10-04-2024 - Mountainbiken, Leesvoer

Review Mondraker Dune XR 2024

Spaanse merken zijn hip. Een van de grote namen is Mondraker uit Alicante, een mountainbike-only merk in het zuiden van Spanje. In het eerste decennium van deze eeuw lanceerden zij de Dune. Maar het was al een paar jaar stil rondom dit model. Tot afgelopen maart. Oudgediende Michiel Rotgans kreeg de kans om de Mondraker Dune XR 2024 te testen op Portugese bodem. ‘Wat is hier nu niet vet aan?!’ Lees hier nu de review en bekijk onze video hieronder hoe wij de Mondraker Dune XR 2024 hebben getest.

Het is maart, het weer in Nederland weet nog niet of het een vroege lente in moet zetten of dat het zijn staart gaat roeren en terugkeert naar de winter. ‘Ping’, mijn inbox gaat af. ‘Giel, heb jij zin in een press-camp in Portugal? Mondraker lanceert de resurrectie van de Dune. Heb jij zin om die te testen op de Sintra-trails bij Lissabon?’ Pardon, drie van mijn lievelingsdingen in één bericht, Portugal, zon en Mondraker, daar hoef ik niet lang over na te denken.

Met alle Dune-hype rondom de gelijknamige film in de bioscoop lijkt het net of Mondraker op die golf mee wil surfen, maar niets is minder waar. De Dune is al een tijdje afwezig uit de collectie, maar is zeker niet compleet nieuw, het model werd voor het eerst gelanceerd in 2007. De filosofie achter de mountainbike is altijd hetzelfde gebleven: een fiets om zoveel mogelijk plezier mee te hebben op de afdalingen. De 2024-variant komt vooralsnog alleen als e-bike, want sneller klimmen is meer afdalen en dus meer opgeteld plezier. Logisch toch?

Zoals gezegd, Spaanse merken zijn hip. Tien jaar geleden was een Orbea op de Nederlandse trail schaarser dan een kiwi, althans de vogel. Nu staan ze bijna op dezelfde hoogte als de grote Amerikaanse merken. Naast Orbea is er nog zo’n Spaans merk met prachtige producten en dat is dus Mondraker uit Alicante; een serieuze onderneming met zo’n driehonderd man in het zuiden van Spanje. De frames worden in het oosten vervaardigd, maar los verscheept naar Europa en geïnspecteerd volgens de hoogste kwaliteitsstandaarden voor ze gemonteerd worden op hun eigen productielijn. Het is trouwens Mondraker geweest die rond 2012 met de Foxy de hele revolutie van ‘long, slack, steep, short’ (lees: wielbasis, vorkhoek, zithoek, voorbouw) heeft ingezet en daarmee zijn stempel heeft gedrukt op de geometrie van elke moderne mountainbike. Een merk dat niet schuwt voor progressie, echte pioniers dus.

Voordat we het grotere plaatje schetsen gaan we gelijk naar het hart van de fiets, de nieuwe Bosch SX-motor. Want die zorgt hier voor iets fundamenteels. In het kort, de onlangs geïntroduceerde SX is de lichtste motoroptie bij de Duitse technologiereus. De motor weegt slechts twee kilogram, achthonderd gram lichter dan de grotere en sterkere CX. De SX komt met een nieuwe 400 wattuur batterij die een record verbreekt, deze batterij heeft de grootste energiedichtheid van elke e-bike-accu. Bovendien heeft hij vergeleken met modellen voor andere lichtgewicht e-bikes een stuk meer capaciteit, wat extra range zou moeten geven. Het complete SX-systeem weegt daarom iets meer dan vier kilo, in tegenstelling tot de ruim zeven kilo van het CX-systeem.

