26-03-2012 - Mountainbiken, Nieuws

Leuk die 30 versnellingen.. Nu nog even afstellen.

1×10, 2×10, 3×10, 3×9. Wat je ook rijdt, je zal op een gegeven moment je versnellingen moeten afstellen. Aflopende kettingen, plots naar boven of beneden schakelende versnellingen; bronnen van ergernis voor de biker. Toch is het afstellen van je versnellingen erg eenvoudig en hiervoor hoef je je fiets echt niet naar een fietsenmaker te brengen. En hoe vaker je fietst, des te vaker zul je je versnellingen moeten bijstellen. Vandaar dat we je een opfriscursus geven.

Tekst: Irmo Keizer
Foto: Irmo Keizer

VERSLETEN?
Je kan dé afstelkoning zijn, maar als je onderdelen zijn versleten, houdt het toch echt op. De eerste stap in het afstellen van je versnellingen is het controleren van je onderdelen. Zorg ervoor dat je transmissie schoon is, zodat je dit ook goed kunt beoordelen. Bij een slecht werkend versnellingsapparaat kunnen de volgende onderdelen een rol spelen (in volgorde van voorkomendheid):
— Kabels
— Ketting en tandwielen
— Shifters
— Derailleurs

KABELS
De kabels zijn de link tussen je derailleur en je shifter. In de loop van de tijd rekken de kabels op, slijten de buitenkabels in en ontstaat er speling in de kabels. Kortom, de bediening van je derailleur is niet meer één op één. De stelregel is eenvoudig: je kabels (binnen- én buitenkabels) moet je toch echt één keer per jaar vervangen. In ons lage landje is het de moeite waard om eens te denken aan kabels als Gore Ride On. Hierbij is de binnenkabel gecoat en wordt er gebruik gemaakt van een geleidende plastic liner, waar je binnenkabel doorheen loopt, in de buitenkabel. Op deze manier komt er geen vuil of vocht in je kabels, zodat de slijtage vermindert en je versnellingen met minimale kracht te bedienen zijn.

KETTING
Begin met het opmeten van je ketting. Nu zijn er allerlei huis-, tuin- en keukenmethodes, maar wij houden het bij de eenvoudige en betrouwbare kettingslijtagemeter. Een paar eurootjes en je kan de slijtage van je ketting betrouwbaar meten. Dit gereedschap geeft aan in hoeverre je ketting opgerekt is. Tussen 0,75 procent en 1,00 procent oprekking – dan kan je nog even door. Is je ketting meer dan 1 procent langer geworden? Direct vervangen. Als je je ketting vervangt, zorg er dan voor dat je hem op de goede lengte ponst. Hoe lang je ketting moet zijn, hangt af van de cassette, voorbladen en derailleur waarmee je rijdt. Je kan op de website van zowel Shimano als SRAM handleidingen vinden hoe je je ketting op de juiste lengte moet brengen. Cassette, voorbladen en derailleurwieltjes Indien je ketting versleten was, is de kans wel groot dat je cassette, voorbladen en derailleurwieltjes ook aardig zijn ingesleten. Controleer deze dan ook voordat je je ketting vervangt. Plaats je hier een nieuwe ketting op, dan zal deze binnen no-time ingeslijten je versleten voorblad. Vervangen dus. Voor de cassette geldt hetzelfde – zodra je tanden scherp worden, moet je deze echt vervangen. Een goede tip om snel inslijten van je nieuwe transmissie te voorkomen is het kopen van twee kettingen. Door middel van een powerlink kan je eenvoudig van ketting wisselen. Met regelmatig wisselen van deze kettingen kan je beduidend langer doen met je transmissie. Vergeet ook niet je derailleurwieltjes op slijtage te controleren.

GEREEDSCHAP

Om je derailleurs af te stellen, heb je genoeg aan een multitooltje met een kruiskopschroevendraaier en een inbussleutel. Ga je je kabels vervangen (wat we in een later nummer nog zullen behandelen), dan heb je wat meer nodig.

