rivalen de vernieling in heeft gereden. Het wegdek is een monument op zich. Na het kunstwerk kruipt de weg verder omhoog. Het bronzen beeld aan de Côte de Stockeu is echter een goed excuus om even stil te staan bij de dadendrang van één van de grootste renners aller tijden. Als reïncarnatie bestaat, dan zal Eddy Merckx vast terugkeren als Côte de Stockeu.

Stockie11Stats Côte de Stockeu, Stavelot

Lengte: 2400 meter

Gemiddeld stijgingspercentage: 10%

Maximaal: 21%

Snelste Strava-tijd tot standbeeld (900 m): Gilles Devillers 3,45 min. (15,2 km/h)

 van