Naast het gewicht is misschien het allerbelangrijkste nog wel dat de motor bij een cadans van honderd rotaties per minuut een piekvermogen kan leveren van zeshonderd watt. Daarmee laat het alle andere lichtgewicht systemen ver achter zich die zo rond de drie-, vierhonderd zitten. We moeten er wel bij zeggen, die zeshonderd watt krijg je niet gratis, je zal er wel voor moeten trappen. Bij de SX ben je niet zozeer een passagier die meelift op de krachten die de motor genereert. Je bent meer onderdeel van het systeem, geef je veel dan krijg je ook veel terug.

De Dune is een fiets die komt met een 180 of 170 millimeter vork en 165 millimeter veerweg achter. Het frame, de swingarm en de rocker-link zijn allemaal vervaardigd uit carbon, ook bij de goedkopere modellen. De Dune komt alleen als mullet, wat wil zeggen dat het voorwiel 29 inch is en het achterwiel 27,5 inch. Op hun downhillfiets na hebben de Spanjaarden tot nu toe de mullets buiten de deur weten te houden, maar tijdens de prototypefase met grotere achterwielen werd het iedereen duidelijk, dit was ‘the way to go’. Qua esthetiek vinden wij Mondraker altijd wel eigen en we kunnen dat waarderen. Strakke lijnen met als handtekening de extra verbinding tussen boven- en onderbuis die je in een silhouet nog zou herkennen. Het ontwerp van de vering waarbij de shock de zitbuis onderbreekt is terug van weggeweest. Deze is van stal gehaald om meer ruimte te creëren in de driehoek van het frame, zodat je twee bidons of een bidon en range-extender kan meenemen. Verder is het frame voorzien van een ingebouwde kettinggeleider en twee kleine spatbordjes om de meeste toeters en bellen van de demper weg te houden. Op de onderbuis zit een bidonhouder geschroefd die met een quick-releaseknop makkelijk te verwijderen is en zo plaatsmaakt voor een net zo eenvoudig te monteren range-extender. Deze zijn 250 wattuur en voegen 60 procent meer capaciteit toe aan het systeem.

Modellen

De Dune is een agressieve bak en dient als dusdanig bereden te worden. De fiets komt in drie modellen en het is daarom tof om te zien dat bij alle modellen een aantal dingen gelijk blijven, zodat er een mooie baseline wordt behouden. Zo is ook op het goedkoopste model alles carbon, niets geen aluminium rocker-link of achterbrug. Op elk model zit een volwaardige Bosch SX Performance-motor en ook de banden blijven gelukkig gelijk. Er is niets zo stom als bezuinigen op banden. Alle modellen komen met vier pistons Sram-remmen en 200 millimeter remschijven. Dergelijke beslissingen in de afmontage geven duidelijk aan voor wie deze bike bedoeld is, rijders die houden van afdalen.

In Portugal reden wij het duurste en mooiste model, de XR met een prijskaartje van liefst 12K. Met top of the bill specificaties. Carbon wielen en crank van ethirteen, draadloos schakelen met Sram AXS XO-transmissie, een AXS-dropper, Sram Code Ultimate-remmen en de vering komt uit de stal van Öhlins. Je krijgt een RXF 180 millimeter vork en een TTX22 M.2 coil shock. Wanneer je bankrekening haar grenzen kent, dan is het RR-model van 9,5K misschien een goede optie. Deze is een stuk goedkoper, maar grappig genoeg lever je er niet superveel op in. De wielen en cranks zijn van aluminium, de remmen zijn Code Bronze. En je drivetrain is op GX-niveau. Ook verlies je de draadloze dropper en krijg je een mechanische. Dit model en de goedkoopste ‘R’-uitvoering van 8,5K hebben een centimeter veerweg minder aan de voorkant, waardoor ook de hoeken in de geometrie naar voren kantelen. De instapper is maar ‘iets’ goedkoper dan het middelste model. Bij de R heb je vering van Fox, schakel je mechanisch met een GX-drivetrain, krijg je Srams DB8-remmen en iets eenvoudigere ethirteen wielen. Zeker op een e-bike zien we de toegevoegde waarde van Srams T-Type transmission, dit extra bedrag is het overwegen waard. Het RR-model heeft de beste prijs-kwaliteitverhouding.