AFSTELLEN
— Kabelspanning

De eerste stap van het afstellen van je versnelling is doodeenvoudig. Je begint hierbij altijd met het ‘ontspannen’ van je kabels. Bij een normale Shimano- of SRAM-derailleur schakel je hiervoor naar de kleinste  tandbladen (voor en achter). Indien je een Shimanoderailleur hebt met omgekeerde veer (zoals bij de DualControl shifters), dan moet je de achterderailleur op het grootste tandwiel zetten. De kabel moet in deze stand net niet gespannen zijn, maar er moet ook geen speling in de kabel zitten. Controleer de spanning door met een vinger aan de (binnen)kabel te trekken. Zit er veel speling in? Dan zul je met een inbussleutel de binnenkabel op je derailleur los moeten maken. Trek de binnenkabel voorzichtig strak, maar laat een heel klein beetje speling staan. Draai de inbussleutel weer aan en haal vervolgens met de kabelspanner op je shifter het laatste beetje speling uit de binnenkabel.

— Het bereik van je derailleur instellen
De tweede stap is het instellen van het maximum- en minimumbereik van je derailleurs. Voor- als achterderailleur worden gelimiteerd in hun bereik door een tweetal schroeven. Op iedere derailleur zijn twee schroeven terug te vinden, met hierbij de indicatie H (high) en L (low). Om je achterderailleur af te stellen, leg je de ketting voor op het middelste blad. Vervolgens schakel je tot de ketting op het grootste achterblad ligt. Indien de ketting niet naar het grootste blad wil, dan moet je de L-schroef iets uitdraaien, totdat de ketting op het blad gaat. Valt je ketting achter de cassette, dan moet je de schroef indraaien tot de ketting netjes op je grote tandwiel blijft liggen. Controleer dit altijd goed; je ketting mag niet ratelen.

De volgende stap is het instellen van het minimumbereik van je derailleur. Schakel dus terug naar het kleine blad (cassette). De regel is hier wederom hetzelfde: de ketting moet soepel op het tandwiel vallen en mag niet tussen het frame en je cassette terecht komen. Gebruik de H-schroef om het minimumbereik goed in te stellen.

EN NOG IETS…
Op je achterderailleur bevindt zich nog een derde schroef. Met deze schroef stel je de afstand in van je derailleur (wieltje) tot het grootste tandwiel. Te ver af, dan slaat je ketting over. Te dichtbij, dan raken de tandwielen elkaar.

VOORDERAILLEUR
Het afstellen van je voorderailleur gaat precies hetzelfde in zijn werk als het afstellen van je achterderailleur. De afstelling luistert echter nauwer. Om de kabelspanning en het bereik in te stellen, moet je altijd even door je versnellingen achter schakelen. Het kan zijn dat je ketting je voorderailleur raakt. Het is een beetje prutswerk, maar met wat moeite kun je je voorderailleur zo afstellen dat de ketting altijd geruisloos loopt. Een slecht afgesteld bereik bij je voorderailleur kan er ook voor zorgen dat je ketting er erg makkelijk afvalt en klem komt te zitten tussen je bottombracket en crank, of van je grootste blad valt, op je crank. Goed controleren dus!

CONTROLE
Heb je het bereik goed ingesteld en is je kabelspanning goed? Dan is het tijd om te controleren of alles goed werkt. Schakel door al je versnellingen. Kleine aanpassingen maak je via de kabelspanner op je shifter. Lijkt alles goed te werken, vergeet dan niet om ook even alles ‘in het veld’ te testen. Controleer of je je binnenkabels goed vast hebt gezet en je kan er weer tegenaan!

TIPS
1
. Onderhoud je fiets goed. Vuil dat blijft zitten zorgt voor een versnelde achteruitgang van de werking van je transmissie. Smeer je ketting en maak je tandwielen goed schoon. Hou je ketting droog, maar gesmeerd.

2 Koop twee kettingen bij je bike en wissel deze om de paar ritten om. Je transmissie slijt minder.

3. Vervang je kabels op tijd. In de meeste gevallen zorgen versleten kabels voor de problemen bij het schakelen.

4. Controleer voor ieder vertrek je kabelspanning.

5. Staat je derailleur wel recht? Zo niet dan is de kooi misschien gebogen, of je derailleurpad.

 van