Mondraker heeft als visie om bij zijn ‘zero-geometrie’ te zorgen voor een neutrale zitpositie waarbij beide wielen evenveel belast worden. Ze houden er rekening mee dat je in de klim perfect komt te zitten ten opzichte van je achterwiel en dat je in de afdaling genoeg druk houdt op je voorwiel. Even uitgaande van het XR-model met de 180 millimeter vork, deze komt met een balhoofdhoek van 63,5 graden, een zithoek van 77 graden, de reach gaat van small, medium, large naar extra large in stapjes van 445, 465, 485 en 505 millimeter. Met een 170-vork bij het RR- en R-model is dit respectievelijk 64 en 77,5 graden.

Er zijn nog niet superveel fietsen gelanceerd met de SX-motor en mede daardoor heeft Mondraker hier een unieke propositie. Deze combinatie van veerweg (180/165), range (ongeveer 1500 hoogtemeters) en een totaalgewicht van zo’n 19 kilo is voor zover bekend nog niet eerder gedaan. We zijn de laatste jaren heel erg gaan denken dat een e-bike in de lichtgewicht of full-power klasse moet vallen, maar de Dune probeert het beide te zijn. Hij weegt een kilo zwaarder dan een Levo SL, maar ondertussen komt ie veel verder en is de motor is veel sterker. Hij weegt een stuk lichter dan een full-power e-bike, maar heeft toch bijna dezelfde reikwijdte en met dat piekvermogen kom je hele steile klimmetjes op. Met de Dune kan je een paar uur fietsen in een trailcenter als Spa of Remouchamps en dubbel zoveel afdalingen pakken als op je analoge fiets. Zonder daarbij al te veel in te leveren op levendigheid en speelsheid. Je kan de fiets nog lekker onder je door gooien en zal moe maar voldaan met een blije blik weer terug naar huis rijden. Natuurlijk kan je dit ook met eenandere fiets, maar iets zegt ons dat de Dune daarin voorop gaat lopen.

De bergen in

De trails van Sintra bleken uniek. Ons hotel bevond zich aan het strand en vanuit daar fietsten we zo de bergen in. De eerste test deed zich voor, we daalden af een rivierbedding in en moesten hier gelijk steil omhoog er weer uit klimmen. Ikzelf schakelde lichter en zette de motor op turbo en wat daar toen gebeurde kon ik niet geloven. Het was spannend, het was sketchy, maar een klim met allemaal losse rotsen waarvan ik nooit in mijn leven gedacht had die te halen kwam ik op, dit zonder voetjes aan de grond. Er ging iets ontzettend goed daar tussen mijn benen. De combinatie van een motor die supernauwkeurig reageert op je crank-input, een geometrie die de fiets niet laat steigeren en een achtervering die de perfecte tractie genereert, bizar. En dat op een fiets die we tot een paar jaar geleden zouden bestempelen als ‘freerider’.

Het was twee dagen lang trailrijden in het Sintra-park. De trails varieerden qua karakter van op bikepark geïnspireerde flowtrails met veel kuipbochten, via nauwe organische singletracks tot aan rotsige rollende jumplines. De fiets at het allemaal. Hier en daar voelde ie misschien wat overpowered, maar doordat de bike, ondanks zijn negentien kilogram, erg licht aanvoelde leek het nooit alsof je met een te zware fiets onderweg was. Je slingerde hem zo onder je door als een 120 millimeter trailbike.
Tijdens de pauze waren we met een stel journalisten aan het klooien op een stel grote boulders en ook dat was superleuk. Ik ben zeker geen held met springen, maar de Dune boezemde zo veel vertrouwen in dat ik hem steeds meer liet lopen en steeds grotere sprongen nam. De vering dempte wat het voor zijn kiezen kreeg. Zette je een lijn in, dan reed de Dune hem strak uit.

Er zit een soort ultieme balans in de Dune. De mix van geometrie, de wielkeuze, de SX-motor, de afmontage en de verdeling van het gewicht zijn zo vakkundig gekozen dat het complete plaatje klopt. Het resultaat? Een superleuke speelse veelzijdige ragbak die voor ultiem fietsplezier zorgt.

Is er nog iets te zeuren? Jawel, er zijn twee dingen. Herinner je het verhaal nog over de plaatsing van de shock en dat de zitbuis onderbroken wordt? Dat zorgt voor enorme ruimte in het hoofdframe voor bidons, tools en/of range-extenders. Er hangt ook een nadeel aan, je bent sterk gelimiteerd in de lengte van je zadelpen. De S komt met een 125-dropper, de M met een 150 en de L en XL met een 175. Ik reed op een M en kon er prima mee leven, maar voor een vrouwelijke tester die op een S reed was het een dealbreaker. Zij kon niet fijn afdalen, doordat haar zadel niet ver genoeg naar beneden kon. Mocht je in de markt zijn voor een S dan zou ik eens nagaan of er geen andere dropper op de markt is die met een kortere inbouwhoogte toch wel minimaal 150 millimeter drop biedt.

Het tweede punt, de één zweert erbij, de andere haat het, ik zit een beetje halverwege. De Öhlins-vering. Ik omschrijf het als high-performance racesuspensie. Het lijkt wel alsof het pas gaat werken als je met volle kracht de berg af beukt. De eerste dag moest ik weer even wennen aan afdalingen langer dan dertig hoogtemeters en waren ik en Öhlins geen vrienden, de tweede dag zat ik er een stuk beter in en deed het systeem wat het moest doen. Ik wind er geen doekjes om, ik ben een Rockshox-fanboy en zou dat het liefst zien op elke fiets, maar vind Öhlins echt een acquired taste. In ieder geval, niet voor iedereen weggelegd.

Conclusie

Ik ben van origine nooit een onwijze e-bikefan geweest. Ik vond ze lelijk, lomp, beperkend qua range (de lichtere) en wil graag moe en voldaan mijn fiets afstappen. Misschien was ik wel een tikkeltje eigenwijs, te trots of stiekem bang voor het veertigersbuikje, maar de Mondraker Dune heeft mijn ogen voor een groot deel doen openen, althans in het buitenland. Na een dag fietsen, wel even bijgeladen tijdens de pauze, kwam ik stuk de berg af. De fiets gaf mij zoveel vertrouwen en plezier, wat had ik lekker lopen rippen. Met als grootste verschil? Ik had twee en een half keer zoveel trails gereden als normaal. Wat kan je daar als mountainbiker nu niet vet aan vinden?

  • Frame: STEALTH AIR FULL CARBON
  • Motor: BOSCH PERFORMANCE SX
  • Batterij: 400Wh geïntegreerd + 250Wh POWERMORE (optioneel)
  • Vork: ÖHLINS RXF 38, 180mm veerweg
  • Demper: ÖHLINS TTX22 M.2 COIL, 165mm veerweg
  • Groepset: Sram XO Eagle T-Type
  • Cranks: E*THIRTEEN TRS RACE CARBON
  • Remmen: SRAM CODE ULTIMATE STEALTH 200mm
  • Banden: MAXXIS ASSEGAI 29×2.5” EXO+ 3C MAXXGRIP & DHR 2.5×2.4” DD 3C MAXXTERRA
  • Wielen: E*THIRTEEN GRAPPLER CARBON
  • Handvatten: Roval
  • Zadelpen: Fox Transfer Factory
  • Zadel: Body Geometry Power Expert

TEKST: Michiel Rotgans

FOTO’S: Mondraker

 van